12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6.8.2.2 Uitrustingen6.8.2.2.1 Voor de vervaardiging van de bedrijfs- en de structuuruitrusting mogen geschikte niet-metallischematerialen gebruikt worden.De bevestigingen van bijkomende gelaste constructiesmoeten zodanig uitgevoerd worden dat dehouder niet openscheurt bij aanspraak als gevolgvan een ongeval. Aan de bepalingen van dezeparagraaf wordt geacht te zijn voldaan indien <strong>het</strong>punt 1.1.10 van UIC-fiche 573 7 (Technischevoorwaarden voor de bouw van tankwagons) wordttoegepast.De uitrustingen moeten zodanig worden geplaatst dat zij beschermd zijn tegen de risico’s van afrukking ofbeschadiging gedurende <strong>het</strong> vervoer en de behandeling. Zij moeten veiligheidswaarborgen bieden dieaangepast zijn aan-, en vergelijkbaar zijn met de veiligheidswaarborgen van de houders zelf,inzonderheid :- geschikt zijn voor de vervoerde producten, en- voldoen aan de voorschriften van 6.8.2.1.1.De leidingen dienen dusdanig ontworpen, gebouwd en geïnstalleerd te worden dat elk risico opbeschadiging door thermisch uitzetten en krimpen, mechanische schokken of trillingen vermeden wordt.De dichtheid van de uitrustingen moet verzekerdzijn, zelfs bij <strong>het</strong> omkantelen van de tankwagon.De dichtheid van de uitrustingen moet verzekerdzijn, zelfs bij <strong>het</strong> omkantelen van de tankcontainer.De pakkingen moeten vervaardigd zijn uit materiaal dat geschikt is voor <strong>het</strong> vervoerd product; ze moetenvervangen worden van zodra ze niet langer doeltreffend zijn, bijvoorbeeld ten gevolge van veroudering.De pakkingen, die de dichtheid verzekeren van organen die bij <strong>het</strong> normaal gebruik van de tank bediendworden, moeten op een zodanige wijze ontworpen en geplaatst zijn dat ze niet kunnen beschadigd wordendoor de bediening van <strong>het</strong> orgaan waartoe ze behoren.6.8.2.2.2 Elke laad- of losopening onderaan in de tanks die in kolom (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2 aangeduidworden door een tankcode die in <strong>het</strong> derde onderdeel de letter “A” bevat (zie 4.3.4.1.1), moet voorzien zijnvan twee in serie geplaatste en van elkaar onafhankelijke sluitingen, met- een uitwendige afsluiter met een metalen leiding uit vervormbaar metaal en- een afsluitinrichting op <strong>het</strong> uiteinde van elke leiding; dit kan een schroefstop, een blindflens of eengelijkwaardige inrichting zijn. Deze afsluitinrichting moet voldoende dicht zijn om geen verlies vaninhoud te hebben. Maatregelen dienen getroffen te worden opdat geen enkele druk in de leidingoverblijft alvorens de afsluitinrichting volledig wordt weggenomen.Elke laad- of losopening onderaan in de tanks die in kolom (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2 aangeduidworden door een tankcode die in <strong>het</strong> derde onderdeel de letter “B” bevat (zie 4.3.3.1.1 of 4.3.4.1.1), moetvoorzien zijn van ten minste drie in serie geplaatste en van elkaar onafhankelijke sluitingen, met- een inwendige afsluiter, d.w.z. een afsluiter die binnenin de houder of in een aangelaste flens of zijncontraflens is gemonteerd;- een uitwendige afsluiter of een gelijkwaardige inrichting 8die zich op <strong>het</strong> uiteinde van elke leiding bevindtendie zich zo dicht mogelijk bij de houder bevindt- een afsluitinrichting op <strong>het</strong> uiteinde van elke leiding; dit kan een schroefstop, een blindflens of eengelijkwaardige inrichting zijn. Deze afsluitinrichting moet voldoende dicht zijn om geen verlies vaninhoud te hebben. Maatregelen dienen getroffen te worden opdat geen enkele druk in de leidingoverblijft alvorens de afsluitinrichting volledig wordt weggenomen.De inwendige afsluiter mag nochtans vervangen worden door een afdoend beschermde uitwendigeafsluiter bij tanks die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van sommige kristalliseerbare of sterk viskeuze stoffen,en bij houders die voorzien zijn van een bekleding uit eboniet of uit een thermoplastische stof.De inwendige afsluiter moet van boven af of van beneden uit bediend kunnen worden. In beide gevallenmoet de stand ervan (open of gesloten) zo mogelijk vanop de grond nagezien kunnen worden. De7 7 e uitgave van de UIC-fiche van toepassing vanaf 1 oktober 2008.8 Bij tankcontainers met een volume van minder dan 1 m³ (1000 liter) mag deze uitwendige afsluiter of deze gelijkwaardige inrichtingvervangen worden door een blindflens.6.8-7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!