03.05.2018 Views

Isis ontsluierd - Blavatsky - 2. Religie

Isis ontsluierd. Een sleutel tot de mysteries van oude en moderne wetenschap en religie - deel 2. Relgie; H.P. Blavatsky.

Isis ontsluierd. Een sleutel tot de mysteries van oude en moderne wetenschap en religie - deel 2. Relgie; H.P. Blavatsky.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

472 ISIS ONTSLUIERD<br />

(401)<br />

geschreven in het boek Jasher.’ Blijkbaar moet Jasher hebben bestaan; het<br />

moet als een gezaghebbende bron zijn beschouwd en ouder zijn geweest<br />

dan Jozua, zodat we, omdat het vers in Jesaja onfeilbaar naar de boven<br />

geciteerde passage verwijst, minstens evenveel reden hebben om de hui -<br />

dige editie van Jasher als een transcriptie, een uittreksel of samenstelling<br />

van het oorspronkelijke werk te beschouwen, als om de Septuagint Penta -<br />

teuch te vereren als de oorspronkelijke Hebreeuwse heilige boeken.<br />

Jehovah is in elk geval niet de oude van de ouden, of de ‘bejaarde van<br />

de bejaarden’ van de Zohar, want we zien hem in dit boek met God de<br />

Vader overleggen over de schepping van de wereld. ‘De werkmeester<br />

sprak tegen de Heer: Laten we de mens maken naar ons beeld’ (Zohar,<br />

1:25). Jehovah is slechts de metatron, en een van de eonen, en misschien<br />

niet eens de hoogste, want hij die door Onkelos Memra, het ‘woord’, wordt<br />

genoemd, is niet de exoterische Jehovah uit de Bijbel, en evenmin Jahve<br />

hwhy, de bestaande.<br />

De oorzaak van de enorme verwarring over de goddelijke namen ligt in<br />

de geheimhouding van de eerste kabbalisten, die de werkelijke mysterienaam<br />

van de ‘eeuwige’ voor ontheiliging wilden behoeden, en later in de<br />

voorzichtigheid die de middeleeuwse alchemisten en occultisten in acht<br />

moesten nemen om hun leven te redden. Dit heeft de mensen ertoe gebracht<br />

de Jehovah uit de Bijbel aan te nemen als de naam van de ‘ene levende<br />

God’. Iedere joodse ouderling, profeet en andere figuur van enige betekenis<br />

kende het verschil, maar omdat het verschil lag in het plaatsen van de<br />

klinkers in de ‘naam’, en de juiste uitspraak ervan de dood tot gevolg had,<br />

werd het gewone volk daarover in onwetendheid gelaten, want geen ingewijde<br />

zou zijn leven in gevaar brengen door het hen te leren. Zo werd de<br />

godheid van Sinaï geleidelijk beschouwd als identiek met ‘hem van wie de<br />

naam slechts aan de wijzen bekend is’. Capellus maakt twee fouten als hij<br />

vertaalt: ‘Ieder die de naam Jehovah zal uitspreken, zal sterven.’ De eerste<br />

is dat hij de slotletter h aan het eind van de naam plaatst, als hij wil dat deze<br />

godheid als mannelijk of androgyn wordt beschouwd, want de h maakt de<br />

naam vrouwelijk, zoals deze eigenlijk zou moeten zijn, omdat het een van<br />

de namen is voor Binah, de derde emanatie; zijn tweede fout is dat hij<br />

beweert dat het woord nokeb alleen betekent duidelijk uitspreken. Het be -<br />

tekent op de juiste manier uitspreken. De bijbelse naam Jehovah kan dus<br />

eenvoudig worden beschouwd als een plaatsvervanger, die men, omdat hij<br />

tot een van de ‘machten’ behoorde, ging beschouwen als de naam van de<br />

‘eeuwige’. Er is blijkbaar een fout (één van de zeer vele) in een van de teksten<br />

van Leviticus, die door Cahen is verbeterd, en die bewijst dat het verbod<br />

helemaal niet de naam van de exoterische Jehovah betrof, van wie de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!