03.05.2018 Views

Isis ontsluierd - Blavatsky - 2. Religie

Isis ontsluierd. Een sleutel tot de mysteries van oude en moderne wetenschap en religie - deel 2. Relgie; H.P. Blavatsky.

Isis ontsluierd. Een sleutel tot de mysteries van oude en moderne wetenschap en religie - deel 2. Relgie; H.P. Blavatsky.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE DUIVEL-MYTHE 605<br />

In het begin van hoofdstuk 16 wordt beschreven dat Satan en de ‘Vorst<br />

van de Hel’ vredig met elkaar praten. Plotseling worden beiden op ge -<br />

schrikt door ‘een stem als van de donder’ en het gieren van de wind,<br />

en hen wordt verzocht hun poorten te openen, want ‘de Koning van de<br />

Heerlijkheid zal binnenkomen’. Als de Vorst van de Hel dit hoort, ‘begint<br />

hij met Satan ruzie te maken, omdat deze zijn plicht zo slecht heeft vervuld<br />

door niet de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen tegen zo’n bezoek’.<br />

De onenigheid eindigt ermee dat de vorst Satan ‘uit zijn hel werpt’, en<br />

tegelijkertijd zijn goddeloze dienaren beveelt ‘de koperen poorten van<br />

wreedheid te sluiten, ze te verstevigen met ijzeren staven, en moedig te<br />

strijden opdat we niet gevangen worden genomen’.<br />

Maar ‘toen het hele gezelschap heiligen [in de hel?] dit hoorde, zeiden<br />

ze met van boosheid luide stemmen tegen de Vorst van de Hel: ‘Open uw<br />

poorten, opdat de Koning van de Heerlijkheid kan binnenkomen’ ’, en<br />

bewezen daarmee dat de vorst woordvoerders nodig had.<br />

‘En de goddelijke [?] profeet David riep uit: ‘Heb ik, toen ik op aarde<br />

was, niet juist voorspeld?’’ Daarna sprak een andere profeet, namelijk de<br />

heilige Jesaja, op dezelfde manier: ‘Heb ik niet juist voorspeld?’ enz.<br />

Vervolgens begint het hele gezelschap heiligen en profeten, na een hoofdstuk<br />

lang te hebben gepocht en hun voorspellingen te hebben vergeleken,<br />

een opstand, wat de Vorst van de Hel doet opmerken dat ‘de doden zich<br />

tegenover ons (de duivels, 18:6) nog nooit eerder zo brutaal hebben durven<br />

gedragen’, terwijl hij intussen veinst niet te weten wie om toelating<br />

vroeg. Daarop vraagt hij weer heel onschuldig: ‘Maar wie is de Koning<br />

van de Heerlijkheid?’ Dan zegt David hem dat hij de stem goed kent, en<br />

hij de woorden begrijpt ‘omdat’, voegt hij eraan toe, ‘ik ze sprak door zijn<br />

geest’. Als David ten slotte inziet dat de Vorst van de Hel de ‘koperen<br />

deuren van ongerechtigheid’ niet wil openen, ook al staat de koninklijke<br />

psalmdichter voor de bezoeker in, besluit hij, David, de vijand te behandelen<br />

als een filistijn, en begint te schreeuwen: ‘Jij vuile, stinkende hellevorst,<br />

doe uw poorten open zodat de Koning van de Heerlijkheid kan<br />

binnenkomen’ (16:14-7).<br />

Terwijl hij nog aan het ruziën was, ‘verscheen de machtige Heer in de<br />

gedaante van een mens’ (?), waarop de ‘goddeloze dood en zijn wrede dienaren<br />

door angst worden bevangen’. Dan beginnen ze bevend – in de<br />

vorm van vragen – allerlei vleiende en complimenteuze woorden tot<br />

Christus te richten, die alle een geloofsartikel betreffen. Eén duivel vraagt<br />

bijvoorbeeld: ‘En wie bent u, zo machtig en zo groot, die de gevangenen<br />

verlost die door de erfzonde werden geketend?’ ‘Misschien bent u die<br />

Jezus’, vraagt een andere onderdanig, ‘over wie Satan zojuist zei dat u<br />

(516)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!