21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

opgericht.” V——r iedere deur stond een brandende fakkel ter ere van het “heilige<br />

sakrament.” V——r het aanbreken van de dag vormde zich de optocht v——r het paleis van<br />

de koning. “Eerst kwamen de banieren en kruisen van de verschillende parochieën; daarna<br />

verschenen de burgers, twee aan twee lopend met brandende fakkels in de hand.” De vier<br />

monnikeorden volgden, elk in zijn eigen biezondere kledij. Daarna kwam er een grote<br />

verzameling van beroemde relikwieën. Hierachter reden hoge geesteliken in hun purperen<br />

en scharlaken kleding en met juwelen bezette versierselen, een grootse, schitterende<br />

vertoning.<br />

“De hostie werd door de bisschop van Parijs onder een prachtige hemel gedragen, door<br />

vier prinsen van den bloede ondersteund. . . . Achter de hostie liep de koning. . . . Frans I.<br />

droeg die dag geen kroon of koninklik kleed.” ” Blootschoofds, met neergeslagen ogen, en<br />

met een brandende kaars in de hand,” verscheen de koning van Frankrijk in het openbaar<br />

“als een boeteling.” Bij ieder altaar boog hij zich in verootmoediging neder, niet voor de<br />

zonden, die zijn ziel besmetten, noch ook voor het onschuldige bloed, dat zijn handen<br />

bezoedeld had, maar voor de gruwelike overtreding van zijn onderdanen, die de mis hadden<br />

durven veroordelen. Na hem volgden de koningin en de hoge beambten van de staat,<br />

eveneens paarsgewijze, en elk met een brandende fakkel.<br />

Als een deel van de diensten van de dag sprak de vorst zelf de hoge ambtenaren van het<br />

rijk toe in de grote zaal van het bisschoppelik paleis. Met een bekommerd gelaat verscheen<br />

hij v——r hen, en betreurde in treffende, welsprekende bewoordingen de “misdaad, de<br />

laster, de dag van smart en schande,” die over het volk gekomen was. Hij riep ieder getrouw<br />

onderdaan op, om mede te helpen <strong>tot</strong> uitroeiing van deze verderfelike ketterijen, die<br />

Frankrijk met de ondergang bedreigden. “Zo waar, Heren, als ik uw koning ben,” sprak hij,<br />

“indien ik wist, dat een van mijn eigen ledematen bevlekt of aangestoken was met dit<br />

verachtelik bederf, ik zou het u geven om het af te houwen. ... En verder, indien ik een van<br />

mijn kinderen er mede bezoedeld zag, ik zou hem niet sparen. . . . Zelf zou ik hem<br />

overgeven, en aan God opofferen.” Tranen verstikten zijn stem, de gehele vergadering<br />

weende, en riep als uit één mond; “We willen leven en sterven voor het Katholieke geloof.”<br />

Schrikkelik was de duisternis geworden van het volk, dat het licht van de waarheid<br />

verworpen had. “De zaligmakende genade” was verschenen; maar Frankrijk had zich<br />

afgekeerd, en de duisternis verkoren boven het licht, en dat na de kracht en heiligheid ervan<br />

te hebben aanschouwd, nadat duizenden aangetrokken waren geweest door de Goddelike<br />

schoonheid ervan, en steden en dorpen door zijn glans waren verlicht. Ze hadden de hemelse<br />

gave geweigerd, toen die hun werd aangeboden. Ze hadden kwaad goed, en goed kwaad<br />

genoemd, <strong>tot</strong>dat ze de slachtoffers waren geworden van hun eigenwillig zelfbedrog. Zelfs al<br />

geloofden ze nu wezenlik, dat ze Gode een dienst bewezen door Zijn volk te vervolgen,<br />

deed hun oprechtheid hun schuld toch niet weg. Ze hadden het licht eigenwillig verworpen,<br />

dat hen voor verleiding zou bewaard hebben, en hun zielen voor de smet van bloedschuld<br />

behoed.<br />

157

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!