21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

maar om te horen de woorden des Heren. En ze zullen zwerven van zee <strong>tot</strong> zee, en van het<br />

noorden <strong>tot</strong> het oosten; ze zullen omlopen om het woord des Heren te zoeken, maar zullen<br />

het niet vinden.”<br />

Het volk van God zal niet vrij zijn van lijden; maar terwijl ze vervolgd en benauwd<br />

worden, terwijl ze gebrek verduren en honger lijden, zal God hen niet laten vergaan. Die<br />

God, die voor Elia zorgde, zal niet één van Zijn zelfopofferende kinderen voorbijgaan. Hij,<br />

die de haren van bun hoofd telt, zal voor hen zorgen, en in tijden van hongersnood zullen ze<br />

verzadigd worden. Terwijl de goddelozen van honger en pest omkomen, zullen engelen de<br />

rechtvaardigen beschermen, en in hun behoeften voorzien. Voor hem, die “in gerechtigheid<br />

wandelt,” is de belofte: “Zijn brood wordt hem gegeven, zijn wateren zijn gewis.” “Wanneer<br />

de ellendigen en nooddruftigen water zoeken, maar er is geen, en hun tong van dorst<br />

versmacht, zal Ik, de Heer, hen verhoren, Ik, de God Israëls, zal hen niet verlaten.”<br />

“Alhoewel de vijgeboom niet bloeien zal, en geen vrucht aan de wijnstok zijn zal, dat het<br />

werk van de olijfboom liegen zal, en de velden geen spijze voortbrengen, dat men de kudde<br />

uit de kooi afscheuren zal, en dat er geen rund in de stallingen wezen zal;” nochtans zullen<br />

zij, die Hem vrezen, “van vreugde opspringen in de Heer, en zich verheugen in de God van<br />

hun heil.”<br />

“De Heer is uw bewaarder, de Heer is uw schaduw aan uw rechterhand. De zon zal u des<br />

daags niet steken, noch de maan des nachts. De Heer zal u bewaren van alle kwaad; uw ziel<br />

zal Hij bewaren.”<br />

“Hij zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelike pestilentie.<br />

Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult ge betrouwen; Zijn waarheid<br />

is een rondas en beukelaar. Ge zult niet vrezen voor de schrik van de nacht, voor de pijl, die<br />

des daags vliegt; voor de pestilentie, die in de donkerheid wandelt; voor het verderf, dat op<br />

de middag verwoest. Aan uw zijden zullen er duizend vallen en tien duizend aan uw<br />

rechterhand; <strong>tot</strong> u zal het niet genaken. Alleenlik zult ge het met uw ogen aanschouwen; en<br />

ge zult de vergelding van de goddelozen zien. Want Gij, Heer! zijt mijn Toevlucht! De<br />

Allerhoogste hebt ge gesteld <strong>tot</strong> uw vertrek; u zal geen kwaad wedervaren, en geen plage zal<br />

uw tent naderen.”<br />

Desniettemin zal het de mensen toeschijnen, alsof het volk Gods hun getuigenis binnen<br />

kort met hun bloed zal moeten bezegelen, gelijk de martelaren dat v——r hen hebben<br />

gedaan. Zijzelven beginnen te vrezen, dat de Heer hen verlaten heeft, en ze in de handen van<br />

hun vijanden zullen vallen. Het is een tijd van vreselike angst. Dag en nacht roepen ze <strong>tot</strong><br />

God om verlossing. De goddelozen maken zich vrolik, en de spottende uitroep wordt<br />

gehoord: “Waar is nu uw geloof? Waarom verlost God u niet uit onze handen, indien ge<br />

waarlik Zijn volk zijt?”—Doch de wachtenden gedenken aan Jezus, stervende op het kruis<br />

van Golgotha, en de overpriesters en overheden, spottende uitroepend: “Anderen heeft Hij<br />

verlost, Hij kan Zichzelf niet verlossen. Indien Hij de Koning van Israël is, dat Hij nu<br />

444

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!