21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

worden,— om door de genade Gods karakters te vormen, die in overeenstemming zijn met<br />

de grondbeginselen van Zijn heilige wet. Dit is heiligmaking volgens de Bijbel.<br />

Dit werk kan slechts door het geloof in Christus, door de kracht van de inwonende Geest<br />

Gods geschieden. Paulus vermaant de gelovigen: “Werkt uw eigen zaligheid met vreze en<br />

beven. Want het is God, die in u werkt, beide het willen en het werken, naar Zijn<br />

welbehagen.” De Christen zal de drang van de zonde voelen, maar zal er voortdurend tegen<br />

strijden. Het is hier, waar de hulp van Christus nodig is. Menselike zwakheid wordt met<br />

Goddelike kracht verbonden, en het geloof roept uit: “Gode zij dank, die ons de<br />

overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus.” De Schrift toont duidelik aan, dat het<br />

werk van de heiligmaking voortstrevend is. Wanneer de zondaar uit kracht van zijn bekering<br />

vrede met God vindt door het bloed van de verzoening, dan is het Christelike leven pas<br />

begonnen. Hij moet nu “<strong>tot</strong> de volmaaktheid voortvaren;” om op te wassen “<strong>tot</strong> de mate van<br />

de grootte van de volheid van Christus.” De apostel Paulus zegt: “Maar één ding doe ik,<br />

vergetende hetgeen achter is, en strekkende mij <strong>tot</strong> hetgeen v——r is, jaag ik naar het wit,<br />

<strong>tot</strong> de prijs van de roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.” En Petrus stelt ons de<br />

trappen voor, langs welke de heiligmaking van de Bijbel verkregen kan worden: “En gij, <strong>tot</strong><br />

hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd; en bij de deugd<br />

kennis; en bij de kennis matigheid; en bij de matigheid lijdzaamheid; en bij de lijdzaamheid<br />

godzaligheid; en bij de godzaligheid broederlike liefde, en bij de broederlike liefde liefde<br />

jegens allen . . . want dat doende zult ge nimmermeer struikelen.”<br />

Wie de heiligmaking van de Bijbel bij ondervinding hebben, zullen een geest van<br />

ootmoedigheid openbaren. Gelijk Mozes hebben ze iets aanschouwd van de ontzettende<br />

majesteit der heiligheid, en zien hun eigen onwaardigheid in tegenstelling van de reinheid en<br />

de verheven volmaaktheid van de Oneindige. De profeet Daniël was een voorbeeld van ware<br />

heiliging. Zijn lange leven was een eervol dienen van Zijn Meester. Hij was “een zeer<br />

gewenste man”1 in de hemel. Toch vereenzelvigde deze geëerde profeet zich met de<br />

wezenlik zondigen in Israël, in plaats van er zich op te laten voorstaan, dat hij rein en heilig<br />

was, toen hij ten behoeve van zijn volk v——r God pleitte: “Wij werpen onze smekingen<br />

voor Uw aangezicht niet neder op onze gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die<br />

groot zijn.” “We hebben gezondigd, we zijn Fil. 2:12, 13. 1 Kor. 15:57 ; Fil. 3:13, 14.; 2<br />

Petrus 1:5-10. Dan. 10:11. goddeloos geweest.” Hij zegt: “Als ik nog sprak, en bad, en<br />

beleed mijn zonde, en de zonde van mijn volk.” En toen Gods Zoon later verscheen om hem<br />

te onderrichten, zegt Daniël: “Mijn sierlikheid werd aan mij veranderd in een verderving,<br />

zodat ik geen kracht behield.”<br />

Toen Job de stem des Heren hoorde in de wervelwind, riep hij uit: “Daarom verfoei ik<br />

mij, en heb berouw in stof en as.” Het was toen Jesaja de heerlikheid des Heren zag, en de<br />

serafs hoorde roepen: “Heilig, heilig, heilig is de Heer der heirscharen,” dat hij uitriep:<br />

“Wee mij, want ik verga.” Paulus spreekt van zichzelf, nadat hij opgetrokken geweest was<br />

in de derde hemel, en onuitsprekelike woorden gehoord had, die het een mens niet<br />

329

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!