21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

Hoofdstuk 23 — Wat is het Heiligdom?<br />

De tekst, die boven alle andere de hoeksteen en voor- naamste steunpilaar van het<br />

Advent-geloof had uitgemaakt, was de verklaring: “Tot twee duizend en drie honderd<br />

avonden en morgens, dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden.” Dit waren woorden,<br />

waarmede alle gelovigen in de spoedige wederkomst van de Heer zeer vertrouwd waren. Op<br />

duizenden lippen leefde deze voorzegging als het wachtwoord van hun geloof. Allen gev—<br />

elden, dat hun heerlikste verwachtingen en best gekoesterde hoop afhingen van de<br />

gebeurtenissen, die daarin voorspeld werden. Er was aangetoond, dat deze profetiese dagen<br />

in de herfst van 1844 zouden eindigen. Tezamen met de rest van de Christenwereld<br />

geloofden de Adventisten toen, dat de aarde, of een deel ervan, het heiligdom was. Ze<br />

verstonden, dat de rechtvaardiging van het heiligdom de loutering van de aarde door het<br />

vuur van de laatste, grote dag was, en dat die gebeurtenis bij de wederkomst van de Heer<br />

zou plaats vinden. <strong>Van</strong>daar dat ze <strong>tot</strong> het besluit kwamen, dat Christus in 1844 naar de aarde<br />

zou terugkeren.<br />

Maar de vastgestelde tijd was verstreken, en de Heer was niet verschenen. De gelovigen<br />

wisten, dat Gods woord niet kon feilen; er moest een vergissing zijn in hun verklaring van<br />

de profetie; maar waar lag de fout ? Velen hakten ijlings de knoop door door te ontkennen,<br />

dat de 2300 dagen in 1844 eindigden. Hiervoor kon geen reden aangegeven worden,<br />

behalve dat Christus niet gekomen was op de tijd, waarop ze Hem verwacht hadden. Ze<br />

beweerden, dat, indien de profetiese dagen in 1844 geëindigd waren, Christus op die tijd<br />

teruggekeerd zou zijn om het heiligdom te rechtvaardigen door de loutering van de aarde<br />

door vuur; en dat de dagen dus niet geëindigd konden zijn, omdat Hij niet gekomen was.<br />

Deze gevolgtrekking aan te nemen, betekende, van de vorige berekening van de<br />

profetiese tijdperken af te zien. Er was bevonden, dat de 2300 dagen begonnen waren, toen<br />

het bevel van Arthaxerxes om Jeruzalem te herstellen en op te bouwen, in de herfst van 457<br />

v. C., van kracht werd. Dit <strong>tot</strong> uitgangspunt nemende, was er volkomen overeenstemming in<br />

de toepassing van al de gebeurtenissen, in de verklaring van dat tijdperk van Dan. 9:25-27<br />

voorspeld. Negen en zestig weken, de eerste 483 van de 2300 jaren, moesten <strong>tot</strong> aan de<br />

Messias, de Gezalfde, reiken; en de doop van Christus en Zijn zalving door de Heilige Geest<br />

in 27 n. C. klopten volkomen met die berekening. In het midden van de zeventigste week<br />

zou de Messias uitgeroeid worden. Drie en een half jaar na Zijn doop werd Christus gekruist,<br />

in de lente van 31 n. C. De zeventig weken, of 490 jaren, behoorden in het biezonder aan de<br />

Joden. Aan het einde van dat tijdperk verzegelde het volk Zijn verwerping van de Christus<br />

door de vervolging van Zijn discipelen, en keerden de apostelen zich <strong>tot</strong> de Heidenen, 34<br />

jaren n. C. Daar de eerste 490 jaren van de 2300 toen geëindigd waren, bleven er 1810 jaren<br />

over. <strong>Van</strong> 34 n. C. strekken 1810 jaren <strong>tot</strong> 1844. “Dan,” zei de engel, “zal het heiligdom<br />

gerechtvaardigd worden.” Al de voorafgaande kenmerken van de profetie waren<br />

onbetwistbaar vervuld geworden op de vastgestelde tijd.<br />

287

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!