21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

het verkondigden. De weg, die de geestelikheid insloeg, van hen van de preekstoel af te<br />

veroordelen, deed de elementen van duisternis, onkunde en goddeloosheid ontwaken.<br />

Herhaalde malen ontsnapte John Wesley aan de dood door een wonder van Gods genade.<br />

Toen de woede van het gepeupel tegen hem gaande was gemaakt, en er geen weg open<br />

scheen om te ontkomen, verscheen er een engel in mensegedaante aan zijn zijde, deinsde het<br />

volk terug, en kwam de dienstknecht van Christus in veiligheid weg van de plaats van het<br />

gevaar.<br />

Over zijn verlossing van het woedende volk bij een van die gelegenheden zei Wesley:<br />

“Velen trachtten me neer te werpen,terwijl we over een glibberig pad de heuvel afgingen<br />

naar de stad ; daar ze goed verstonden, dat, wanneer ik eenmaal op de grond lag, ik<br />

ternauwernood weer op zou staan. Maar ik struikelde in het geheel niet, deed zelfs geen<br />

verkeerde voetstap, <strong>tot</strong>dat ik geheel en al uit hun handen was. . . . Ofschoon er velen me bij<br />

mijn kraag of klederen trachtten beet te krijgen om me neer te trekken, konden ze me in het<br />

geheel niet vast krijgen. Eén slechts was er, die de flap van mijn vest beetkreeg, en die bleef<br />

gauw in zijn hand achter; de andere flap, in de zak waarvan een banknoot zat, werd maar<br />

half afgetrokken. . . . Een krachtige man, die juist achter me liep, sloeg me verscheidene<br />

malen met een grote eikehouten stok, die hem verdere moeite bespaard zou hebben, als hij<br />

me slechts eenmaal op het achterhoofd geraakt had! Maar iedere maal werd de slag<br />

afgeweerd, ik weet niet hoe; want ik kon me rechts noch links omdraaien. . . . Een ander<br />

kwam door het gedrang heen geijld, hief zijn arm op om te slaan, liet hem plotseling vallen,<br />

en streek me alleen over het hoofd met de woorden: ‘Welk zacht haar heeft hij !’ . . . De<br />

allereerste mannen, die <strong>tot</strong> inkeer kwamen, waren de helden van de stad, de leiders van het<br />

gepeupel bij alle gelegenheden, één van wie zelfs prijsvechter in de diergaarde geweest<br />

was. . . .<br />

“Hoe geleidelik bereidt God ons voor op wat Hij met ons van plan is! Twee jaren<br />

geleden vloog een stuk baksteen juist langs mijn schouder voorbij. Het was een jaar daarna,<br />

dat een steen me tussen de ogen trof. Verleden maand kreeg ik één slag, en heden avond<br />

twee: één v——r we de stad inkwamen, en één, nadat we die verlaten hadden; beide echter<br />

betekenden niets, want ofschoon een man me met al zijn macht op de borst sloeg, en een<br />

ander op de mond met zoveel geweld, dat het bloed er onmiddellik uitgutste, voelde ik van<br />

geen van de beide slagen meer pijn, dan als ze me met een strootje hadden aangeraakt.”<br />

De Methodisten uit die eerste tijd — het volk zowel als de predikers — verdroegen<br />

bespotting en vervolging, zowel van leden van de kerk als van de openlik ongodsdienstigen,<br />

die door hun verkeerde voorstellingen opgeruid werden. Ze werden voor gerechtshoven<br />

gedaagd — en dat slechts gerechts- hoven in naam, want er werd in de hoven van die dagen<br />

weinig recht gedaan. Dikwels leden ze geweld van hun vervolgers. Het gepeupel ging van<br />

huis <strong>tot</strong> huis, vernielde meubels en goederen, plunderde wat ze verkozen, en deed mannen,<br />

vrouwen en kinderen de grofste beledigingen aan. Bij sommige gelegenheden werden er<br />

publieke kennisgevingen aangeplakt, degenen, die wensten mee te doen aan het ingooien<br />

179

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!