21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

Bij zijn herroeping had Jérome in de rechtvaardigheid van het vonnis, dat Huss getroffen<br />

had, toegestemd; nu sprak hij zijn berouw daarover uit, en getuigde van de onschuld en<br />

heiligheid van de martelaar. “Ik heb Johannes Huss gekend van zijn kindsheid af,” zei hij.<br />

“Hij was een alleruitste- kendst mens, rechtvaardig en heilig; hij is veroordeeld geworden<br />

ondanks zijn onschuld. ... Ik ook — ik ben bereid te sterven. Ik zal niet terugschrikken voor<br />

de martelingen, die me bereid zijn door mijn vijanden, en de valse getuigen, welke eenmaal<br />

rekenschap zullen moeten geven van hun verzinselen aan de grote God, wie niemand<br />

bedriegen kan.”<br />

Met zelfverwijt over zijn eigen ontkenning van de waarheid, vervolgde Jérome: “<strong>Van</strong> al<br />

de zonden, die ik sinds mijn kindsheid heb bedreven, weegt er geen zo zwaar op mij, en<br />

veroorzaakt er geen zulk vlijmend berouw, als die ik bedreven heb op deze noodlottige plek,<br />

toen ik het onrechtvaardige vonnis over Wycliffe en de heilige martelaar,Johannes<br />

Huss,mijn meester en mijn vriend,uitgesproken, heb goedgekeurd. Ja, ik belijd het van<br />

ganser harte; en verklaar met afschuw, dat ik schandelik de moed verloor, toen ik door angst<br />

voor de dood hun leerstellingen veroordeelde. Daarom smeek ik . . . de Almachtige God, mij<br />

genadig mijn zonden te vergeven, en in het biezonder deze ene, de gruwelikste van alle.” Op<br />

zijn rechters wijzende, sprak hij met vaste stem: “Gij hebt Wycliffe en Huss veroordeeld,<br />

niet omdat ze de leerstellingen van de kerk schokten, maar eenvoudig omdat ze de<br />

schanddaden van de geestelikheid door afkeuring brandmerkten,— hun praal, hun trots, en<br />

al de misdaden van de prelaten en priesters. De dingen, die zij verklaard hebben, en die niet<br />

te ontkennen zijn, denk en verklaar ik zowel als zij.”<br />

Hier werd hij in de rede gevallen. De prelaten riepen, bevend van woede: “Hebben we<br />

nog verder bewijs nodig?” “We zien voor onze ogen de hardnekkigste van alle ketters.” De<br />

storm niet achtend riep Jérome uit: “Hoe! denkt ge, dat ik bang ben om te sterven? Ge hebt<br />

me een gans jaar lang in een vreselike kerker, schrikkeliker dan de dood zelf, gevangen<br />

gehouden. Ge hebt me met meer wreedheid behandeld dan een Turk, Jood, of Heiden, en<br />

mijn vlees is letterlik van mijn beenderen afgerot; en toch klaag ik niet, want klachten<br />

passen geen man, die moed heeft; maar ik kan niet anders dan mijn verwondering te kennen<br />

geven over zulk een grote barbaarsheid, die men een Christen aandoet.”<br />

Wederom brak de storm van woede los, en Jérome werd in aller ijl naar de gevangenis<br />

teruggevoerd. Toch waren er sommigen in de vergadering, op wie zijn woorden een diepe<br />

indruk gemaakt hadden, en die zijn leven wensten te sparen. Hij werd door hoge geesteliken<br />

van de kerk bezocht, en aangemaand om zich aan het koncilie te onderwerpen. De<br />

schitterendste voorstellen van beloning werden hem gedaan, indien hij wilde afzien van zijn<br />

verzet tegen Rome. Maar gelijk zijn Meester, toen Hem de heerlikheid van de wereld werd<br />

aangeboden, bleef Jérome standvastig.<br />

“Bewijst me uit de Heilige Schriften, dat ik dwaal,” zei hij, “en ik zal afzweren.”<br />

74

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!