21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

waarop deze schriftuurplaatsen heenwijzen, is niet die, welke aan Adam werd aangekondigd,<br />

want alle mensen lijden de straf van zijn overtreding. Het is “de tweede dood,” die<br />

tegenover het eeuwige leven wordt gesteld.<br />

Als gevolg van Adams zonde is de dood <strong>tot</strong> het gehele mensegeslacht doorgegaan. Allen<br />

tezamen gaan ze ten grave. En ten gevolge van de bepalingen van het heilsplan zullen allen<br />

weder uit hun graven worden voortgebracht. “Er zal een opstanding van de doden wezen,<br />

beide van de rechtvaardigen en van de onrechtvaardigen;” “want gelijkerwijs ze allen in<br />

Adam sterven, alzo zullen ze ook in Christus allen levend gemaakt worden.” Maar er wordt<br />

onderscheid gemaakt tussen de twee klassen, die uit de graven zullen worden voortgebracht.<br />

“Allen, die in de graven zijn, zullen Zijn stem horen; en zullen uitgaan, die het goede<br />

gedaan hebben, <strong>tot</strong> de opstanding van het leven, en die het kwade gedaan hebben, <strong>tot</strong> de.<br />

opstanding van de verdoemenis.” Zij, die “waardig geacht” zijn om deel te hebben aan de<br />

opstanding van het leven, zijn “zalig en heilig.” “Over dezen heeft de tweede dood geen<br />

macht.”<br />

Maar zij, die zich niet door berouw en geloof van vergiffenis verzekerd hebben, moeten<br />

de straf van hun overtreding,—“de bezoldiging van de zonde,“—dragen. Ze lijden straf,<br />

verschillend in duur en hevigheid, “naar hun werken,” maar die ten slotte op de tweede dood<br />

uitloopt. Daar het Gode in Zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid onmogelik is om de<br />

zondaar in zijn zonden te redden, ontneemt Hij hem het bestaan, dat zijn overtredingen<br />

hebben verbeurd, en dat hij zich onwaardig betoond heeft. Een van de gewijde schrijvers<br />

zegt: “Nog een weinig, en de goddeloze zal er niet zijn, en ge zult acht nemen op zijn plaats,<br />

maar hij zal er niet wezen.” En een ander verklaart: “Ze zullen zijn, alsof ze er niet geweest<br />

waren.” Met schande bedekt verzinken ze in hopeloze, eeuwige vergetelheid.<br />

Aldus zal er een einde gemaakt worden aan de zonde, met al het wee en de verwoesting,<br />

die eruit ontstaan zijn. De psalmist zegt: “Gij hebt de goddelozen verdaan, hun naam<br />

uitgedelgd <strong>tot</strong> in eeuwigheid en altoos. O vijand, zijn de verwoestingen in eeuwigheid?”<br />

Wanneer Johannes in de Openbaring vooruitblikt op de eeuwige staat, hoort hij van het<br />

ganse heelal een lofzang oprijzen, waarin geen enkele wanklank zich mengt. Hij hoorde<br />

ieder schepsel in de hemel en op de aarde Gode heerlikheid toebrengen. Dan zullen er geen<br />

verloren zielen zijn, die God lasteren, terwijl ze gefolterd worden door nimmer eindigende<br />

pijniging; geen ellendige wezens in de hel zullen hun gekerm mengen met de liederen van<br />

de gezaligden.<br />

Op de dwaling van de natuurlike onsterfelikheid als grondslag berust de leer van het<br />

bewustzijn in de dood,— welke leer, even als die van de eeuwigheid van de straf, tegen het<br />

onderwijs van de Schrift, de stem van de rede, en ons menselik gevoel ingaat. Volgens het<br />

algemeen aangenomen geloof dragen de verlosten in de hemel kennis aan alles, wat op<br />

aarde plaats heeft, en in het biezonder aan het leven van de vrienden, die ze achtergelaten<br />

hebben. Maar hoe zou het een bron van geluk voor de doden kunnen wezen, op de hoogte te<br />

382

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!