21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

Hij vond in zijn vroeger geloof geen verzekering van geluk-zaligheid na de dood. De<br />

toekomst was donker en somber. Later zei hij, doelende op zijn gevoelens in die tijd:<br />

“Vernietiging was een koude en kille gedachte, en verant- woordelik gesteld te worden,<br />

betekende zekere ondergang voor allen. De hemelen waren als koper boven mijn hoofd, en<br />

de aarde als ijzer onder mijn voeten. Eeuwigheid — wat was dat? En dood — waarom<br />

bestond die? Hoe meer ik redeneerde, des te minder bewijs vond ik; hoe meer ik dacht, des<br />

to meer verward waren mijn gevolgtrek kingen. Ik trachtte niet meer te denken, maar kon<br />

mijn gedachten niet aan banden leggen. Ik was wezenlik ellendig, maar kon er de oorzaak<br />

niet van verstaan. Ik morde en klaagde, maar wist niet over wie. Ik begreep, dat er iets<br />

verkeerd was, maar zag niet in, waar of hoe het rechte te vinden. Ik treurde, doch zonder<br />

hoop.”<br />

Enige maanden lang verkeerde hij in die toestand. “Plotseling,” zegt hij, “werd het<br />

karakter van een Heiland mij levendig voor de geest gesteld. Het kwam me voor, dat er een<br />

wezen zou kunnen zijn, z— goed en medelijdend, dat het zelf voor onze overtredingen zou<br />

kunnen boeten, en ons daardoor redden van de straf op de zonde. Ik gevoelde onmid- dellik,<br />

hoe liefelik zulk een wezen zijn moest, en stelde mij voor, dat ik me in de armen van zulk<br />

Eén zou kunnen werpen, en op Zijn genade vertrouwen. Maar de vraag deed zich op: Hoe<br />

kan er bewezen worden, dat er zulk een wezen bestaat? Behalve in de Bijbel bevond ik, dat<br />

ik geen bewijs kon krijgen voor het bestaan van zulk een Heiland, of zelfs van een<br />

toekomstige staat. . . .<br />

“Ik zag, dat de Bijbel juist zulk een Heiland, als ik nodig had, openbaarde; en de vraag<br />

rees in me op, hoe een boek, dat- niet door ingeving geschreven was, beginselen kon<br />

uitwerken, die zo volkomen geschikt waren voor de behoeften van een gevallen wereld. Ik<br />

was gedwongen toe te geven, dat de Schriften een openbaring Gods moesten zijn. Ze<br />

werden mijn verlustiging; en in Jezus vond ik een vriend. De Heiland droeg voor mij de<br />

banier boven tien duizend; en de Schrift, die me eerst donker en vol tegenstrijdigheid<br />

geweest was, werd nu een lamp voor mijn voet, en een licht op mijn pad. Mijn hart kwam<br />

<strong>tot</strong> stilte en was bevredigd. Ik bevond, dat de Here God een Rots is in het midden van de<br />

oceaan van het leven. De Bijbel werd nu mijn voornaamste studie, en ik kan met waarheid<br />

getuigen, dat ik hem met groot genot onderzocht. Ik bevond, dat de helft me nooit was<br />

aangezegd. Ik verwonderde me, waarom ik zijn schoonheid en heerlikheid niet vroeger had<br />

gezien, en was verbaasd, dat ik hem ooit had kunnen verwerpen. Ik vond er alles in, wat<br />

mijn hart be- geren kon, en een geneesmiddel voor iedere ziekte van de ziel. Ik verloor alle<br />

smaak voor andere lektuur, en schikte mijn hart, om wijsheid van God te verkrijgen.”<br />

Miller beleed nu in het openbaar zijn geloof in de godsdienst, die hij veracht had. Maar<br />

het duurde niet lang, eer zijn ongelovige vrienden al die bewijsgronden opbrachten, welke<br />

hijzelf zo menigmaal had aangevoerd tegen het Goddelik gezag van de Schrift. Hij was toen<br />

niet gereed om ze te beantwoorden: maar hij redeneerde dat, indien de Bijbel een<br />

openbaring van God was, hij met zichzelf moest overeenstemmen ; en dat, daar hij <strong>tot</strong> lering<br />

220

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!