21.04.2023 Views

Van Monarchie tot Anarchie

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

En toch, den vreemden regel der ongerijmd- heden volgende, die altijd in zulke gevallen heerscht, scheen de tijd, terwijl hij aldus voorbijsnelde, lang te vallen.... gevangenissen, met menschen opgevuld, die geene misdaad begaan hadden en geen gehoor konden vinden; deze dingen werden de bepaal- de orde en de gewone loop der dingen, en sche- nen door aloud gebruik gewettigd te zijn, eer ze vele weken in zwang waren. Vooral werd er éene afgrijselijke gestalte even gemeenzaam alsof die sedert de schepping der wereld onder de oogen der menschen ware geweest, — de gestalte van de scherpe vrouw, La Guillotine geheeten. Die maakte het algemeen onderwerp uit van allerlei grappen: ze was het beste gomeeamid- del tegen hoofdpijn; ze belette onfeilbaar dat men grijs haar kreeg; ze verleende eene eigenaardige bleekheid aan de gelaatskleur; ze was het nationale scheermes, dat nooit stomp werd; hij, die la Guillotine kuste, keek door het ven- stertje en niesde in den zak. Zij was het teeken van de wedergeboorte van den mensch. Ze had het Kruis vervangen. Modellen er van werden op de borst gedragen, waarvan het Kruis gebannen werd, en men boog voor haar en men geloofde aan haar, terwijl men het Kruis ver- loochende. Het werktuig schoor zoovele hoofden af‚ dat het zelf, zoowel als de grond, dien het bezoe delde, geheel rood geverfd werd. Men nam het uit elkaar als een stuk speelgoed voor een jongen Duivel en zette het weer op, als de gelegenheid gunstig was. Het deed den welsprekende zwijgen; het velde den machtige neder; het vernietigde al wat schoon en goed was…

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Van</strong> <strong>Monarchie</strong> <strong>tot</strong> <strong>Anarchie</strong><br />

Tot dusverre is iedere bepaling van de profetie treffend vervuld; en het begin van de<br />

zeventig weken wordt zonder bezwaar in het jaar 457 v. C., het einde ervan in 34 n. C.<br />

vastgesteld. <strong>Van</strong> die datum af rekenende, bestaat er geen moeilikheid om het einde van de<br />

2300 dagen te vinden. Als de zeventig weken — 490 dagen — afgesneden moesten worden<br />

van de 2300, dan bleven er 1810 dagen over. Aan het einde van de 490 dagen moesten de<br />

1810 dagen nog vervuld worden. <strong>Van</strong> 34 n. C. af rekenende brengen 1810 jaren ons <strong>tot</strong> het<br />

jaar 1844. Bijgevolg eindigde de 2300 dagen van Dan. 8:14 in 1844. Bij het sluiten van dit<br />

grote profetiese tijdperk zal, volgens de uitspraak van de engel Gods, “het heiligdom<br />

gerechtvaardigd worden.” Aldus werd de tijd voor de rechtvaardiging (d. i. reiniging) van<br />

het heiligdom — waarvan men bijna algemeen geloofde, dat het plaats zou hebben bij de<br />

wederkomst — beslist aangewezen.<br />

Miller en zijn metgezellen geloofden in het begin, dat de 2300 dagen eindigen zouden in<br />

de lente van 1844, terwijl de profetie op de herfst van dat jaar wijst. De verkeerde opvatting<br />

van dit punt veroorzaakte teleurstelling en verslagenheid aan degenen, die de<br />

vroegere datum hadden vastgesteld als zijnde de tijd voor de komst des Heren. Toch deed<br />

dit niets af van de kracht van de redenering, volgens welke aangetoond werd, dat de 2300<br />

dagen in het jaar 1844 eindigden, en dat de grote gebeurtenis, door de reiniging van het<br />

heiligdom voorgesteld, dan moest plaats vinden. Miller had, toen hij met het onderzoek van<br />

de Schriften begon, met het doel om te bewijzen, dat ze een openbaring van God waren,<br />

eerst in het minst niet verwacht dat hij <strong>tot</strong> het besluit zou komen, waartoe hij nu was geraakt.<br />

Hij kon zelf de uitkomsten van zijn onderzoek bijna niet geloven. Maar het bewijs in de<br />

Schrift was te duidelik en te krachtig om ontkend te kunnen worden.<br />

Hij had twee jaren aan de studie van de Bijbel gewijd, toen hij in 1818 <strong>tot</strong> de ernstige<br />

overtuiging kwam,dat Christus in omtrent vijf en twintig jaren zou verschijnen om Zijn volk<br />

te verlossen. “Ik behoef niet te spreken,” zegt Miller, “van de vreugde, die mijn hart<br />

vervulde over dat heerlike vooruitzicht, noch ook van het vurig verlangen van mijn ziel, om<br />

deel te hebben aan de gelukzaligheid van de verlosten. De Bijbel was me nu een nieuw boek.<br />

Hij was inderdaad een genot voor mijn geest; alles wat me donker, geheimzinnig, of<br />

verborgen was geweest in zijn leer, was voor mijn geestesoog verdreven door de heldere<br />

glans, die me nu uit zijn heilige bladen tegenblonk; en o, hoe liefelik en heerlik deed de<br />

waarheid zich voor! Al de tegenstellingen en onbestaanbaarheden, die ik tevoren in het<br />

Woord gevonden had, waren verdwenen; en ofschoon er veel gedeelten waren, waarvan ik<br />

niet wist, of ik ze wel volkomen verstond, toch was er zoveel licht uit opgegaan <strong>tot</strong><br />

verheldering van mijn tevoren verduisterd ver- stand, dat ik een vreugde ondervond bij het<br />

bestuderen van de Schriften, als ik vroeger niet had kunnen denken, dat uit hun leer kon<br />

worden geput.”<br />

“In de heilige overtuiging, dat de Schriften de vervulling van zulke gewichtige<br />

gebeurtenissen binnen zulk een korte tijd voorspelden, drong de vraag zich met kracht en<br />

geweld aan me op, wat mijn plicht was tegenover de wereld betreffende het getuigenis, dat<br />

229

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!