01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

waarde. Integendeel, elk van beide partijen geeft steeds een kleinere voor een grotere waarde. . .<br />

Zou men inderdaad steeds gelijke waarden tegen elkaar ruilen, dan zou geen der partijen er iets<br />

bij kunnen winnen. Beiden winnen er echter bij of behoren er althans bij te winnen. Waarom?<br />

Omdat de dingen slechts waarde bezitten met betrekking tot onze behoeften. Wat voor de één<br />

meer is, is voor de ander minder en omgekeerd. . . <strong>Het</strong> zijn niet de voor onze consumptie onontbeerlijke<br />

dingen die wij te koop aanbieden. . . We willen een ding leveren, dat voor ons zonder<br />

nut is ten einde een ding te krijgen, dat voor ons noodzakelijk is; wij zullen minder voor meer<br />

geven. . . <strong>Het</strong> was begrijpelijk dat men meende dat bij de ruil gelijke waarde tegen gelijke waarde<br />

werd gegeven, wanneer beide geruilde zaken in waar gelijk waren aan dezelfde hoeveelheid geld.<br />

. . Maar men moet nog met iets anders rekening houden: ruilen we beiden niet iets overvloedigs<br />

tegen iets noodzakelijks?’[21] We zien hoe Condillac niet slechts gebruiks- en ruilwaarde door<br />

elkaar gooit, maar op een waarlijk kinderlijke wijze aan een maatschappij met een ontwikkelde<br />

warenproductie toestanden toeschrijft, waarbij de producent zelf zijn bestaansmiddelen produceert<br />

en slechts het overschot boven zijn behoefte, het overvloedige, in de circulatie brengt.[22]<br />

Desondanks vinden we het argument van Condillac vaak bij de moderne economen terug, vooral<br />

als het er om gaat de ontwikkelde gedaante van de warenruil, de handel, voor te stellen als de<br />

productieve bron van meerwaarde. ‘De handel,’ zo zegt men bijvoorbeeld, ‘voegt waarde aan de<br />

producten toe, want dezelfde producten bezitten in handen van de consumenten een grotere<br />

waarde dan in handen van de producenten en de handel moet dus beslist beschouwd worden als<br />

een productieve handeling.’[23] Maar de waren worden niet twee keer betaald, de ene keer hun<br />

gebruikswaarde en de andere keer hun waarde. En wanneer de gebruikswaarde van de waar voor<br />

de koper meer nut bezit dan voor de verkoper, dan bezit de geldvorm van de waar voor de verkoper<br />

meer nut dan voor de koper. Zou hij de waar anders verkopen? En men zou dus even goed<br />

kunnen zeggen dat de koper ‘beslist’ een ‘productieve handeling’ verricht als hij bijvoorbeeld de<br />

kousen van de koopman in geld omzet.<br />

Wanneer waren, of geld en waren, van gelijke waarde, kortom equivalenten geruild worden, dan<br />

wordt kennelijk niet meer waarde aan de circulatie onttrokken dan er in werd gebracht. Er vindt<br />

dan geen vorming van meerwaarde plaats. In de zuivere vorm eist het circulatieproces van de waren<br />

een ruil van equivalenten. In werkelijkheid gaan de zaken niet zo zuiver toe. Laten we daarom<br />

eens uitgaan van ruil van niet-equivalenten.<br />

In ieder geval staan op de warenmarkt slechts warenbezitters tegenover elkaar en de macht, die<br />

deze personen over elkaar uitoefenen, is slechts de macht van hun waren. De materiële verscheidenheid<br />

van de waren is het materiële motief van de ruil en deze verscheidenheid maakt de<br />

warenbezitters onderling afhankelijk, omdat geen van hen beschikt over het voorwerp waar hij<br />

zelf behoefte aan heeft en elk van hen wel in het bezit is van het voorwerp, waar de ander behoefte<br />

aan heeft. Behalve deze materiële verscheidenheid van de gebruikswaarden kennen de waren<br />

slechts één ander verschil: het onderscheid tussen hun natuurlijke vorm en hun veranderde gedaante,<br />

tussen waar en geld. En op deze wijze onderscheiden de warenbezitters zich slechts als<br />

verkopers — bezitters van waren — en als kopers — bezitters van geld -.<br />

Stel nu dat door een of ander onverklaarbaar voorrecht de verkoper in staat is de waar boven haar<br />

waarde te verkopen, bijvoorbeeld voor 110 als haar waarde 100 is, dus met een nominale prijsverhoging<br />

van 10 %. De verkoper incasseert dus een meerwaarde van 10. Maar nadat hij als verkoper<br />

is opgetreden, wordt hij koper. Een derde warenbezitter komt nu tegenover hem te staan als

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!