01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

_______________<br />

[1] De tegenstelling tussen de macht van het grondeigendom — die berust op de persoonlijke<br />

verhouding tussen knecht en heer — en de onpersoonlijke macht van het geld komt duidelijk tot<br />

uiting in de volgende twee Franse spreekwoorden: Nulle terre sans seigneur en L’argent n’a pas<br />

de maître (Geen land zonder heer; <strong>Het</strong> geld heeft geen meester).<br />

[2] ‘Met het geld koopt men de goederen en met de goederen koopt men het geld.’ Mercier de la<br />

Rivière, L’ordre naturel et essentiel des sociétés politiques, p. 543.<br />

[3] ‘Wanneer een ding gekocht wordt om het weer te verkopen, dan noemt men de hiervoor gebruikte<br />

som voorgeschoten geld; wanneer het niet gekocht wordt om te worden verkocht, dan<br />

moet het beschouwd worden als besteed geld.’ James Steuart, Works etc., in de door zijn zoon,<br />

Generaal Sir James Steuart verzorgde editie, London, 1801, deel I, p. 274.<br />

[4] Mercier de la Rivière roept de mercantilisten toe: ‘Men ruilt geen geld tegen geld.’ (t.a.p., p.<br />

486) In een geschrift, dat ex professo ‘handel’ en ‘speculatie’ behandelt, kan men lezen: ‘Alle<br />

handel bestaat uit het ruilen van uiteenlopende dingen; en het voordeel (voor de koopman? -M.)<br />

ontstaat juist dank zij deze verscheidenheid. <strong>Het</strong> ruilen van een pond brood tegen een pond brood<br />

zou zonder enig voordeel zijn. . . hierin ligt dan ook het lucratieve onderscheid tussen handel en<br />

spel, dat slechts ruil van geld tegen geld is.’ Th. Corbet, An Inquiry into the Causes and Modes of<br />

the Wealth of Individuals; or the Principles of Trade and Speculation explained, London, 1841, p.<br />

5. Ofschoon Corbet niet ziet dat G — G, geld ruilen tegen geld, niet slechts de kenmerkende<br />

vorm is van de circulatie van het handelskapitaal, maar van ieder kapitaal, geeft hij tenminste toe<br />

dat deze vorm van handel, de speculatie, de vorm van het spel bezit; maar dan komt MacCulloch<br />

en hij vindt dat kopen om te verkopen speculeren is, waardoor dus het onderscheid tussen speculatie<br />

en handel wegvalt. ‘Iedere transactie, waarbij iemand goederen koopt om ze weer te verkopen,<br />

is in feite speculatie.’ MacCulloch, A Dictionary practical etc. of Commerce, London, 1847,<br />

p. 1009. Nog veel naïever bij Pinto, de Pindarus van de Amsterdamse beurs: ‘De handel is een<br />

spel (welke stelling is ontleend aan Locke -M.) en men kan dit spel niet winnen als men het speelt<br />

met bedelaars. Indien men lange tijd achtereen aan iedereen en alles verdient, zou men uit zichzelf<br />

het grootste deel van de winst weer moeten teruggeven om zodoende het spel weer opnieuw<br />

te beginnen.’ Pinto, Traité de la Circulation et du Crédit, Amsterdam, 1771, p. 231.<br />

[5] ‘<strong>Het</strong> kapitaal splitst zich. . . in het oorspronkelijke kapitaal en de winst, de aanwas van het<br />

kapitaal. . . ofschoon in praktijk deze winst weer onmiddellijk bij het kapitaal wordt gevoegd en<br />

mét het kapitaal in beweging wordt gebracht.’ F. Engels, Umrisse zu einer Kritik der Nationalökonomie,<br />

in: ‘Deutsch-Französische Jahrbücher’, onder redactie van Arnold Ruge en Karl<br />

Marx, Paris, 1844, p. 99.<br />

[6] Aristoteles stelt de chrematistiek tegenover de economie. Hij gaat uit van de economie. Voor<br />

zover de economie de kunst is om in het onderhoud te voorzien, is zij beperkt tot het verkrijgen<br />

van goederen, die noodzakelijk zijn voor het leven en voor het huishouden of die nuttig zijn voor<br />

de staat. ‘De ware rijkdom bestaat uit dergelijke gebruikswaarden; want de voor een goed leven<br />

noodzakelijke omvang van dit soort bezit is niet onbeperkt. Er bestaat echter een tweede soort<br />

kunst om in het onderhoud te voorzien, die men bij voorkeur en terecht chrematistiek noemt, volgens<br />

welke er geen beperkingen schijnen te bestaan aan rijkdom en bezit. De warenhandel (de<br />

door Aristoteles gebruikte term betekent letterlijk kleinhandel en hij gebruikt deze term, omdat in<br />

die handel de gebruikswaarde overheerst -M.) behoort van nature niet tot de chrematistiek, want<br />

hier heeft de ruil slechts betrekking op hetgeen zij zelf (koper en verkoper) nodig hebben.’ Daar-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!