01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

deze besteding alleen maar ziet als een offer van rust, vrijheid en geluk in plaats deze tevens te<br />

beschouwen als een normale functie van de mens. Desondanks heeft hij toch de moderne loonarbeider<br />

voor ogen. — De in noot 9 hierboven geciteerde voorganger van A. Smith zegt het op een<br />

meer treffende wijze: ‘Een bepaald persoon is een week bezig geweest met de voortbrenging van<br />

deze levensbehoefte. . . en degene, die hem daarvoor een andere levensbehoefte in ruil geeft, kan<br />

het juiste equivalent niet beter taxeren dan door te berekenen wat hem precies zoveel arbeid en<br />

tijd heeft gekost; dit is in feite niets anders dan het ruilen van de in een bepaalde zaak opgesloten<br />

arbeid van een zekere tijdsduur van de ene man tegen de in een andere zaak opgesloten arbeid<br />

van dezelfde tijdsduur van de andere man.’ (T.a.p., p. 39) — [Bij de vierde druk. De Engelse taal<br />

heeft het voordeel twee verschillende woorden te bezitten voor deze twee verschillende aspecten<br />

van de arbeid. De arbeid, die gebruikswaarde schept en die kwalitatief bepaald is, wordt work<br />

genoemd ter onderscheiding van labour; de arbeid, die waarde schept en slechts kwantitatief<br />

wordt gemeten, wordt labour genoemd ter onderscheiding van work. Zie de noot bij de Engelse<br />

vertaling op p. 14. -F.E.]<br />

[17] De weinige economen die, zoals bijvoorbeeld S. Bailey, zich met de analyse van de waardevorm<br />

hebben beziggehouden, konden geen resultaten bereiken. In de eerste plaats omdat zij<br />

waardevorm en waarde verwarden, in de tweede plaats omdat zij onder de onbehouwen invloed<br />

stonden van de praktische burgers, die van het begin af aan uitsluitend de kwantitatieve bepaaldheid<br />

op het oog hadden. ‘De beschikking over de hoeveelheid. . . vormt de waarde.’ Money and<br />

its Vicissitudes, London, 1837, p. 11; schrijver is S. Bailey.<br />

[17a] Noot bij de tweede druk. Een van de eerste economen die sinds William Petty het wezen<br />

van de waarde heeft doorzien, de beroemde Franklin, schrijft: ‘Aangezien de handel in het algemeen<br />

niets anders is dan de ruil van arbeid tegen arbeid wordt de waarde van alle dingen. . . het<br />

beste gemeten door de arbeid.’ (The Works of B. Franklin etc., edited by Sparks, Boston, 1836,<br />

deel II, p. 267) Franklin is zich er niet van bewust dat hij, door de waarde van alle dingen ‘in arbeid’<br />

te meten, abstraheert van de verscheidenheid van de verschillende vormen van arbeid — en<br />

deze dus herleidt tot homogene menselijke arbeid. Hij zegt echter toch wat hij niet weet. Hij<br />

spreekt eerst over ‘de ene arbeid’, dan over ‘de andere arbeid’ en tenslotte over arbeid zonder nadere<br />

aanduiding als substantie van de waarde van alle dingen.<br />

[18] In zekere zin is het bij de mens net als bij de waar gesteld. Aangezien de mens noch met een<br />

spiegel ter wereld komt, noch als een filosoof à la Fichte — waardoor hij zou kunnen zeggen: ‘Ik<br />

ben ik’ —, spiegelt hij zich eerst aan een ander mens. Pas door de betrekking op de mens Paulus<br />

als zijns gelijke ziet de mens Petrus zichzelf als mens. Daardoor bezit voor Petrus Paulus met<br />

huid en haar, in zijn Paulinische stoffelijkheid, de verschijningsvorm van het menselijke soort.<br />

[19] De term ‘waarde’ wordt hier, zoals trouwens hierboven af en toe ook geschiedde, gebruikt<br />

als aanduiding van kwantitatief bepaalde waarde, dus voor waardegrootte.<br />

[20] Noot bij de tweede druk. De vulgair-economie heeft met haar gewone scherpzinnigheid deze<br />

incongruentie tussen waardegrootte en haar relatieve uitdrukking uitgebuit. Bijvoorbeeld: ‘Wanneer<br />

u eenmaal toegeeft dat A daalt omdat B, waartegen het wordt geruild stijgt, terwijl inmiddels<br />

niet minder arbeid aan A wordt besteed, dan stort uw principe van de waarde ineen. . . Wanneer<br />

hij (Ricardo) toegeeft dat, als A relatief ten opzichte van B in waarde stijgt, B relatief ten opzichte<br />

van A in waarde daalt, dan wordt de basis ontnomen aan zijn grote stelling, volgens welke de<br />

waarde van een waar altijd wordt bepaald door de arbeid, die er in belichaamd is. Want indien<br />

een verandering in de kosten van A niet alleen haar eigen waarde in verhouding tot B — waartegen<br />

A wordt geruild — verandert, maar ook (ofschoon geen verandering is opgetreden in de voor

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!