01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

voorafgaande jaren; in 1830 een overvoerde markt en grote nood, van 1831 tot 1833 voortdurende<br />

depressie; de handel naar Oost-Azië (Indië en China) wordt aan het monopolie van de Oost-<br />

Indische Compagnie onttrokken. In 1834 grote expansie van de fabrieken en van het gebruik van<br />

machines, gebrek aan arbeiders. De nieuwe armenwet bevordert de migratie van landarbeiders<br />

naar de fabrieksdistricten. Strooptochten op kinderen in de plattelandsgebieden. Handel in blanke<br />

slaven. In 1835 grote bloei. Intussen sterven de handwevers van honger. Grote bloei in 1836. In<br />

1837 en 1838 depressie en crisis. In 1839 een opleving. In 1840 grote depressie, oproeren, het<br />

leger wordt ingezet. In 1841 en 1842 vreselijk lijden onder de fabrieksarbeiders. In 1842 ontslaan<br />

de fabrikanten de fabrieksarbeiders ten einde een herroeping van de graanwetten af te dwingen.<br />

De arbeiders stromen met duizenden naar Yorkshire, worden door soldaten teruggedreven en de<br />

leiders van de arbeiders worden voor de rechtbank van Lancaster gesleept. Grote ellende in 1843.<br />

In 1844 opleving. Grote bloei in 1845. In 1846 aanvankelijk een aanhouden van de bloei, vervolgens<br />

tekenen van ineenstorting. De graanwetten worden herroepen. Crisis in 1847. Algemene<br />

loonsverlaging van 10 % en meer ter ere van de big loaf (grote broden). In 1848 duurt de depressie<br />

voort. Manchester wordt onder militair gezag geplaatst. In 1849 een opleving. 1850 bloei. In<br />

1851 daling van de warenprijzen, lage lonen, vele stakingen. In 1852 begin van een herstel, de<br />

stakingen duren voort, de fabrikanten dreigen buitenlandse arbeiders te importeren. In 1853 stijging<br />

van de uitvoer. Staking van 8 maanden en grote ellende in Preston. Bloei in 1854 en overvoering<br />

van de markt. In 1855 stromen berichten van faillissementen binnen uit de Verenigde Staten,<br />

Canada, Oostaziatische markten. Grote bloei in 1856. Crisis in 1857. Herstel in 1858. In<br />

1859 grote bloei, toeneming van het aantal fabrieken. In 1860 wordt het toppunt van de Engelse<br />

katoenindustrie bereikt. Indische, Australische en andere markten zo overvoerd, dat in 1863 nauwelijks<br />

de hele boel geabsorbeerd is. Handelsverdrag met Frankrijk. Enorme toeneming van het<br />

aantal fabrieken en van het gebruik van machines. In 1861 duurt de bloei een tijdlang voort, reactie,<br />

Amerikaanse Burgeroorlog, katoencrisis, van 1862 tot 1863 volledige ineenstorting.<br />

De geschiedenis van de katoennood is te typerend om er niet een ogenblik bij stil te blijven staan.<br />

Uit de gegevens over de situatie op de wereldmarkt van 1860 tot 1861 kan men opmaken dat de<br />

katoennood de fabrikanten gelegen kwam en ten dele voor hen ook voordelig was; dit feit wordt<br />

erkend in de verslagen van de Kamer van Koophandel van Manchester, door Palmerston en Derby<br />

in het parlement bekend gemaakt en door de gebeurtenissen bevestigd.[236] Ongetwijfeld bevonden<br />

zich in 1861 onder de 2.887 katoenfabrieken in het Verenigde Koninkrijk vele kleine fabrieken.<br />

Volgens het rapport van fabrieksinspecteur A. Redgrave, in wiens ressort 2.109 van de<br />

2.887 fabrieken lagen, werd in 392 van de 2.109 fabrieken of 19 % slechts minder dan 10 stoompaardenkracht<br />

gebruikt, in 345 fabrieken of 16 % 10 tot 20 stoompaardenkracht en in 1.372 daarentegen<br />

20 en meer paardenkracht.[237] De meeste van deze kleine fabrieken waren weverijen,<br />

die tijdens de bloeiperiode sinds 1858 meestal werden opgericht door speculanten, waarvan de<br />

ene het garen, de andere de machinerie en de derde het gebouw leverde en die onder toezicht<br />

stonden van vroegere opzichters of van andere, onbemiddelde lieden. Deze kleine fabrikanten<br />

gingen meestal ten gronde. <strong>Het</strong>zelfde lot zouden zij hebben ondergaan door de handelscrisis, die<br />

door de katoenpech werd voorkomen. Ofschoon zij 3 van het aantal fabrikanten vormden, absorbeerden<br />

hun fabrieken een aanzienlijk geringer deel van het kapitaal dat in de katoenindustrie<br />

was geïnvesteerd. Wat de omvang van de stagnatie aangaat, in oktober 1862 stonden volgens authentieke<br />

schattingen 60,3 % van de spindels en 58 % van de weefgetouwen stil. Deze cijfers<br />

hebben betrekking op de gehele industrietak en er bestonden natuurlijk grote, onderlinge verschillen<br />

tussen de afzonderlijke districten. Slechts zeer weinige fabrieken draaiden op volle toeren (60

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!