01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eerst een kort overzicht geven van de historische ontwikkeling. De moderne landbouw in Engeland<br />

dateert uit het midden van de achttiende eeuw, ofschoon de omwenteling in de eigendomsverhoudingen<br />

van de grond, die de basis vormt van de veranderde productiewijze, van veel vroegere<br />

datum is.<br />

Arthur Young, een nauwkeurig waarnemer ofschoon een oppervlakkig denker, geeft gegevens<br />

over de landarbeiders in 1771. De situatie van de landarbeider in die tijd was veel slechter dan die<br />

van zijn voorganger tegen het einde van de veertiende eeuw, ‘toen hij in overvloed kon leven en<br />

rijkdom kon accumuleren’,[138] om maar helemaal niet te spreken over de vijftiende eeuw, ‘de<br />

gouden eeuw van de Engelse arbeider in de stad en op het platteland’. Zo ver hoeven we echter<br />

niet terug te gaan. In een zeer belangrijk geschrift uit 1777 kunnen we lezen: ‘De grote boer is<br />

vrijwel opgeklommen tot het niveau van de gentleman, terwijl de arme landarbeider tot een zeer<br />

laag niveau gedaald is. . . Zijn ongelukkige situatie blijkt duidelijk uit een vergelijkend overzicht<br />

van zijn omstandigheden op dit ogenblik en die van veertig jaar geleden. . . Grondbezitter en<br />

pachter werken samen om de arbeider er onder te houden.’[139] Vervolgens wordt uitvoerig aangetoond<br />

dat het reële arbeidsloon op het platteland met ongeveer of 25 % is gedaald. ‘De moderne<br />

politiek,’ schrijft dr. Richard Price in dezelfde tijd, ‘begunstigt de hogere klassen; het resultaat<br />

zal zijn dat vroeg of laat het gehele koninkrijk slechts bestaat uit gentlemen en bedelaars, uit<br />

meesters en slaven.’[140]<br />

En toch vormden de omstandigheden, waaronder de Engelse landarbeider in de periode 1770-80<br />

leefde, zowel wat betreft zijn voeding en woningtoestand als zijn gevoel van eigenwaarde, ontspanning,<br />

enzovoort, een ideale situatie, die later nooit meer bereikt werd. Uitgedrukt in pinten<br />

graan bedroeg zijn gemiddelde loon in de jaren 1770-71 90 pinten, in de tijd van Eden (1797) nog<br />

slechts 65 pinten en in 1808 echter nog maar 60 pinten.[141]<br />

De omstandigheden, waaronder de landarbeiders tegen het einde van de anti-Jacobijnse oorlog<br />

leefden, gedurende welke de landedelen, pachters, fabrikanten, kooplieden, bankiers, beursspeculanten,<br />

leveranciers van het leger, enzovoort, zich zo buitensporig verrijkten, zijn reeds hierboven<br />

beschreven. <strong>Het</strong> nominale loon steeg gedeeltelijk ten gevolge van de waardedaling van het geld,<br />

gedeeltelijk ten gevolge van een hiervan onafhankelijke prijsstijging van de belangrijkste bestaansmiddelen.<br />

De werkelijke beweging van het loon is echter op zeer eenvoudige wijze vast te<br />

stellen zonder in te gaan op hier niet ter zake doende bijzonderheden. Zowel in 1795 als in 1814<br />

was dezelfde armenwet van kracht en was er geen verandering gekomen in de administratie van<br />

die wet. Men herinnert zich wel hoe deze wet op het platteland werd uitgevoerd: in de vorm van<br />

aalmoezen vulde de openbare liefdadigheid het nominale loon aan tot het nominale bedrag, dat<br />

nodig was voor het naakte bestaan van de arbeider. De verhouding tussen het door de pachter betaalde<br />

loon en het door de liefdadigheid aangevulde tekort toont twee dingen aan: in de eerste<br />

plaats de daling van het arbeidsloon beneden het minimum en in de tweede plaats de verhouding,<br />

waarin de landarbeider loonarbeider en pauper was, dat wil zeggen de mate, waarin men hem had<br />

gemaakt tot een lijfeigene van de armenzorg. We zoeken een graafschap uit, dat representatief is<br />

voor alle andere graafschappen. In 1796 bedroeg het gemiddelde weekloon in Northamptonshire<br />

7s.6d., bedroegen de totale jaarlijkse uitgaven van een gezin van zes personen £36 12s.5d., waren<br />

de totale inkomsten £29 18s. en het door het armbestuur aangevulde tekort £6 14s.5d. In hetzelfde<br />

graafschap bedroeg in 1814 het weekloon 12s.2d., waren de totale jaarlijkse uitgaven van een<br />

gezin van vijf personen £54 18s.4d., hun totale inkomsten £36 2s. en het door het armbestuur

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!