01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

tief tot 10 uur, dat wil zeggen 101/2 uur voor de werkdagen en 71/2 uur voor de zaterdag. Toen<br />

echter het kwade jaar 1862 aanbrak werd de oude klucht herhaald. De heren fabrikanten verzochten<br />

het Parlement nog voor een enkel jaar de 12-urige arbeid voor jongere personen en vrouwen<br />

toe te staan. . . ‘Gezien de huidige bedrijvigheid (in de periode van de katoencrisis -M.) zou het<br />

voor de arbeiders een groot voordeel betekenen, indien men hen toestond dagelijks 12 uur te<br />

werken en zoveel mogelijk arbeidsloon te ontvangen. . . Men was er reeds in geslaagd een wetsontwerp<br />

in deze geest bij het Lagerhuis in te dienen. De agitatie van de arbeiders uit de Schotse<br />

blekerijen leidde er toe dat het ontwerp werd ingetrokken.’ Reports of Inspectors of Factories,<br />

October 31, 1862, pp. 14-15. Na te zijn verdagen door de arbeiders zelf, uit wier naam men beweerde<br />

te spreken, ontdekte het kapitaal met behulp van een juridische bril dat de wet van 1860<br />

— zoals alle wetgeving over de ‘bescherming van de arbeid’ in onduidelijke termen gesteld —<br />

een uitvlucht bevatte om de calenderers (kalanderaars) en finishers (afwerkers) van de werking<br />

van deze wet te kunnen uitsluiten. De Engelse rechtspraak, altijd een trouwe dienaar van het kapitaal,<br />

sanctioneerde in het Court of Common Pleas deze rechtsverdraaiing. ‘<strong>Het</strong> heeft geleid tot<br />

grote ontevredenheid onder de arbeiders en het is zeer te betreuren dat het duidelijke doel van de<br />

wetgeving onder het voorwendsel van een gebrekkige omschrijving kan worden omzeild.’ T.a.p.,<br />

p. 18.<br />

[185] De ‘blekers in de open lucht’ hadden zich aan de wet van 1860 inzake de ‘blekerij’ onttrokken<br />

door de leugen dat zij ‘s nachts geen vrouwen lieten werken. De fabrieksinspecteurs ontdekten<br />

de leugen en tegelijkertijd werd het Parlement door verzoekschriften van arbeiders beroofd<br />

van de naar weiden geurende ideeën over de ‘blekerij in de open lucht’. In deze luchtblekerijen<br />

maakt men gebruik van droogkamers met een temperatuur van 90° tot 100° Fahrenheit, waarin<br />

voornamelijk meisjes werken. Voor het zich af en toe verwijderen uit deze droogkamers gebruikt<br />

men de technische term cooling (afkoeling). ‘Vijftien meisjes in de droogkamers. Een hitte van<br />

80° tot 90° voor linnen, van 100° en meer voor batist. In een kleine kamer van ongeveer 10 vierkante<br />

voet met in het midden een gesloten kachel strijken 12 meisjes (de batist, enzovoort) en<br />

pakken in. De meisjes staan om de kachel, die een vreselijke gloed uitstraalt en die de stukken<br />

batist snel droogt voor de strijksters. <strong>Het</strong> aantal arbeidsuren van deze werkkrachten is onbeperkt.<br />

Wanneer het druk is werken zij vele dagen achtereen tot 9 of 12 uur ‘s avonds.’ Reports of Inspectors<br />

of Factories, October 31, 1862, p. 56. Een arts verklaart: ‘Voor het afkoelen zijn geen<br />

bepaalde uren toegestaan, maar wanneer de temperatuur niet langer te verdragen is of wanneer de<br />

handen van de arbeidsters vuil worden van het zweet, mogen zij een paar minuten naar buiten<br />

gaan. . . Mijn ervaring bij de behandeling van de ziekten van deze arbeidsters verplicht mij te<br />

constateren, dat hun gezondheidstoestand ver beneden die van de katoenspinsters staat (en het<br />

kapitaal had hen in de verzoekschriften aan het Parlement afgeschilderd als de zo gezonde creaturen<br />

van de schilderijen van Rubens! -M.). De bij hen meest voorkomende ziekten zijn tering,<br />

bronchitis, uterusziekten, hysterie in de afschuwelijkste vorm en reumatiek. Naar mijn mening<br />

ontstaan al deze ziekten direct of indirect door de oververhitte lucht in de werkruimte en door gebrek<br />

aan voldoende goede kleding om zich in de winter bij het naar huis gaan tegen de koude en<br />

vochtige lucht te beschermen.’ T.a.p., pp. 56-57. Over de wet van 1863, die de joviale ‘blekers in<br />

de open lucht’ toen werd afgedwongen, merken de fabrieksinspecteurs op: ‘Deze wet heeft niet<br />

slechts gefaald de arbeiders de bescherming te geven welke zij schijnt te geven. . . maar is zodanig<br />

geformuleerd, dat deze bescherming pas begint wanneer men kinderen en vrouwen na acht<br />

uur ‘s avonds op arbeid betrapt en zelfs dan is de voorgeschreven methode van bewijsvoering zodanig<br />

met clausules omschreven, dat er nauwelijks bestraffing kan volgen.’ T.a.p., p. 52. ‘Als een<br />

wet met humane en opvoedkundige doeleinden is zij totaal mislukt. Men kan het toch nauwelijks

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!