01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Afdeling III. De productie van absolute meerwaarde<br />

Hoofdstuk 5<br />

<strong>Het</strong> arbeidsproces en het proces van meerwaardevorming<br />

1. <strong>Het</strong> arbeidsproces<br />

<strong>Het</strong> gebruik van de arbeidskracht is de arbeid zelf. De koper van de arbeidskracht consumeert de<br />

arbeidskracht door haar verkoper te laten werken. De laatste wordt hierdoor in feite een werkzame<br />

arbeidskracht, hetgeen hij voordien slechts in potentie was. Om zijn arbeid in waren om te<br />

zetten moet hij die arbeid in de eerste plaats in gebruikswaarden omzetten, zaken die tot bevrediging<br />

van de een of andere behoefte dienen. De kapitalist laat de arbeider dus een bijzondere gebruikswaarde,<br />

een bepaald artikel, voortbrengen. De algemene aard van de productie van gebruikswaarden<br />

of goederen ondergaat geen verandering door de omstandigheid, dat die productie<br />

ten bate van de kapitalist en onder diens toezicht plaatsvindt. <strong>Het</strong> arbeidsproces dient dus allereerst<br />

onafhankelijk van enige bepaalde maatschappelijke vorm te worden beschouwd.<br />

De arbeid is in de eerste plaats een proces, dat tussen mens en natuur plaatsvindt; een proces,<br />

waarbij de mens zijn stofwisseling met de natuur door middel van zijn eigen activiteit tot stand<br />

brengt, regelt en controleert. Hij treedt tegenover de natuurstof zelf als een natuurmacht op. De<br />

bij zijn lichaam behorende natuurkrachten, armen en benen, hoofd en handen, stelt hij in beweging<br />

om zich de natuurstof toe te eigenen in een vorm, die bruikbaar is voor zijn eigen leven.<br />

Door zodoende de natuur rondom hem te bewerken en te veranderen, verandert hij tegelijkertijd<br />

zijn eigen aard. Hij brengt de sluimerende, potentiële krachten tot ontwikkeling en hij onderwerpt<br />

het spel van deze krachten aan zijn eigen wil. We houden ons hier niet bezig met de eerste dierlijke,<br />

instinctmatige vormen van arbeid. Er ligt een onmetelijke lengte van dagen tussen de toestand,<br />

waarin de arbeider op de warenmarkt optreedt als verkoper van zijn eigen arbeidskracht en<br />

de toestand, waarin de menselijke arbeid zich nog niet ontdaan had van zijn eerste, instinctmatige<br />

vorm. We gaan uit van een vorm van arbeid, zoals deze uitsluitend bij de mensen voorkomt. Een<br />

spin verricht werkzaamheden, die lijken op die van een wever; een bij doet door het bouwen van<br />

zijn honingraat menig menselijke architect beschaamd staan. De slechtste architect onderscheidt<br />

zich echter al direct van de beste bij doordat hij de cellen in zijn gedachten heeft gebouwd voordat<br />

hij ze in werkelijkheid vormde. Aan het einde van het arbeidsproces komt een resultaat te<br />

voorschijn, dat van het begin af aan in de fantasie van de arbeider, dus ideëel reeds aanwezig was.<br />

Niet alleen dat hij een vormverandering van het natuurlijke tot stand brengt, hij realiseert in het<br />

natuurlijke tevens zijn doel, een doel dat hij kent, dat als een wet zijn wijze van handelen bepaalt<br />

en waaraan hij zijn wil moet onderwerpen. En deze onderwerping is niet een op zichzelf staande<br />

handeling. Behalve de inspanning van de organen, die werken, is voor de gehele duur van de arbeid<br />

de aanwezigheid van de doelbewuste wil — die zich als oplettendheid manifesteert — nodig<br />

en dit des te meer naarmate die arbeid door zijn inhoud en door de wijze van uitvoering de arbeider<br />

minder boeit, hij dus minder van die arbeid geniet als spel van zijn eigen lichamelijke en<br />

geestelijke krachten.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!