01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

zilver welke zich in een land bevindt, vraagt zich af waardoor het komt dat de Indische waren zo<br />

goedkoop zijn. Hij antwoordt: omdat de Indiërs het geld begraven. In de periode 1602-1734, zo<br />

merkt hij op, begroeven zij 150 miljoen pond sterling aan zilver, dat oorspronkelijk uit Amerika<br />

naar Europa was gebracht.[87] In de periode 1856-66, dus in tien jaar, exporteerde Engeland naar<br />

Indië en China (het naar China uitgevoerde metaal vloeit grotendeels weer naar Indië) voor 120<br />

miljoen pond sterling aan zilver, dat tevoren tegen Australisch goud was verkregen.<br />

Bij de meer ontwikkelde warenproductie moet iedere warenproducent zich voorzien van de nervus<br />

rerum (de zenuw van alles), het ‘maatschappelijk vuistpand’.[88] Zijn behoeften vernieuwen<br />

zich voortdurend, hetgeen steeds weer de aankoop van nieuwe waren noodzakelijk maakt, terwijl<br />

de productie en de verkoop van zijn eigen waren hem tijd kosten en van toevallige omstandigheden<br />

afhankelijk zijn. Om te kopen zonder te verkopen moet hij voordien hebben verkocht zonder<br />

te kopen. Deze handelswijze schijnt, indien algemeen toegepast, met zichzelf in strijd te zijn. Aan<br />

de bron van hun productie vindt een directe ruil plaats van edele metalen tegen andere waren.<br />

Hier zien we verkoop (door de warenbezitter) zonder koop (door de bezitter van goud en<br />

zilver).[89] En de latere verkopen zonder daaropvolgende aankopen bewerkstelligen slechts de<br />

verdere verdeling van de edele metalen onder alle warenbezitters. Zo ontstaan op alle punten van<br />

het verkeer voorraden goud en zilver van de meest uiteenlopende omvang. Wanneer het mogelijk<br />

wordt de waar als ruilwaarde of de ruilwaarde als waar vast te houden, ontstaat de geldzucht. Met<br />

de uitbreiding van de warencirculatie groeit de macht van het geld, de steeds slagvaardige, absoluut<br />

maatschappelijke vorm van de rijkdom. ‘Goud is een wonderbaarlijk iets. Wie het bezit is<br />

meester over alles wat hij begeert. Door goud kan men zelfs zielen in het paradijs doen belanden.’<br />

(Columbus in de Brief uit Jamaica, 1503.) Daar men aan het geld niet kan zien wat er in is<br />

omgezet, zet alles — waar of geen waar — zich om in geld. Alles kan worden verkocht en gekocht.<br />

De circulatie wordt het grote maatschappelijke destilleervat, waarin alles verdwijnt om er<br />

als geldkristal weer uit te komen. Zelfs de beenderen van de Heiligen kunnen aan deze alchemie<br />

niet ontkomen, laat staan de meer delicate res sacrosanctae, extra commercium hominum (de geheiligde<br />

dingen, buiten de handel der mensen).[90] Zoals in het geld ieder kwalitatief onderscheid<br />

tussen de waren is opgeheven, heft het geld van zijn kant als radicale nivelleerder alle onderscheid<br />

op.[91] <strong>Het</strong> geld zelf echter is een waar, een extern object, dat het particuliere eigendom<br />

van een ieder kan worden. De maatschappelijke macht wordt dus de particuliere macht van het<br />

individu. In de antieke beschaving werd het geld dan ook ontmaskerd als de pasmunt van haar<br />

economische en zedelijke orde.[92] De moderne maatschappij, die reeds in haar kinderjaren Plutus<br />

aan de haren uit de ingewanden van de aarde trekt,[93] begroet in de gouden graal de schitterende<br />

incarnatie van haar innigste levensprincipe.<br />

Als gebruikswaarde bevredigt de waar een bepaalde behoefte en vormt zij een bepaald element<br />

van de materiële rijkdom. Maar de waarde van de waar meet de sterkte van haar aantrekkingskracht<br />

aan alle elementen van de materiële rijkdom en geeft derhalve de maat aan van de maatschappelijke<br />

rijkdom van haar bezitter. Voor de barbaarse, eenvoudige warenbezitter, zelfs voor<br />

de West-Europese boer, is de waarde onafscheidelijk verbonden aan de waardevorm, is dus vermeerdering<br />

van de hoeveelheid goud en zilver waardevermeerdering. Ongetwijfeld verandert de<br />

waarde van het geld, hetzij ten gevolge van een verandering in zijn eigen waarde, hetzij ten gevolge<br />

van een verandering in de waarde van de waren. Maar dit neemt, enerzijds, niet weg dat<br />

200 ons goud altijd meer waarde blijft bezitten dan 100 ons, 300 ons meer dan 200 ons, enzovoort,<br />

terwijl anderzijds het metaal, de natuurlijke vorm ervan, de algemene equivalentvorm blijft

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!