01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

goudmijn van de rijken.’[71] En in het begin van de achttiende eeuw schreef Bernard de Mandeville:<br />

‘Waar de eigendom voldoende beschermd is, zou het gemakkelijker zijn zonder geld dan<br />

zonder armen te leven, want wie zou de arbeid moeten verrichten?. . . De arbeiders moeten voor<br />

verhongering gespaard worden, maar zij mogen evenmin dingen ontvangen die gespaard dienen<br />

te worden. Wanneer hier en daar iemand uit de laagste klasse zich door buitengewone ijver en<br />

door honger te lijden verheft boven de staat, waarin hij is opgegroeid, moet niemand hem daarbij<br />

hinderen; ja, het is ongetwijfeld voor iedere enkeling, voor ieder afzonderlijk gezin in de samenleving<br />

het verstandigste om zuinig te zijn, maar voor alle rijke naties is het belangrijk dat het<br />

grootste deel der armen nooit zonder werk is en dat die armen altijd uitgeven wat zij ontvangen. .<br />

. Zij, die door hun dagelijkse arbeid in hun levensonderhoud voorzien, hebben voor het verlenen<br />

van hun diensten geen andere prikkel dan hun behoeften en het is verstandig hun behoeften te<br />

lenigen, maar het is dwaasheid die behoeften weg te nemen. <strong>Het</strong> enige, waar men een werkende<br />

man vlijtig mee kan maken, is een matig arbeidsloon. Een te laag arbeidsloon maakt hem, al naar<br />

gelang zijn temperament, moedeloos of wanhopig, een te hoog arbeidsloon maakt hem onbeschaamd<br />

en lui. . . Uit dit alles volgt dat in een vrij land, waar geen slaven zijn toegestaan, de<br />

meest zekere rijkdom bestaat uit een groot aantal werkende armen. Behalve dat zij een nooit in<br />

gebreke blijvende bron van toevoer voor vloot en leger vormen, zouden er zonder hen geen geneugten<br />

zijn en zou geen enkel land voordeel uit zijn natuurlijke producten kunnen trekken. Om<br />

de samenleving (die natuurlijk uit niet-arbeiders bestaat -M.) gelukkig te maken en het volk zelf<br />

tevreden te doen zijn met de kommervolle omstandigheden, is het noodzakelijk dat de grote<br />

meerderheid zowel onwetend als arm blijft. Kennis maakt onze wensen zowel groter als talrijker<br />

en hoe minder een man wenst, des te gemakkelijker kunnen zijn behoeften worden<br />

bevredigd.’[72] <strong>Het</strong>geen Mandeville, een eerlijke man met een heldere kop, nog niet begrijpt is<br />

dat het mechanisme van het accumulatieproces zelf met de groei van het kapitaal het aantal ‘werkende<br />

armen’ doet toenemen, dat wil zeggen de loonarbeiders, die hun arbeidskracht omzetten in<br />

de steeds groter wordende productieve kracht van het in omvang groeiende kapitaal en juist daardoor<br />

hun afhankelijkheid van hun eigen, in de persoon van de kapitalist gepersonifieerd product<br />

moeten bestendigen. Met betrekking tot deze afhankelijkheid merkt Sir F. M. Eden in zijn The<br />

State of the Foor, or an History of the Labouring Classes in England (London, 1797) op: ‘Ons<br />

klimaat eist arbeid voor de bevrediging der behoeften en derhalve moet tenminste een deel van de<br />

samenleving onvermoeid arbeid verrichten. . . De enkelen, die niet werken, hebben desondanks<br />

de producten van arbeid tot hun beschikking, hetgeen zij alleen maar te danken hebben aan de<br />

beschaving en aan de maatschappelijke ordening: zij zijn louter voortbrengselen der burgerlijke<br />

instellingen.[73] Want het is dank zij deze instellingen dat werd erkend dat men zich de vruchten<br />

van de arbeid ook op andere wijze dan door arbeid kon toe-eigenen. De lieden met onafhankelijke<br />

vermogens hebben hun vermogen bijna helemaal te danken aan de arbeid van anderen en niet<br />

aan hun eigen bekwaamheden, die volstrekt niet groter zijn dan die der anderen; de rijken onderscheiden<br />

zich niet van de armen door het bezit van land en geld, maar door het commando over<br />

arbeid. . . Dit stelsel geeft aan de bezitters van eigendom een voldoende mate van invloed en gezag<br />

over hen, die voor hen werken en plaatst de armen niet in een mistroostige of serviele situatie,<br />

maar in een toestand van gemakkelijke en milde afhankelijkheid. . . Zoals iedere kenner van<br />

de menselijke aard weet, is een dergelijke afhankelijkheid noodzakelijk voor de welstand van de<br />

arbeider zelf.’[74] Hierbij zij terloops opgemerkt dat Sir F. M. Eden de enige leerling van Adam<br />

Smith is die in de achttiende eeuw iets van betekenis heeft gepresteerd.[75]

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!