01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

en van de ene persoon voor wie zij geen gebruikswaarden zijn, naar een ander, voor wie zij wél<br />

gebruikswaarden zijn en steeds in een richting, die tegengesteld is aan zijn eigen omloop. <strong>Het</strong><br />

geld verwijdert de waren steeds uit de sfeer van de circulatie door voortdurend hun plaats in de<br />

circulatie in te nemen, waardoor het geld zichzelf van zijn eigen uitgangspunt verwijdert. Ofschoon<br />

de geldbeweging dus slechts een uitdrukking is van de warencirculatie, lijkt de warencirculatie<br />

omgekeerd slechts het resultaat te zijn van de geldbeweging.[75]<br />

Anderzijds bezit het geld de functie van circulatiemiddel alleen maar omdat het de belichaamde<br />

waarde van de waren is. Zijn beweging als circulatiemiddel is dus inderdaad slechts zijn eigen<br />

vormbeweging. Deze moet zich dus ook waarneembaar in de omloop van het geld weerspiegelen.<br />

Zo zet bijvoorbeeld het linnen eerst zijn warenvorm om in zijn geldvorm. De laatste term van zijn<br />

eerste metamorfose, W — G de geldvorm, wordt dus de eerste term van zijn laatste metamorfose<br />

G — W, de heromzetting in de bijbel. Maar elk van deze twee vormveranderingen voltrekt zich<br />

door een ruil van waar en geld, door hun onderlinge verwisseling van plaats. Dezelfde goudstukken<br />

komen als de afgestane gedaante van de waar bij de verkoper terecht en verlaten hem weer<br />

als de absoluut vervreemdbare gedaante van de waren. Zij wisselen twee keer van plaats. Door de<br />

eerste metamorfose van het linnen komen de geldstukken in de zak van de wever en de tweede<br />

metamorfose haalt ze er weer uit. De beide tegengestelde vormveranderingen van dezelfde waar<br />

weerspiegelen zich dus in de dubbele, tegengestelde verwisseling van plaats van het geld.<br />

Wanneer daarentegen alleen maar eenzijdige metamorfosen van de waren plaatsvinden — hetzij<br />

slechts verkoop, hetzij slechts koop — dan verwisselt hetzelfde geld ook alleen maar één keer<br />

van plaats. Zijn tweede verandering van plaats is altijd de uitdrukking van de tweede metamorfose<br />

van de waar, haar heromzetting uit het geld. In de veelvuldige herhaling van plaatsverwisseling<br />

van dezelfde geldstukken wordt niet slechts de reeks metamorfosen van een enkele waar weerspiegeld,<br />

maar ook de ineenstrengeling van de talloze metamorfosen binnen de gehele warenwereld.<br />

<strong>Het</strong> spreekt overigens vanzelf dat dit alles slechts voor de hier behandelde vorm van de eenvoudige<br />

warencirculatie geldt.<br />

Bij de eerste schrede van de waar in de circulatie, bij haar eerste vormverandering, verdwijnt de<br />

waar uit de circulatie en op de vrij gekomen plaats komen steeds nieuwe waren. <strong>Het</strong> geld daarentegen<br />

blijft voortdurend in de sfeer van de circulatie ronddraaien. We moeten dan ook nagaan<br />

hoeveel geld deze sfeer bij voortduring absorbeert.<br />

In een land vinden iedere dag talrijke simultane, eenzijdige warenmetamorfosen naast elkaar<br />

plaats, anders gezegd: loutere verkopen aan de ene zijde, loutere aankopen aan de andere. De waren<br />

zijn reeds door hun prijzen gelijkgesteld aan bepaalde, denkbeeldige hoeveelheden geld.<br />

Aangezien bij de hier beschouwde directe vorm van circulatie waar en geld tastbaar tegenover<br />

elkaar staan — de ene aan de pool van de verkoop, de andere aan de tegenpool van de koop — is<br />

de voor het circulatieproces van de warenwereld vereiste hoeveelheid circulatiemiddelen reeds<br />

bepaald door de prijssom van de waren. <strong>Het</strong> geld stelt in werkelijkheid inderdaad slechts het<br />

reeds in de prijssom van de waren denkbeeldig tot uitdrukking gebrachte goudsom voor. <strong>Het</strong><br />

spreekt vanzelf dat de prijssom en de goudsom aan elkaar gelijk zijn. We weten echter, dat bij een<br />

constante waarde van de waren de prijzen van de waren mét de waarde van het goud (het geldmateriaal)<br />

variëren: zij stijgen in verhouding bij daling van de waarde van het goud en dalen bij stijging<br />

van de waarde van het goud. Al naar gelang de prijssom van de waren groter of kleiner

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!