01.08.2013 Views

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

Het Kapitaal - Marxists Internet Archive

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

laten werken, terug van 9 jaar tot 8 jaar, ter verzekering van de van God- en rechtswege aan het<br />

kapitaal verschuldigde ‘extra toevoer van fabriekskinderen.’[141]<br />

De jaren 1846-47 luidden in de economische geschiedenis van Engeland een nieuw tijdvak in.<br />

Herroeping van de graanwetten, afschaffing van de invoerrechten op katoen en andere grondstoffen,<br />

de vrijhandel verklaard tot richtsnoer van de wetgeving! Kortom: het Duizendjarige Rijk was<br />

aangebroken. Aan de andere kant bereikten in dezelfde jaren de chartistenbeweging en de agitatie<br />

voor de 10-urenwet hun hoogtepunt; zij vonden bondgenoten in de op wraak beluste Tories. Ondanks<br />

fanatieke tegenstand van het ontrouwe leger der vrijhandelaars, met Bright en Cobden<br />

voorop, werd de zo lang nagestreefde 10-urenwet door het Parlement aangenomen.<br />

De nieuwe fabriekswet van 8 juni 1847 bepaalde dat op 1 juli 1847 een voorlopige verkorting van<br />

de arbeidsdag tot 11 uur zou ingaan voor ‘jongere personen’ (tussen de 13 en 18 jaar) en voor alle<br />

vrouwelijke werkkrachten, maar op 1 mei 1848 de definitieve beperking tot 10 uur. Voor het overige<br />

was de wet alleen een geamendeerde uitbreiding van de wetten van 1833 en 1844.<br />

<strong>Het</strong> kapitaal ondernam nu een voorlopige veldtocht om de volledige uitvoering van de wet van 1<br />

mei 1848 te verhinderen. En wel zo, dat de arbeiders zelf — zogenaamd door ervaring wijs geworden<br />

— zouden helpen hun eigen werk te vernietigen. <strong>Het</strong> tijdstip was slim gekozen. ‘Men<br />

moet niet vergeten dat ten gevolge van de vreselijke crisis van 1846-47 grote ellende heerste onder<br />

de fabrieksarbeiders, aangezien in vele fabrieken slechts korte arbeidstijden werden gemaakt<br />

en in sommige fabrieken helemaal niet was gewerkt. Een aanzienlijk aantal arbeiders bevond zich<br />

daardoor in zeer benarde omstandigheden en velen van hen zaten met schulden. Men kon daarom<br />

met vrij grote zekerheid aannemen dat zij de voorkeur zouden geven aan een langere arbeidstijd<br />

om de geleden verliezen weer goed te maken, wellicht schulden af te betalen, hun meubels uit de<br />

bank van lening terug te halen, verkochte bezittingen te vervangen of voor zichzelf en voor hun<br />

gezinnen nieuwe kledingstukken aan te schaffen.’[142] De heren fabrikanten trachten de natuurlijke<br />

uitwerking van deze situatie te versterken door een algemene loonsverlaging van 10 %. Dit<br />

geschiedde om zo te zeggen ter inwijding van het nieuwe tijdperk van de vrijhandel. Toen de ar-<br />

beidsdag tot 11 uur werd verkort, volgde een tweede loonsverlaging met 8 1 / 3 % en toen de ar-<br />

beidsdag tenslotte tot 10 uur werd beperkt, kwam nogmaals eenzelfde loonsverlaging tot stand.<br />

Waar de omstandigheden het dus toelieten, had een loonsverlaging plaats van ten minste 25<br />

%.[143] Onder deze zo gunstig voorbereide situatie begon men onder de arbeiders een actie voor<br />

de intrekking van de wet 1847. Men versmaadde daarbij geen middel van bedrog, verleiding of<br />

bedreiging; het was echter allemaal tevergeefs. Wat betreft het halve dozijn verzoekschriften,<br />

waarin men de arbeiders liet klagen over ‘hun onderdrukking door de wet’, verklaarden de verzoekers<br />

zelf tijdens een mondeling verhoor dat hun handtekeningen waren afgedwongen. ‘Zij<br />

voelden zich onderdrukt, maar niet door de fabriekswet.’[144] Toen het de fabrikanten echter niet<br />

gelukte de arbeiders in hun geest te laten spreken, schreeuwden zij zelf namens de arbeiders des<br />

te harder in de pers en in het Parlement. Zij beschuldigden er de fabrieksinspecteurs van zich te<br />

gedragen als een soort commissarissen van de Conventie, die de ongelukkige arbeiders op onbarmhartige<br />

wijze opofferden aan hun grillen van wereldverbetering. Ook deze manoeuvre mislukte.<br />

Fabrieksinspecteur Leonhard Horner nam in eigen persoon en met zijn onderinspecteurs in<br />

de fabrieken van Lancashire talrijke getuigenverhoren af. Ongeveer 70 % van de ondervraagde

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!