04.09.2013 Views

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.5. Dysreflexie <strong>van</strong> het autonoom zenuwstelsel<br />

Autonome dysreflexie is een syndroom gekenmerkt door een plotse optredende te hoge bloeddruk,<br />

veroorzaakt door een ongecontroleerde ontlading <strong>van</strong> het sympatisch zenuwstelsel bij personen met<br />

een ruggenmergletsel. Meestal is dit letsel gelegen ter hoogte <strong>van</strong> of boven T6. Alles wat normaal pijn<br />

zou veroorzaken onder dit niveau kan een parasympatisch antwoord uitlokken, leidende tot bradycardie,<br />

zichtsstoornissen en zweten.<br />

Een echte autonome dysreflexie is potentieel levensbedreigend en wordt beschouwd als een medische<br />

urgentie. Een code voor deze aandoening werd gecreëerd [337.3 "Autonomic dysreflexia" (Autonome<br />

dysreflexie)] zodat het niet langer noodzakelijk is om iedere manifestatie of symptoom apart te coderen.<br />

In tegenstelling met de algemene regel voor duaal coderen die zegt dat de onderliggende aandoening<br />

eerst dient gecodeerd te worden, wordt in dit geval de dysreflexie eerst vermeld, gevolgd door een<br />

additionele code voor de onderliggende chronische aandoening, die deze levensbedreigende<br />

aandoening heeft uitgelokt. Er wordt namelijk onder de entry voor 337.3 gesproken <strong>van</strong> “use additional<br />

code” om de onderliggende oorzaak aan te duiden als ND (bvb decubitus ulcus, faecale impactie of een<br />

urineweg infectie) zodat de logica om eerst een levensbedreigende manifestatie te coderen voor de<br />

chronische onderliggende aandoening gerespecteerd wordt.<br />

5. Pijn, niet elders geclassificeerd (‘‘Pain, NEC’’) [338]<br />

Er is in <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> 2009 een compleet nieuwe categorie 338 “Pain” (Pijn). Opnames voor pijn waren<br />

vroeger moeilijk te coderen. Voorheen waren de codes voor pijn ook beperkt tot de anatomische lokalisatie<br />

<strong>van</strong> de pijn.<br />

Category 338 ‘’Pain Not Elsewhere Classified’’ (Pijn niet elders geclassificieerd) :<br />

338.0 ‘’Central pain syndrome’’ (Centraal pijn syndroom)<br />

338.1x ‘’Acute pain’’ (Acute pijn)<br />

338.2x ‘’Chronic pain’’ Chronische pijn)<br />

338.3 ‘’Neoplasm-related pain (acute) (chronic)’’ [Pijn in verband met neoplasie (acuut) (chronisch)]<br />

338.4 ‘’Chronic pain syndrome’’ (Chronisch pijnsyndroom)<br />

780.96 ‘’Generalized pain’’ (Gegeneralizeerde pijn)<br />

Te gebruiken voor pijn die niet verder gespecificeerd wordt, noch qua lokalisatie, noch<br />

qua oorzaak (Pain NOS) en voor gegeneraliseerde pijn.<br />

De codes <strong>van</strong> de categorie 338 mogen gebruikt worden samen met andere codes om meer informatie te<br />

geven over acute of chronische pijn en of het een neoplasma gerelateerde pijn is. Als de pijn niet gespecifieerd<br />

wordt als acuut of chronisch, dan mag men geen codes <strong>van</strong> de categorie 338 gebruiken, met<br />

uitzondering voor postthoracotomie pijn, voor postoperatieve pijn, voor neoplasma gerelateerde pijn of<br />

voor een centraal pijn syndroom. (effectief, postthoracotomie pijnen die niet verder gespecificeerd zijn,<br />

worden als acuut beschouwd.)<br />

Over het algemeen worden de codes <strong>van</strong> de subcategorieën 338.1 en 338.2 niet gebruikt als hoofddiagnose,<br />

tenzij de reden voor de opname pijncontrole en/of management is en niet de behandeling <strong>van</strong> de<br />

onderliggende aandoening.<br />

De codes <strong>van</strong> categorie 338 zijn aanvaardbaar als hoofddiagnose als en enkel als pijncontrole en/of management<br />

de reden <strong>van</strong> opname is. Als de opname specifiek is voor een procedure gericht op het behandelen<br />

<strong>van</strong> de onderliggende aandoening, dan moet een code voor de onderliggende aandoening als<br />

hoofddiagnose vermeld worden.<br />

Geen enkele code <strong>van</strong> categorie 338 dient dan vermeld te worden, tenzij tijdens het verblijf extra<br />

therapieën, specifiek voor de pijn (insertie <strong>van</strong> een neurostimulator, aanbrengen <strong>van</strong> een morfinepomp)<br />

uitgevoerd worden. In dit laatste geval wordt een pijncode als nevendiagnose geplaatst.<br />

Voorbeeld 6 2 : opname voor een kyfoplastie ter behandeling <strong>van</strong> chronische rugpijn door een spinaal<br />

stenose. Geen andere specifieke pijntherapie tijdens het verblijf.<br />

HD: 724.02 ‘’Spinal stenosis, lumbar region, without neurogenic claudication’’ (Spinale stenose,<br />

regio lumbalis, zonder neurogene claudicatio)<br />

P: 81.66 ’’Kyphoplasty’’ (Percutane vertebrale augmentatie - Kyfoplastie)<br />

Handboek <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> Codering<br />

<strong>2011</strong>/<strong>2012</strong> officiële versie<br />

138

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!