04.09.2013 Views

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Als een patiënt wordt opgenomen voor het plaatsen <strong>van</strong> een neurostimulator voor pijn controle, dient de<br />

overeenkomende pijncode als hoofddiagnose vermeld te worden vermits de behandeling alleen is<br />

gericht op de pijn. Als de patiënt werd opgenomen voor de behandeling <strong>van</strong> de onderliggende<br />

aandoening maar een neurostimulator werd tijdens het verblijf ingepland, dan moet de juiste pijncode<br />

als nevendiagnose vermeld worden (zie hoger).<br />

Ook de volgorde <strong>van</strong> de pijncodes uit categorie 338 en <strong>van</strong> de codes voor de localisatie <strong>van</strong> de pijn (codes<br />

uit hoofdstuk 16 inbegrepen) hangt af <strong>van</strong> de reden <strong>van</strong> opname:<br />

1. Wanneer een patiënt opgenomen wordt voor pijnbehandeling of voor pijncontrole, dan wordt<br />

een code uit categorie 338 als hoofddiagnose geplaatst, gevolgd door een code die de<br />

lokalisatie <strong>van</strong> de pijn weergeeft als nevendiagnose. Bij voorbeeld, een patiënt wordt<br />

opgenomen voor de behandeling <strong>van</strong> acute nekpijn, veroorzaakt door een trauma :<br />

HD: 338.11 “Acute pain due to trauma” (Acute pijn te wijten aan een trauma)<br />

ND: 723.1 “Cervicalgia” (Cervicalgie)<br />

2. Wanneer een patiënt opgenomen wordt voor om het even welk ander motief dan<br />

pijnbehandeling of controle, zonder dat een diagnose <strong>van</strong> de oorzaak <strong>van</strong> de pijn gesteld werd,<br />

dan wordt de code <strong>van</strong> de lokalisatie <strong>van</strong> de pijn eerst gecodeerd, gevolgd door de gepaste<br />

code uit categorie 338.<br />

Het Centraal pijn syndroom (338.0 ‘’Central pain syndrome) is een neurologische aandoening veroorzaakt<br />

door schade en/of dysfunctie <strong>van</strong> het centraal zenuwstelsel. De meest frequente oorzaken zijn<br />

een CVA, MS, tumoren, epilepsie, trauma, … De pijn geassocieerd met dit syndroom is zeer divers. De<br />

pijn is meestal wel constant maar kan kort of lang na de oorzakelijke aandoening optreden en beperkt of<br />

uitgebreid zijn. Het Déjérine-Roussy syndroom, het myelopathisch pijn syndroom en het thalamische<br />

pijn syndroom (hyperesthesie) worden ook onder 338.0 gecodeerd.<br />

Acute pijn begint plots. Het kan mild of ernstig zijn en enkele minuten tot enkele weken duren.<br />

Chronische pijn duurt weken tot maanden. Als acute pijn niet verholpen wordt, kan dit leiden tot<br />

chronische pijn, die kan persisteren zelfs als het oorzakelijk letsel geheeld is. De behandelende arts<br />

dient duidelijk te vermelden of de pijn acuut of chronisch is.<br />

Pijn wordt geklasseerd in categorie 338.1x en 338.2x, afhankelijk of de pijn acuut of chronisch is. Bij<br />

default wordt postoperatieve pijn die niet beschreven werd als acuut of chronisch, als acuut beschouwd.<br />

De normale postoperatieve pijn dient niet gecodeerd te worden. Enkel een ongewone of ongewoon<br />

uitgesproken postoperatieve pijn mag gecodeerd worden. Dit moet uiteraard als dusdanig vermeld zijn<br />

in het dossier.<br />

Pijn geassocieerd met devices, implantaten of greffes of specifieke postoperatieve complicaties wordt<br />

echter met de specifieke code uit hoofdstuk 17 gecodeerd. Bijkomende passende codes <strong>van</strong> de categorie<br />

338 mogen toegevoegd worden.<br />

338.3 wordt gebruikt voor neoplasma gerelateerde pijn, en dit ongeacht of de pijn acuut of chronisch<br />

is. Als de opname voor de controle <strong>van</strong> een dergelijke pijn is, dan dient de code 338.3 gebruikt te worden<br />

als HD. Het onderliggende neoplasma dient dan als nevendiagnose vermeld te worden.<br />

Bij het chronisch pijnsyndroom 338.4 gaat het om een langdurige, persisterende pijn die significant<br />

interfereert met de mogelijkheden <strong>van</strong> een patiënt om te functioneren in het dagelijkse leven. Het chronisch<br />

pijnsyndroom is een aparte aandoening, die niet verward mag worden met chronische pijn.<br />

Voor de codering <strong>van</strong> neuropatische pijn veroorzaakt door ziekten <strong>van</strong> het centrale of perifere<br />

zenuwstelsel zonder nadere precisering, en als het niet mogelijk is om een specifiekere code toe te<br />

kennen voor de neuropatische pijn, kan code 729.2 toegekend worden voor die pijn (door te zoeken via<br />

“pain; nerve “)<br />

6. Andere hoofdpijn syndromen (‘‘Other headache syndromes’’) [339]<br />

De categorie 339 werd toegevoegd in <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> 2009 en bestaat uit 6 nieuwe subcategorieën en 23<br />

nieuwe codes. De 6 grote subcategorieën zijn:<br />

339.0 ‘’Cluster headaches and other trigeminal autonomic cephalgias – TACS’’ (Cluster hoofdpijn<br />

en andere trigeminale autonome cefalgie)<br />

339.1 ‘’Tension type headache’’ (Spanningshoofdpijn)<br />

Handboek <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> Codering<br />

<strong>2011</strong>/<strong>2012</strong> officiële versie<br />

139

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!