Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...
Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...
Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.3. Insufficiëntie <strong>van</strong> de cervix<br />
De incompetentie of insufficiëntie <strong>van</strong> de cervix is een aandoening waarbij de baarmoederhals begint te<br />
dilateren en te verstrijken, zonder pijn en zonder uteruscontracties. Ze treedt op ten gevolge <strong>van</strong> de verzwakking<br />
<strong>van</strong> de baarmoederhals onder de toenemende druk <strong>van</strong> de baarmoeder door de evolutieve<br />
zwangerschap en vooraleer deze voldragen is. Deze pathologie is verantwoordelijk voor miskramen en<br />
vroeggeboorten tijdens het tweede en derde trimester na een vroegtijdig breken <strong>van</strong> de vliezen. De insufficiëntie<br />
<strong>van</strong> de baarmoederhals tijdens de zwangerschap wordt gecodeerd met de code 654.5x<br />
"Cervical incompetence" (Cervixinsufficiëntie). De cerclage <strong>van</strong> de baarmoederhals is een chirurgische<br />
procedure gebruikt als behandeling <strong>van</strong> deze ‘’insufficiëntie <strong>van</strong> de cervix’’. Het doel is het cervicale<br />
kanaal te vernauwen en de spier te versterken door middel <strong>van</strong> hechtingen. Gewoonlijk gebeurt de cerclage<br />
<strong>van</strong> de baarmoederhals transvaginaal, met gebruik <strong>van</strong> een speculum. Maar ze kan ook via<br />
transabdominale weg uitgevoerd worden, wat toelaat de hechtingen op het gewenste niveau te plaatsen.<br />
De cerclage kan door een abdominale incisie uitgevoerd worden, indien de baarmoederhals te kort,<br />
verdwenen of totaal misvormd is.<br />
De cerclage <strong>van</strong> de cervix wordt als volgt gecodeerd:<br />
67.51 "Transabdominal cerclage of cervix" (Transabdominale cerclage <strong>van</strong> de cervix)<br />
67.59 "Other cerclage of cervix" (Andere cerclage <strong>van</strong> de cervix)<br />
De transvaginale cerclage (Operatie <strong>van</strong> Shirodkar), de operatie <strong>van</strong> McDonald en de cerclage <strong>van</strong> de<br />
baarmoederisthmus worden met de code 67.59 gecodeerd.<br />
De code 654.5x “Cervical incompetence complicating pregnancy, childbirth, or the puerperium” (Cervixinsufficiëntie<br />
als complicatie <strong>van</strong> zwangerschap, geboorte of het puerperium) wordt zowel gebruikt<br />
voor de pathologie waarvoor een cerclage wordt uitgevoerd als voor de status post-cerclage.<br />
4.4. Perineale scheuren<br />
De perineale scheuren worden onderverdeeld in vier graden <strong>van</strong> ernst in de subcategorieën 664.0x tot<br />
664.3x "First degree perineal laceration ; second …. ; third …. ; fourth …." (Eerste graad laceratie <strong>van</strong><br />
het perineum; tweede….; derde…..; vierde… ). De inclusienota's voor deze codes geven telkens weer<br />
welke anatomische structuren betrokken zijn bij elke graad <strong>van</strong> ernst. Indien er meerdere ernstgraden<br />
zijn, wordt enkel de code voor de zwaarste graad toegekend. De code 75.69 "Repair of other current<br />
obstetric laceration" (Herstel <strong>van</strong> een andere obstetrische laceratie) wordt gebruikt voor het herstellen<br />
<strong>van</strong> een perineale laceratie. De code 75.62 ‘’Repair of current obstetric laceration of rectum and sphincter<br />
ani” (Herstel <strong>van</strong> obstetrische verwonding <strong>van</strong> rectum en sfincter ani) moet gebruikt worden<br />
wanneer letsels <strong>van</strong> het rectum en de sphincter ani gehecht worden.<br />
Occasioneel kan een episiotomie zich uitbreiden tot een laceratie of een perineale scheur. In dit geval<br />
wordt de code voor een episiotomie (73.6 ‘’Episiotomy’’) samen met de code 75.69 “Repair of other current<br />
obstetric laceration” (Herstel <strong>van</strong> andere obstetrische verwonding) toegekend als procedurecodes.<br />
Als diagnosecode wordt de juiste code uit categorie 664 “Trauma to perineum and vulva during delivery”<br />
(Trauma <strong>van</strong> vulva of perineum gedurende bevalling) gebruikt en dit specifiek om de laceratie te beschrijven.<br />
4.5. Rhesus problematiek<br />
Wanneer een dame Rhesus negatief is en zwanger is <strong>van</strong> haar eerste kind dat Rhesus positief is, bestaat<br />
de kans dat er anti-lichamen tegen de Rhesusfactor gevormd worden door de moeder, wanneer er<br />
bloed contact is tussen moeder en kind. Dit contact is meest waarschijnlijk bij de geboorte, maar kan<br />
ook plaatsvinden bvb bij (bloederige) obstetrische problemen. Bij deze eerste zwangerschap zal de<br />
foetus niet aangetast worden door deze anti-lichamen. Wanneer de dame opnieuw zwanger wordt <strong>van</strong><br />
een Rhesus positief kind, dan bestaat de kans dat deze anti-lichamen foetale problemen (zoals hydrops<br />
foetalis) doen ontstaan. Teneinde het ontstaan <strong>van</strong> deze specifieke anti-lichamen te voorkomen, worden<br />
de zwangere tijdens de eerste zwangerschap met een Rhesus probleem geïnjecteerd met Rhogam® en<br />
dit meestal op 30-35 weken zwangerschap en na de geboorte (of abortus). Het toedienen <strong>van</strong><br />
Rhogam® is steeds een preventieve maatregel, die voorkomt dat de moeder eigen anti-lichamen gaat<br />
aanmaken.<br />
Wanneer er echter in het verleden een Rhesus iso-immunisatie is opgetreden (aanmaak eigen antilichamen<br />
door de moeder) dan moeten de volgende zwangerschap(pen) rigoureus opgevolgd worden.<br />
Het toedienen <strong>van</strong> Rhogam® heeft op dat moment geen enkele zin meer.<br />
Handboek <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> Codering<br />
<strong>2011</strong>/<strong>2012</strong> officiële versie<br />
297