04.09.2013 Views

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

F<br />

Basiscodeerrichtlijnen<br />

De basis codeerregels die worden besproken in dit hoofdstuk zijn <strong>van</strong> toepassing op het volledige <strong>ICD</strong>-<br />

9-<strong>CM</strong> classificatiesysteem. Het volgen <strong>van</strong> deze regels is essentieel om de juiste code te selecteren en<br />

om tot een correcte volgorde <strong>van</strong> de codes te komen. Richtlijnen die <strong>van</strong> toepassing zijn op specifieke<br />

hoofdstukken <strong>van</strong> de <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> classificatie zullen worden besproken in de rele<strong>van</strong>te hoofdstukken <strong>van</strong><br />

dit handboek. Echter, niet alle specifieke gevallen kunnen exhaustief behandeld worden. In die gevallen<br />

dient men terug te vallen op deze basiscodeerrichtlijnen. Ook de diverse groepers (bvb APR-DRG<br />

versie 15, 20, 24 en 28) zijn gebouwd op deze regels. Zondigen tegen deze fundamentele codeerregels<br />

raakt dan ook aan de fundamenten <strong>van</strong> de pathologiegestuurde financiering en is dus niet<br />

aanvaardbaar.<br />

1. Gebruik zowel de alfabetische index als de systematische lijst<br />

Het eerste principe is dat zowel de alfabetische lijst of “index” als de systematische lijst moeten gebruikt<br />

worden om de aangewezen codes te lokaliseren en toe te kennen. De aandoening of de procedure die<br />

gecodeerd dient te worden moet eerst gelokaliseerd worden in de index, en de gevonden code moet<br />

dan geverifieerd worden in de systematische lijst (tabellen).<br />

De codeerster moet alle instructies volgen om zich er<strong>van</strong> te vergewissen dat meer specifieke codes of<br />

belangrijke opmerkingen niet vergeten worden.<br />

Ervaren codeersters werken soms enkel op basis <strong>van</strong> hun geheugen voor frequente codes, maar een<br />

frequent consulteren <strong>van</strong> de alfabetische index en de systematische lijst is belangrijk, zelfs voor ervaren<br />

codeersters.<br />

2. Ken codes toe op het hoogste niveau <strong>van</strong> detail<br />

Een tweede basisprincipe is dat zo specifiek mogelijke codes moeten gebruikt worden, dus ook het laatste<br />

cijfer moet gebruikt worden. M.a.w. als er een specifiekere code is in een categorie moet die<br />

gebruikt worden. Een 3-cijferige code kan enkel gebruikt worden als er geen 4 of 5-cijferige code is in<br />

die categorie, een 4-cijferige enkel als er geen 5-cijferige code is. En als er 5 cijfers beschikbaar zijn in<br />

een categorie moeten ze ook alle 5 gebruikt worden.<br />

Voor procedurecodes geldt hetzelfde principe. 2-cijferige codes worden niet aanvaard, en 3 cijfers zijn<br />

enkel voldoende als er geen 4-cijferige code is in de desbetreffende subcategorie<br />

Met andere woorden : alle cijfers moeten gebruikt worden. Er kunnen er geen toegevoegd worden en er<br />

kunnen er geen weggelaten worden. De enige uitzondering zijn de codes die een 5de cijfer vereisen,<br />

maar die geen 4de cijfer hebben – daar moet op de 4de plaats een 0 ingevuld worden.<br />

Onderstaande voorbeelden aan de hand <strong>van</strong> het <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> handboek illustreren deze principes:<br />

1. Volume 1, categorie 540: “Acute appendicitis” (Acute appendicitis). Hier is er een<br />

onderverdeling aangeduid met een 4de cijfer [bvb 540.0 “Acute appendicitis with generalized<br />

peritonitis” (Acute appendicitis met gegeneraliseerde peritonitis)].<br />

Omdat er een 4 cijferige onderverdeling aanwezig is, kan de code 540 niet toegekend worden.<br />

De code 540.0, 540.1 of 540.9 dient gebruikt te worden.<br />

2. Volume 1, categorie 491, chronische bronchitis heeft 5 4-cijferige onderverdelingen (491.0,<br />

491.1, 491.2, 491.8, 491.9). Enkel subcategorie 491.2 heeft ook een 5de cijfer (491.20, 491.21<br />

en 491.22). Voor deze subcategorie moeten er 5 cijfers gebruikt worden, voor de andere<br />

subcategorieën uit deze reeks moeten er maar 4 gebruikt worden<br />

3. Volume 3, code 74.1: “Low cervical cesarean section” (Laag cervicale keizersnede). Deze code<br />

is volledig met zijn 3 cijfers, daar er geen onderverdelingen zijn.<br />

4. Volume 3, categorie 79: “Reduction of fracture and dislocation” (Repositie <strong>van</strong> fractuur en<br />

luxatie). Hier staat voor diverse 3-cijferige subcategorieën [beginnende met 79.0 “Closed reduction<br />

of fracture without internal fixation” (Gesloten repositie <strong>van</strong> fractuur zonder interne fixatie)]<br />

een verplicht te gebruiken 4de cijfer dat de anatomische plaats aanduidt. Dit is om plaats te<br />

besparen in het boek niet herhaald bij iedere subcategorie.<br />

Handboek <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> Codering<br />

<strong>2011</strong>/<strong>2012</strong> officiële versie<br />

32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!