Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...
Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...
Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.3. Andere obstetrische zorgen<br />
Wanneer de opname of het contact andere obstetrische zorgen dan een bevalling betreft, dan moet de<br />
hoofddiagnose overeenstemmen met de complicatie die de opname of het contact noodzaakte.<br />
Indien meer dan één complicatie aanwezig is, dan kan om het even welke die behandeld of opgevolgd<br />
werd als hoofddiagnose geplaatst worden.<br />
Wanneer de reden <strong>van</strong> opname of <strong>van</strong> het contact, geen verband heeft met de huidige zwangerschap<br />
en dit expliciet door de behandelend arts in het medisch dossier als dusdanig vermeld wordt dan, wordt<br />
de code V22.2 "Incidental pregnancy" (Toestand <strong>van</strong> zwangerschap, incidenteel) toegekend als<br />
nevendiagnose. Deze code wordt nooit gebruikt als hoofddiagnose en geen enkele code uit hoofdstuk<br />
11 <strong>van</strong> <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> mag in dit geval gebruikt worden.<br />
De codes V22.0 "Supervision of normal first pregnancy" (Toezicht op de eerste normale zwangerschap)<br />
en V22.1 "Supervision of other normal pregnancy" (Toezicht op andere normale zwangerschap) worden<br />
in de Belgische MG-MZG registraties niet gebruikt, omdat deze enkel in de ambulante zorg mogen<br />
gebruikt worden. Idem voor code V65.11 "Pediatric pre-birth visit for expectant mother" (Antenatale<br />
pediatrische consultatie <strong>van</strong> een zwangere moeder).<br />
Codes uit de categorie V23 ‘’Supervision of high-risk pregnancy” (Toezicht <strong>van</strong> ‘’hoogrisico’’<br />
zwangerschap) worden enkel gebruikt in een poliklinische setting, met andere woorden worden deze<br />
codes niet gebruikt in de Belgische MG-MZG registratie. Indien een patiënte gehospitaliseerd wordt<br />
(zowel in klassieke hospitalisatie als in daghospitalisatie) voor een welbepaald probleem dan dient het<br />
probleem als hoofddiagnose gecodeerd te worden en niet de V23 code. Bijvoorbeeld :<br />
• 646.3x ‘’Pregnancy complication, recurrent pregnancy loss” (Complicatie bevalling,<br />
herhaaldelijke zwangerschapsonderbrekingen) : deze code dient gebruikt te worden in plaats<br />
<strong>van</strong> V23.2 ‘’Pregnancy with history of abortion” (Controle <strong>van</strong> een zwangerschap met abortus in<br />
de anam nese) voor de beschrijving <strong>van</strong> 3 of meer abortussen in het verleden.<br />
• 659.4x ‘’Grand multiparity, with current pregnancy” (Grandemultipara, met huidige zwangerschap)<br />
gebruikt te worden in plaats <strong>van</strong> de code “V23.3 Pregnancy with grand multiparity”<br />
(Controle <strong>van</strong> een grande multipariteit) om aan te geven dat de zwangere in kwestie reeds meer<br />
dan 5 kinderen gebaard heeft.<br />
• Aangezien de leeftijd <strong>van</strong> de moeder als een complicatie aanschouwd wordt, indien deze meer<br />
dan 35 jaar is of jonger dan 16 bij de (voorziene) bevalling, dient een code uit categorie 659.xx<br />
gebruikt te worden. De overeenkomstige V23 code mag niet gebruikt worden.<br />
Indien de patiënte in de voorgeschiedenis obstetrische problemen vertoont heeft die op heden (niet) als<br />
probleem aanzien worden, dan kunnen deze met codes uit subcategorie V13.2 ‘’Personal history of<br />
other genital system and obstetric disorders” gecodeerd worden. In deze subcategorie is er één specifieke<br />
code, in het bijzonder V13.21 ‘’Personal history of pre-term labor” (Persoonlijke anamnese <strong>van</strong><br />
pre-terme arbeid). De andere aandoeningen (zoals voorgeschiedenis <strong>van</strong> in utero chirurgie) kunnen met<br />
de code V13.29 ‘’Personal history of other genital system and obstetric disorders” (Persoonlijke<br />
anamnese met andere aandoeningen <strong>van</strong> het genitaal systeem en verloskundige stoornissen) <strong>van</strong><br />
gecodeerd worden, voor zover dit gewenst is. Indien er in de voorgeschiedenis sprake is <strong>van</strong> een mola<br />
zwangerschap, dan kan dit met de code V13.1 ‘’Personal history of trophoblastic disease”<br />
(Persoonelijke anamnese met ziekten <strong>van</strong> de trofoblast) gecodeerd worden.<br />
Opgelet: indien met deze pathologieën opzoekt via de alfabetische index, dan bekomt men de codes uit<br />
de V23 categorie! Men moet deze codes echter steeds nakijken naar inhoud in de tabulaire index en<br />
daar bemerkt men dat deze codes enkel gebruikt mogen worden voor ambulante/poliklinische patiënten.<br />
Wanneer een patiënte buiten het ziekenhuis bevalt en als ze vervolgens opgenomen wordt voor postpartum<br />
zorgen zonder dat er complicaties zijn, dan wordt de code V24.0 "Postpartum care and examination<br />
immediately after delivery" (Post-partum zorgen en onderzoek onmiddellijk na de bevalling) als<br />
hoofd-diagnose geplaatst. Ingeval <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> een post-partum complicatie, dan wordt de<br />
code <strong>van</strong> deze laatste als hoofddiagnose geplaatst en mag de code V24.0 niet gebruikt worden.<br />
Voorbeeld 11 18 :<br />
Een vrouw wordt opgenomen na een bevalling in de auto <strong>van</strong> haar man. Bij opname wordt een<br />
perineale 1ste graads-laceratie vastgesteld. In dit geval wordt de code 664.04 "First-degree laceration,<br />
postpartum" (Eerstegraadslaceratie tijdens het post-partum) gebruikt en niet de code V24.0.<br />
Handboek <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> Codering<br />
<strong>2011</strong>/<strong>2012</strong> officiële versie<br />
295