04.09.2013 Views

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De regels voor het coderen <strong>van</strong> de nevendiagnoses en de voorbeelden moeten grondig worden gelezen<br />

om te begrijpen welke redenering wordt gebruikt bij de keuze <strong>van</strong> de te vermelden nevendiagnoses.<br />

2.1. Vroegere pathologieën die worden vermeld als diagnose<br />

Soms neemt de arts in zijn conclusies oude informatie of toestanden op die het resultaat zijn <strong>van</strong> chirurgische<br />

ingrepen die werden uitgevoerd tijdens een vroegere hospitalisatie en die geen invloed hebben<br />

op de huidige hospitalisatie. Dergelijke pathologieën hoeven niet te worden gecodeerd.<br />

Voorbeeld C 16 :<br />

Een patiënt wordt opgenomen wegens acuut hartinfarct en de arts vermeldt in de voorgeschiedenis dat<br />

deze patiënt reeds een cholecystectomie onderging en het jaar ervoor reeds werd gehospitaliseerd voor<br />

pneumonie. Bij het ontslag vermeldt de arts als diagnose het acute hartinfarct, de post-cholecystectomiestatus<br />

en het antecedent <strong>van</strong> pneumonie. Alleen het acute hartinfarct moet worden gecodeerd, de<br />

andere pathologieën hebben geen gevolgen voor de huidige zorgepisode.<br />

HD : 410.91 ”Acute myocardial infarction, unspecified site, initial episode of care”<br />

(Acuut myocard infarct, niet gespecificeerde lokalisatie, eerste behandelingsperiode)<br />

2.2. Andere vermelde diagnoses die niet worden gedocumenteerd<br />

Als een arts een diagnose vermeldt in zijn conclusies, moet deze normaal gesproken worden gecodeerd.<br />

Als geen enkele documentatie in het medisch dossier betrekking heeft op deze diagnose, moet<br />

de arts worden geraadpleegd om te weten of de diagnose voldoet aan de registratiecriteria. Zo ja, dan<br />

moet aan de arts bijkomende informatie worden gevraagd. Pathologieën coderen waarvoor er geen documentatie<br />

in het dossier <strong>van</strong> de patiënt voorhanden is, zou in strijd zijn met de registratiecriteria in de<br />

MG-MZG.<br />

Voorbeeld C 17 :<br />

Een jongen <strong>van</strong> 10 jaar wordt opgenomen voor een open fractuur <strong>van</strong> tibia en fibula als gevolg <strong>van</strong> een<br />

fietsongeval. Bij het klinisch onderzoek ziet de arts een nevus op het been en stelt hij vast dat de patiënt<br />

een kleine asymptomatische liesbreuk heeft. Deze drie diagnoses worden vermeld in het document. De<br />

fractuur wordt op open wijze gereduceerd met behulp <strong>van</strong> intern fixatiemateriaal ; de nevus en de liesbreuk<br />

worden niet behandeld en hoeven niet verder onderzocht te worden tijdens deze hospitalisatie.<br />

De nevus en de liesbreuk kunnen niet worden vermeld omdat niets erop wijst dat ze enige invloed hadden<br />

op de zorgepisode.<br />

HD : 823.92 “Fracture of tibia and fibula unspecified part, open, fibula with tibia”<br />

(Fractuur <strong>van</strong> niet gespecificeerde deel <strong>van</strong> fibula en tibia, open, fibula met tibia)<br />

Ingreep: 79.36 “Open reduction of fracture with internal fixation, tibia and fibula”<br />

(Open repositie <strong>van</strong> een fractuur met inwendige fixatie, tibia en fibula)<br />

Voorbeeld C 18 :<br />

Een patiënt wordt opgenomen met een acuut hartinfarct. De arts vermeldt in zijn conclusies eveneens<br />

strabisme en een “eltknobbel” waarvoor er geen evaluatie of behandeling wordt gegeven. Om die reden<br />

moet er geen enkele code worden toegevoegd voor het strabisme of voor de "eeltknobbel”.<br />

HD : 410.91 “Acute myocardial infarction, unspecified site, initial episode of care”<br />

(Acuut myocard infarct, niet gespecificeerde lokalisatie, eerste behandelingsperiode)<br />

2.3. Chronische pathologieën waarop de hoofdbehandeling niet gericht is<br />

Sommige diagnoses zoals hypertensie, ziekte <strong>van</strong> Parkinson, hypothyreoïdie, chronische nierziekte of<br />

diabetes mellitus zijn chronische systeemaandoeningen die gewoon moeten worden gecodeerd, zelfs<br />

als er geen interventie of gedocumenteerde evaluatie plaatsvindt. Hoewel het geen systeemaandoeningen<br />

zijn, behoren de chronische obstructieve longziektes ook tot deze categorie. Dergelijke pathologieën<br />

vereisen bijna altijd een continue klinische evaluatie of een toezicht tijdens de hospitalisatie en<br />

kunnen ook bijkomende verpleegkundige zorgen vereisen.<br />

Voorbeeld C 19 :<br />

Een patiënt wordt opgenomen na een heupfractuur; er wordt melding gemaakt <strong>van</strong> een diagnose <strong>van</strong> de<br />

ziekte <strong>van</strong> Parkinson in de voorgeschiedenis en bij het klinisch onderzoek. Het verpleegkundig dossier<br />

wijst erop dat de patiënt bijkomende zorgen nodig heeft wegens zijn ziekte <strong>van</strong> Parkinson. Deze zal gecodeerd<br />

worden.<br />

HD 820.8 “Fracture of neck of femur, unspecified part of neck of femur, closed”<br />

(Fractuur <strong>van</strong> niet gespecificeerde deel <strong>van</strong> de femurhals, gesloten)<br />

ND : 332.0 ‘’Paralysis agitans’’ (Paralysis agitans)<br />

Handboek <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> Codering<br />

<strong>2011</strong>/<strong>2012</strong> officiële versie<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!