04.09.2013 Views

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

Codeerhandboek ICD-9-CM 2011 / 2012 - Ministerie van Sociale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De geïmplanteerde veneuze toegangsweg (Port-A-Cath ®) komt frequent voor bij patiënten die geregeld<br />

intraveneuze medicatie moeten krijgen, zoals bijvoorbeeld chemotherapie. De hoofddiagnose bij de<br />

plaatsing er<strong>van</strong> is de onderliggende oorzaak waarvoor de patiënt is opgenomen, en niet V58.81 “Fitting<br />

and adjustment of vascular Katheter” (Plaatsen en bijstellen <strong>van</strong> vasculaire catheter).<br />

Er bestaat geen code voor het aanleggen <strong>van</strong> een externe infusiepomp. Alleen de toegangsweg, 38.93<br />

“Puncture of vessel, venous catheterization, NEC” (Andere veneuze katheterisatie), wordt meegegeven.<br />

Het verwijderen <strong>van</strong> dit materiaal krijgt code 86.05 “Incision with removal of foreign body or device from<br />

skin and subcutaneous tissue” (Incisie met verwijderen <strong>van</strong> vreemd voorwerp of toestel uit de huid en<br />

onderhuids weefsel) mee.<br />

5.6. Andere procedures op hart- en bloedvatenstelsel<br />

5.6.1. Transmyocardiale hartrevascularisatie<br />

Transmyocardiale laser revascularisatie (TMR) wordt gebruikt als behandeling voor ernstige angor of<br />

zware thoracale pijn bij patiënten bij wie bypasschirurgie of PTCA gecontraïndiceerd zijn (hoog-risico,<br />

recidief, transplanthart of diffuse atherosclerose). Soms worden TMR en CABG gecombineerd<br />

toegepast.<br />

TMR bestaat erin met een CO2–laser een 20 tot 50-tal kleine gaatjes te boren doorheen het myocard.<br />

Kleine resulterende bloedingen worden manueel gestelpt tijdens de ingreep. Het hart wordt hierbij niet<br />

stilgelegd. EKG en transoesofagale echografie maken monitoring <strong>van</strong> het hart mogelijk.<br />

De pathofysiologie <strong>van</strong> TMR is niet volledig duidelijk: revascularisatie <strong>van</strong> de hartspier <strong>van</strong>uit het<br />

linkerventrikel, angiogenese in het myocard of zelfs denervatie waardoor de pijn verdwijnt. De techniek<br />

blijkt hoe dan ook veilig en doeltreffend.<br />

Correcte codering gebeurt a.d.h.v. subreeks 36.3 “Other heart revascularization” (Andere hartrevascularisatie)<br />

op basis <strong>van</strong> de toegangsweg:<br />

via thoracotomie: 36.31 “Open chest transmyocardial revascularization”<br />

(Openhart transmyocardiale revascularisatie)<br />

thoracoscopisch: 36.33 “Endoscopic transmyocardial revascularization”<br />

(Endoscopische transmyocardiale revascularisatie)<br />

percutaan, endovasculair: 36.34 “Percutaneous transmyocardial revascularization”<br />

(Percutane transmyocardiale revascularisatie)<br />

overig: 36.32 “Other transmyocardial revascularization”<br />

(Andere transmyocardiale revascularisatie)<br />

Begeleidende sternotomie, thoracotomie en/of angioplastie maken integraal deel uit <strong>van</strong> de ingreep en<br />

krijgen dus geen aparte procedurecode mee. Gebruik <strong>van</strong> robotica moet bijkomend gecodeerd worden<br />

met subcategorie 17.4 “Robotic assisted procedures” (Robotgeassisteerde procedures).<br />

Andere beschikbare technieken tenslotte, zitten allen vervat in code 36.39 “Other heart<br />

revascularization” (Andere hartrevascularisatie).<br />

5.6.2. Ondersteuning <strong>van</strong> hart- en circulatoire functie door middel <strong>van</strong> externe pompen<br />

Globaal gezien gaat het hier over uitwendige pompsystemen die via canules met de bloedsomloop en/of<br />

het hart verbonden zijn. Er zijn verscheidene types op de markt met elk een verschillende indicatie.<br />

Subcategorie 37.6 “Implantation of heart and circulatory assist system(s)” (Implantatie <strong>van</strong> systemen ter<br />

ondersteuning <strong>van</strong> hart- en circulatoire functie) bevat de gepaste procedurecodes.<br />

Ondersteuning <strong>van</strong> de circulatoire functie op korte termijn d.m.v. een extern systeem wordt<br />

weergegeven met 37.62 “Insertion of temporary non-implantable extracorporeal circulatory assist<br />

device” (Insertie <strong>van</strong> een tijdelijk niet-implanteerbaar extracorporeel systeem ter ondersteuning <strong>van</strong> de<br />

circulatoire functie). Deze wordt voornamelijk in acute situaties gebruikt. Het verwijderen er<strong>van</strong> zit vervat<br />

in de procedurecode.<br />

Externe hartondersteunende systemen kunnen na een cardiochirurgische operatie geplaatst worden<br />

omwille <strong>van</strong> postcardiotomische ventrikeldysfunctie – d.i. het falen <strong>van</strong> het hart na een ingreep. Het<br />

betreft:<br />

Handboek <strong>ICD</strong>-9-<strong>CM</strong> Codering<br />

<strong>2011</strong>/<strong>2012</strong> officiële versie<br />

214

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!