31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Oosthuizen, Beets en Wormer gevestigd, maar niet alleen daar. Zo was, afgaande op de<br />

diverse predikantenlijsten, het aantal deels gecombineerde gereformeerde gemeenten in<br />

de coetus <strong>Edam</strong> in 1580 reeds uitgebreid tot 13 en in 1585 tot 20, samen goed voor<br />

respectievelijk acht en tien predikantsplaatsen.<br />

Synode en <strong>classis</strong> over de bediening van de doop<br />

Om te zien hoe de Noord-Hollandse synode omging met de vraag tot wie de zorg van de<br />

gereformeerde kerk als publieke kerk zich uitstrekte, zal allereerst gekeken worden naar<br />

de wijze waarop men omging met de kinderdoop. Dat dit onderwerp ook binnen de<br />

synode zelf hoog op de agenda stond, blijkt al direct uit de punten besproken op de<br />

eerste synodale vergadering in Noord-Holland. Na de 'reformatie der papen', was dit het<br />

tweede punt dat een grondige behandeling vroeg en kreeg. <strong>De</strong> vraag luidde of men alle<br />

kinderen zonder onderscheid moest dopen, ongeacht de geloofsopvattingen van hun<br />

ouders. <strong>De</strong> synode antwoordde hierop dat het te prijzen zou zijn, wanneer een predikant<br />

alleen kinderen van lidmaten zou dopen, als hij ter plaatse zijn dienst van die van de<br />

katholieken kon afzonderen. Zou dit echter onrust veroorzaken, dan diende men zonder<br />

onderscheid te dopen. <strong>De</strong> ouders hoorden wel vanaf de kansel vermaand te worden zélf<br />

naar de predikant te komen, zodat zij over de doop en de gelovige opvoeding van hun<br />

kind onderricht konden worden. Bleven zij echter weg, dan mocht het kind toch gedoopt<br />

worden, opnieuw: om onrust te vermijden. 257<br />

Een jaar later ging men zelfs zover dat kinderen ook tegen de wil van de ouders in, door<br />

‘goede persoonen’ ten doop gepresenteerd mochten worden, omdat ook deze kinderen<br />

immers Gods bondgenoten zijn. Aan die ‘goede persoonen’ werden geen taken<br />

opgelegd inzake de geloofsopvoeding van deze kinderen. Het waren de dienaren des<br />

Woords die, voor zover mogelijk, alle dopelingen hoorden op te voeden in de ware<br />

leer. 258 <strong>De</strong> aanwezigheid van de vader bij de doop, zoals voorgeschreven door de<br />

Dordtse synode van 1578, werd in Noord-Holland alleen verwacht bij dopelingen<br />

aangeboden door lidmaten. Bij de andere dopelingen werd wel op de aanwezigheid van<br />

de vaders gehoopt, maar stelde men geen eisen. 259 Wel werd deze bepaling in 1586<br />

verklaard worden, waarom deze drie wel genoemd werden en andere grote dorpen als<br />

Schellingwoude, Ransdorp en Purmerland niet. Er moeten dus (ook) andere motieven<br />

meegespeeld hebben. Eén daarvan zal de ligging ten opzichte van het strijdtoneel<br />

geweest zijn. In plaatsen waar tot eind mei 1574 de burgeroorlog aan den lijve werd<br />

ondervonden, kan van de bevolking eerder een afwachtende houding ten aanzien van de<br />

nieuwe leer worden verwacht, dan in plaatsen die meer in het noorden van het<br />

Noorderkwartier lagen. Maar dit verklaart niet waarom bijvoorbeeld Wormer wel wordt<br />

genoemd en het verder van Amsterdam gelegen Purmerland niet. <strong>De</strong> lokale religieuze<br />

en politieke verhoudingen zullen dus ook een rol gespeeld hebben. Zie verder paragraaf<br />

3.1.<br />

257 Acta van de Noord-Hollandse synode, 16.8.<strong>1572</strong> (art. 2). <strong>De</strong> formulering wijst erop<br />

dat binnen Noord-Holland op grond van de religievredes, op dat moment de katholieke<br />

zielszorg nog gewoon voortgang vond, inclusief doopbedieningen.<br />

258 Acta van de Noord-Hollandse synode, 6.7.1573 (art. 5), 6.10.1573 (art. 9). Pas in<br />

1595 stelde de synode vraagtekens bij deze taak, als zijnde wenselijk, maar zeker in de<br />

steden onhaalbaar; acta van de Noord-Hollandse synode, 19.6.1595, part. kwestie<br />

ingebracht vanuit Amsterdam (art. 44).<br />

259 Acta van de nationale synode van Dordrecht, 1578, Cap. IV, art. 9; Acta van de<br />

hoofdstuk 2/ pag. 119

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!