31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

vanzelfsprekend dat de derde en vierde generatie lidmaat werden uit gewoonte, zonder<br />

veel “persoonlijke geestdrift voor vroomheid”, zoals Pollmann noteert. 13 Dit laatste zal<br />

zeker een rol gespeeld hebben, maar doet in ieder geval de gereformeerde lidmaten in<br />

Monnickendam geen recht.<br />

VI. Tot besluit<br />

Helaas zijn er geen gegevens over de aantallen doopsgezinden en katholieken<br />

overgeleverd voor de hier onderzochte periode. Ik heb dus niet kunnen nagaan in welke<br />

mate deze stromingen getalsmatig profiteerden van de groeiende ruimte op lokaal<br />

niveau om hun eigen godsdienst uit te oefenen. Evenmin kunnen we iets zeggen over<br />

het verloop van die groei aan katholieke en aan doopsgezinde zijde, noch over het<br />

uiteindelijke motief van gelovigen om te kiezen voor het lidmaatschap van de ene of de<br />

andere geloofsgemeenschap.<br />

Gezien de geschetste ontwikkelingen in de drie steden en binnen de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong> in de<br />

jaren 1630-<strong>1650</strong>, denk ik niet dat de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende<br />

stromingen rond <strong>1650</strong> al volledig uitgekristalliseerd waren. Er was in <strong>1650</strong> nog geen<br />

sprake van een fixatie van de religieuze verhoudingen, wel van duidelijk herkenbare<br />

patronen. Het zou daarom de moeite waard zijn om de religieuze ontwikkelingen ook<br />

voor de tweede helft van de 17 e eeuw in kaart te brengen voor deze drie steden en voor<br />

de <strong>classis</strong> als geheel.<br />

Om het interne en externe confessionaliseringsproces op regionaal niveau in beeld te<br />

kunnen brengen voor de gereformeerde kerk, was het noodzakelijk om de<br />

wisselwerking tussen <strong>classis</strong> en synode en tussen <strong>classis</strong> en kerkenraden over een<br />

langere periode te analyseren. Alleen langs die weg kon de eigen inbreng van de<br />

verschillende organen op waarde worden geschat. Zo kon op lokaal niveau al in de jaren<br />

’30 een vorm van omgangsoecumene ontstaan, omdat het ageren tegen katholieken en<br />

in mindere mate tegen de doopsgezinden aan de Noord-Hollandse synode en deels aan<br />

de <strong>classis</strong> overgelaten kon worden.<br />

Door vergelijking van de gegevens uit de synodale en classicale acta en uit de<br />

kerkenraadnotulen kwamen standpunten en verschuivingen in de tijd boven water die<br />

anders waarschijnlijk niet ontdekt waren. Bovendien konden zo leemten in de bronnen,<br />

bijvoorbeeld voor de jaren <strong>1572</strong>-1592 worden opgevuld. Al met al hebben deze bronnen<br />

een boeiende inkijk opgeleverd in de manier waarop de gereformeerde voormannen en<br />

hun geloofsgenoten zich met hart en ziel en soms met de moed der wanhoop hebben<br />

ingezet voor de op- en uitbouw van hun kerk. Zij deden dat in een door oorlog en strijd<br />

verwoest land, waarin zeker in de eerste decennia veel wantrouwen en onverschilligheid<br />

overwonnen moest worden en waarin de traditionele eenheid tussen kerk en staat<br />

voorgoed verleden tijd was. <strong>De</strong> classicale organisatie, meestal in de rug gesteund door<br />

de synodale vergaderingen, vervulde hierbij een belangrijke rol met name door haar<br />

zorg en inzet voor de predikanten en voor de onderlinge eenheid.<br />

13 Pollmann, Een andere weg naar God, p. 190. Haar studie laat zien dat de overgang van het<br />

katholicisme naar het protestantisme voor velen geen radicale breuk was, maar een geleidelijk proces,<br />

waarbij een combinatie van religieuze en maatschappelijke factoren een rol speelde. (aldus een<br />

samenvatting van Selderhuis, Handboek Nederlandse kerkgeschiedenis, pp. 302-303).<br />

conclusies/ pag. 438

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!