31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nauwelijks een jaar later wordt de komst gemeld van een tweede ‘priester vande<br />

papisten’, mr. Jacob Olij, zonder dat duidelijk wordt of ook hij zich aan die plakkaten<br />

wenste te onderwerpen. 148 Vanaf dat moment beschikten de katholieken dus ook in<br />

Monnickendam over hun eigen voorgangers. Iets waar we in de kerkenraadsacta niets<br />

over lezen. <strong>De</strong> lokale overheid, vanaf de wetverzetting in 1619 voorzien van sterkere<br />

personele banden met de kerkenraad 149 , maakte zich al met al heel wat drukker over het<br />

katholicisme dan de kerkenraad!<br />

<strong>De</strong> balans opmakend kan gesteld worden dat men binnen de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong>, anders dan in<br />

de andere Noord-Hollandse classes, pas na 1620 en vooral na 1630 echt te maken had<br />

met het weer opbloeiende katholicisme. Vóór die tijd bleven de kwesties met papisten<br />

beperkt tot een enkel lidmaat en een paar schoolmeesters. Na 1630 kwamen vanuit<br />

steeds meer plaatsen berichten over katholieke bijeenkomsten. Soms als argument in<br />

een beroepingsprocedure, vaker omdat de lokale overheden in ieder geval in de drie<br />

steden en in de nieuwe polders, weliswaar hun best deden om het katholieke tij te keren,<br />

maar daarbij doorgaans op een weinig actieve rechtelijke macht stuitten.<br />

19.10.1641.<br />

148 Vroedschapsnotulen Monnickendam, 17.9.1641, 21.9.1641, 19.10.1641, 13.5.1642.<br />

Mr. Jacob Oly werd volgens Driessen, in 1632 als emeritus-pastoor van Monnickendam<br />

belast met het opzicht over Ilpendam, tot dat daar een ander zou zijn aangesteld.<br />

Driessen, ‘Waterland IV. <strong>De</strong> parochie Ilpendam’, pp. 161-163. Hij zal in dat geval in<br />

1642 hoog bejaard geweest zijn. <strong>De</strong> katholieken in Monnickendam hebben<br />

waarschijnlijk niet erg aan de weg getimmerd, getuige de rapportage van P. Teding van<br />

Berckhout, baljuw van Waterland in 1654. Hij noteerde over Monnickendam: ‘Wat<br />

aengaet de exercitie van de roomse Religie binnen de stadt (zij) geschiet in alle<br />

stillicheijt ende sedicheyt’. Tekst opgenomen in: Bijdragen tot de geschiedenis van het<br />

bisdom Haarlem, jrg. 9, 1881, pp. 19-20.<br />

149 Vanuit de vroedschapsnotulen kennen we de namen van vroedschapsleden en<br />

burgemeesters voor de jaren 1579-1595, 1609-1616, 1623-<strong>1650</strong>. Uit de<br />

kerkenraadsnotulen weten we wie van 1600 – <strong>1650</strong> de functies van ouderling en/ of<br />

diaken vervulden. Al deze functionarissen werden voor het leven benoemd. In 1600 was<br />

slechts één van de 21vroedschapsleden tevens ouderling, in 1609 was geen enkel<br />

vroedschaplid ook actief in de kerkenraad en in 1616 was de kerkelijke invloed beperkt<br />

tot twee personen die naast vroedschaplid ook ouderling of diaken waren. Hoe anders<br />

was dit in 1623: van de 21 vroedschapsleden waren er 4 tevens ouderling en 5 tevens<br />

diaken. <strong>De</strong> kerkenraad bestond in deze jaren steeds uit 8 ouderlingen en 8 diakenen. Zij<br />

hadden bij toerbeurt dienst: ieder jaar deden 4 ouderlingen en 4 diakenen het werk. In de<br />

jaren na 1623 bleef er steeds een grote overlap tussen vroedschap en met name de<br />

diaconie: 5 tot 7 van de 8 diakenen waren ook lid van de vroedschap. <strong>De</strong> overlap tussen<br />

vroedschap en ouderlingenbank werd in de loop van de jaren echter kleiner: van 5 in<br />

1622 tot 2 van de 8 in 1645 en verder. Dit komt vooral omdat de kerkenraad overleden<br />

ouderlingen niet verving door lidmaten die tevens vroedschaplid waren. Men streefde<br />

vanuit de kerkenraad dus niet naar het vasthouden van die grote overlapping tussen<br />

ouderlingenbank en vroedschap, maar wel naar een blijvende combinatie van functies<br />

tussen diakenen en vroedschapsleden. Alle jaren tussen 1622 en <strong>1650</strong> waren 7 tot 10<br />

kerkenraadsleden tevens lid van de vroedschap, maar het accent verschoof daarbij dus<br />

van de ouderlingen naar de diakenen.<br />

hoofdstuk 7/ pag. 363

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!