31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

maal) en ds. Staphorstius (acht maal) reisden beduidend vaker af naar de synodale<br />

vergaderingen. Zij deelden deze eer dus met hun Monnickendamse collega Bartholdi en<br />

met diens voorganger Laurens Jansz (vijf maal gerekend vanaf 1584). 274<br />

Anders dan de nationale synode van <strong>De</strong>n Haag in 1586 voorschreef 275 , had men in de<br />

<strong>classis</strong> <strong>Edam</strong> geen behoefte aan visitatoren om opzicht op de kerkelijke gemeenten te<br />

houden. Omdat de synode van Dordrecht in 1619 wederom aandrong op het aanstellen<br />

van opzichters, heeft men toch enkele jaren visitatoren benoemd en wel van 1622 tot en<br />

met 1626. Daarna verdween deze functionaris uit de acta. In 1623 viel de keuze op ds.<br />

Johannes Bruno van Monnickendam en op ds. Staphorstius van <strong>Edam</strong>, in de andere vier<br />

jaar werden ds. <strong>De</strong> Roo van <strong>Edam</strong> en ds. Gartsz van Zuiderwoude met deze taak<br />

belast. 276 In het volgende hoofdstuk zal beschreven of en hoe de <strong>classis</strong> de vinger aan de<br />

pols hield op lokaal kerkelijk niveau.<br />

Alles overziende heeft de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong> het verdelen van de classicale taken in het<br />

algemeen niet gebruikt als instrument om de betrokkenheid van de verschillende<br />

predikanten bij de classicale aangelegenheden te vergroten. Alleen de functie van<br />

examinator is gedurende korte tijd ingezet als leerinstrument voor jonge, onervaren<br />

predikanten, terwijl dankzij het roulerende voorzitterschap wellicht meer voorgangers<br />

zich verplicht voelden te verschijnen, dan anders het geval geweest zou zijn. Voor het<br />

overige geldt dat bij het inzetten van dorpspredikanten vooral gelet werd op<br />

<strong>classis</strong>bezoek, reistijd en ervaring. Absenten werden weliswaar regelmatig vermaand,<br />

maar verder werd er niet echt met hen gerekend als het op het verdelen van taken<br />

aankwam.<br />

Omdat de stadspredikanten wel altijd acte de présence gaven op de vergaderingen én<br />

veelal op ruime ervaring als predikant konden bogen, werden vooral zij belast met de<br />

functie van scriba, oecumenus, wintergedeputeerde, examinator en visitator. Daarbij<br />

was het aandeel van de <strong>Edam</strong>mers ongeveer even groot als dat van de predikanten uit<br />

Monnickendam en Purmerend samen. <strong>De</strong> aanwezigheid van drie ongeveer even grote<br />

stadjes binnen de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong>, zorgde er daarbij wel voor dat het <strong>Edam</strong>se overwicht<br />

minder groot was, dan in classes waarin één stad domineerde. 277 <strong>De</strong> inbreng vanuit de<br />

dorpen varieerde veel sterker dan die vanuit de steden, maar de invloed van bepaalde<br />

dorpspredikanten mag beslist niet onderschat worden.<br />

In de classicale delegaties naar de synodevergaderingen, hielden de stads- en<br />

dorpspredikanten elkaar kwantitatief iets beter in evenwicht 278 . Dit kan te maken hebben<br />

274<br />

<strong>De</strong> ouderlingen kwamen in hoofdzaak vanuit de steden: 39% vanuit <strong>Edam</strong>, 23% vanuit<br />

Monnickendam, 23% vanuit Purmerend en 15% vanuit de dorpen. Zunderdorp en Broek in Waterland<br />

maakten een enkele maal wel via een ouderling deel uit van een <strong>classis</strong>delegatie. Zie verder hoofdstuk 6<br />

over de samenstelling van de delegaties en de inbreng vanuit de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong> in de synodale<br />

vergaderingen.<br />

275<br />

Zie paragraaf 2.3.<br />

276<br />

Zie verder paragraaf 4.4.<br />

277<br />

Bijvoorbeeld in de <strong>classis</strong> Haarlem, waar de Haarlemse kerkenraad en de predikanten hun kerk<br />

allereerst als stadskerk beschouwden. “Hun trots op haar autonomie bleek uit de houding van de<br />

Haarlemse kerk in de <strong>classis</strong>, waarin de stadskerk toonde zich boven de dorpskerken verheven te voelen.”<br />

Spaans, Haarlem na de Reformatie, p. 224. Iets soortgelijks constateren Abels en Wouters voor de positie<br />

van <strong>De</strong>lft in de <strong>classis</strong> <strong>De</strong>lft en <strong>De</strong>lfland. <strong>De</strong> gemeente <strong>De</strong>lft speelde als primus inter pares een grote rol<br />

binnen het classicale leven, maar handelde zeer autonoom waar het haar eigen zaken aanging, Nieuw en<br />

Ongezien, dl 1, pp. 137-140. Ook de stad Dordrecht handelde zo, binnen de naar haar genoemde <strong>classis</strong>.<br />

Tukker, <strong>De</strong> <strong>classis</strong> Dordrecht, pp. 62-63.<br />

278<br />

Zie verder paragraaf 6.1.<br />

hoofdstuk 3/ pag. 179

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!