31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Kwesties die zowel in de rubriek tuchtzaken als in andere rubrieken waren onder te<br />

brengen, zijn als tuchtkwesties genoteerd, om dubbeltellingen te voorkomen. Vragen<br />

rond het huwelijk betreffen met name algemene vragen rond verboden graden van<br />

huwelijk, rond de huwelijkssluiting, rond voorhuwelijkse seksualiteit en rond<br />

echtscheiding. Vragen aangaande de doop hangen vooral samen met de vraag hoe en<br />

aan wie de doop bediend mocht worden.<br />

Alvorens nader in te gaan op de verdeling van de vragen over de verschillende<br />

gemeenten en op de vraag hoe de <strong>classis</strong> zich opstelde inzake de tuchtoefening, de<br />

doopbediening en de vragen rond huwelijk en seksualiteit, wil ik eerst een blik werpen<br />

op de verdeling van de vragen over de jaren. <strong>De</strong> 264 vragen zijn gesteld in 58<br />

verschillende jaren. Dit komt neer op een gemiddelde van 4 à 5 vragen per jaar. In de<br />

jaren 1602, 1603, 1605, 1608, 1622, 1623, 1624 1625 en 1629 werden de meeste vragen<br />

gesteld: 88 van die 264, of te wel 33,3%. 1608 is de absolute topper met 18 vragen, het<br />

andere uiterste wordt gevormd door 1641. In dat jaar is geen enkele vraag genoteerd.<br />

<strong>De</strong>len we de totale periode in, in jaren met een hoge en een lage 'vraagdichtheid', dan<br />

krijgen we het volgende staatje:<br />

periode: aantal vragen: aantal jaren: gemiddeld<br />

aantal vragen<br />

per jaar:<br />

1592-1601 38 10 3,8<br />

1602-1609 61 8 7,6<br />

1610-1620 40 11 3,6<br />

1621-1629 67 9 7,4<br />

1630-1639 35 10 3,5<br />

1640-<strong>1650</strong> 23 11 2,1<br />

Er werden dus relatief veel vragen gesteld in het eerste decennium van de 17e eeuw en<br />

in de eerste jaren na de Nationale Synode van Dordrecht. Vanaf de jaren ‘30 loopt het<br />

aantal vragen sterk terug. Nadere analyse van de vragen, de vragenstellers en het<br />

tijdsgewricht zal een verklaring voor deze verschuivingen moeten opleveren.<br />

Wie stelden vragen?<br />

Vanuit de drie steden werden in het totaal 103 vragen gesteld. <strong>De</strong> <strong>Edam</strong>se kerkenraad<br />

stelde 41 vragen, vooral in de jaren 1608-1626 en niet meer na 1635. 31 van deze 41<br />

vragen betreffen tuchtzaken, één gaat over de doopbediening, zeven over huwelijkszaken<br />

en twee over andere kwesties. <strong>De</strong> Monnickendammers wendden zich 30 maal met<br />

een vraag tot de <strong>classis</strong>: 26 maal over tuchtzaken, drie maal over de doop en een maal<br />

met een vraag uit de rubriek 'overige'. Tien van de 30 vragen werden gesteld in de jaren<br />

1643-<strong>1650</strong>, de overige 20 zijn vrij gelijkmatig over de voorgaande periode gespreid,<br />

over de jaren van Laurens Jansz (1576-1599) en vooral van Samuel Bartholdi (1599-<br />

1640). <strong>De</strong> cijfers voor Purmerend zijn: 32 vragen, 24 over de tuchtoefening, twee over<br />

het huwelijk en zes overige. <strong>De</strong> Purmerenders stelden geen vragen vóór 1600 en na<br />

1640 (op één na). 16 van de 33 vragen werden gesteld in de jaren 1602-1622, door<br />

hoofdstuk 4/ pag. 183

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!