31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Juriaensz, doopsgezind leraar uit Ransdorp, in februari 1569 vanuit zijn cel een brief<br />

schreef aan zijn <strong>Edam</strong>se geloofsgenoten om hen te bemoedigen. Er zal dus pas vanaf ca.<br />

1565 een kleine doopsgezinde kern in <strong>Edam</strong> geweest zijn en niet veel eerder gezien ook<br />

een notitie uit 1565 van de hand van Nicolaas van Nieuwland, bisschop van Haarlem.<br />

Hierin wordt verhaald dat men na examinatie van onder meer de vroedvrouwen ter<br />

plaatse, begrepen heeft dat in <strong>Edam</strong> geen kinderen ongedoopt werden gehouden. 257<br />

Samengevat kende <strong>Edam</strong> in 1566 enerzijds een katholieke kerk waarbinnen niet veel<br />

ruimte voor hervormingsgezinden geweest zal zijn en anderzijds een nog zwakke<br />

doopsgezinde traditie, zodat de religieuze onvrede hier vooral in gereformeerde richting<br />

gekanaliseerd werd. In Monnickendam was de positie van de katholieke gemeenschap al<br />

ver voor 1566 ondermijnd door de aanwezigheid van een sterke doopsgezinde<br />

gemeente, door de verdeeldheid van de lokale overheid en door de zwakte van de clerus<br />

ter plaatse. Men zal hier minder behoefte hebben gevoeld aan een religieuze<br />

koerswisseling in gereformeerde richting, wat in een kleinere gereformeerde gemeente<br />

resulteerde. Dat er toch een open oor te vinden was voor dit gereformeerde geluid naast<br />

dat sterke doopsgezinde, kan mogelijk verklaard worden uit het feit dat deze gemeente<br />

hier al zo gevestigd was, dat er wellicht hoge eisen gesteld werden aan nieuwe leden.<br />

Voor dit laatste zijn geen bewijzen in de bronnen te vinden, maar het feit dat Bouwens<br />

hier velen gedoopt heeft, kan wijzen op een grote aanhang voor de juist door hem vertegenwoordigde<br />

strenge stroming binnen het doperdom.<br />

Zunderdorp, Katwoude en Oosthuizen<br />

Ten slotte aandacht voor de laatste drie dorpen uit de regio Waterland/ de Zeevang, die<br />

ter sprake komen in de verhoren van de Raad van Beroerten, te weten Zunderdorp,<br />

Katwoude en Oosthuizen. In Zunderdorp zijn geen beelden vernield of vreemde<br />

predikatiën gehouden, wat niet hoeft te verwonderen aangezien pastoor Gualterius<br />

Filius Aemilii hier in een adem aan toevoegde dat ter plaatse velen 'mette ketterie van<br />

menno besmet' waren. Diverse kinderen werden ongedoopt gehouden en mogelijk<br />

vergaderden de doopsgezinden er 'bij nachte ende ontijden'. 258 Een zelfde beeld dus als<br />

in Middelie en Ransdorp.<br />

Katwoude is al even genoemd in verband met de daar gehouden hagenpreken door Jan<br />

Arentsz in augustus 1566. Daarnaast is er in het veld buiten Katwoude eenmaal door<br />

doopsgezinden gepreekt. Op de dorpelingen lijkt het allemaal weinig indruk gemaakt te<br />

hebben, want de getuigen wisten slechts één plaatsgenoot te noemen, die het calvinisme<br />

was toegedaan. 259<br />

Ook in Oosthuizen was de respons gering. Eén echtpaar had hun kind in Nek laten<br />

dopen door een gereformeerde predikant, maar door ingrijpen van hun 'vrunden' is het<br />

kind later alsnog door pastoor IJsbrant Jacobi gedoopt. Voorts was er ter plaatse één<br />

doopsgezinde die bleef weigeren zijn kind te laten dopen, ondanks alle aandrang van<br />

overheidswege. <strong>De</strong> pastoor vermeldde verder met nadruk dat in het algemeen alles<br />

gebleven was als te voren en dat de dreigende plundering van de kerk door de<br />

voortvluchtige troepen van de heer van Brederode, door bemiddeling van schout en<br />

extra reden om het door Cornelisz gedoopte kind niet te herdopen. Raad van Beroerten, p. 275, verhoor<br />

van Meynardus Johannesz.<br />

257 Opgenomen in: Kleyntjes, ‘Verslag over den Godsdienstigen Toestand’, pp. 71-72.<br />

258 Raad van Beroerten, p. 310, verhoor van Gualterus Filius Amelii, pastoor te Zunderdorp.<br />

259 Raad van Beroerten, p. 301, verhoor Cornelis Jansz, inwoner van Katwoude.<br />

hoofdstuk 1/ pag. 63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!