31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de naam van ds. Sibrandus Vomelius als predikant voor de jaren 1578-1580, gevolgd<br />

door Ulricus van 1580-1582, om zo zonder vacaturetijden uit te komen bij Theodori in<br />

1582. Mij lijkt het echter niet onwaarschijnlijk dat Oosthuizen in de jaren 1580-1582<br />

wel degelijk vacant was. 8 Ds. Theodori zou in 1587 de afscheiding van Etersheim/<br />

Schardam meemaken om daarna tot ca. 1590 als predikant aan Oosthuizen verbonden te<br />

blijven. Berichten in de synodale acta rond de overplaatsing van Suffridus Pauli en het<br />

beroep op Uldericus lijken erop te wijzen dat Oosthuizen in die jaren nog niet over een<br />

kerkenraad beschikte. Mogelijk is pas onder Theodori, de eerste predikant die gedurende<br />

meerdere jaren aan Oosthuizen verbonden was, een kerkenraad geïnstalleerd.<br />

Net als Oosthuizen werd Beets in 1574 in de acta van de Noord-Hollandse synode<br />

genoemd als deel van de coetus <strong>Edam</strong>, maar de eerste predikantsnaam kennen we pas<br />

voor 1576, toen Bernardi Purmerend voor Beets verruilde, dat waarschijnlijk vanaf dat<br />

moment gecombineerd werd met Oudendijk. Beets noch Oudendijk worden genoemd in<br />

de overgeleverde verhoren van de Raad van Beroerten, zodat niet bekend is of er ter<br />

plaatse een gereformeerde kern bestond in 1566. Wel rapporteerde de bisschop van<br />

Haarlem in 1565 aan de landvoogdes, dat hij 'zelve uuyt Waeterlandt [had] verdreven<br />

zommighe verloopen monnicken, die pastorien regeerden' onder wie 'eenen regulier<br />

monnick, snachts bij mijnen fiscael, uuyt zijn bedde [had] laeten haelen, die in een dorp<br />

genompt Oudenwyck (= Oudendijk?) voir vice-cureyt hem uuyt gegeven hadde en<br />

daeromtrent noch eenen verjaecht'. 9 Hieruit kunnen we dus wel enige ontvankelijkheid<br />

veronderstellen voor de nieuwe leer. Bovendien komt Beets voor op de dooplijsten van<br />

Leenert Bouwens, zowel voor de periode 1563-1565 als voor de jaren 1568-1582, wat<br />

kan duiden op de aanwezigheid van een doperse kern. 10 Was het deze doperse<br />

aanwezigheid die de synode of de coetus ertoe bracht juist hier al vroeg een<br />

predikantsplaats te vestigen of had zich in Beets inmiddels een gereformeerde kern<br />

gevormd?<br />

<strong>De</strong> bediening ter plaatse is in de jaren 1581-1583 onderbroken geweest, maar daarna<br />

heeft men het niet meer zonder voorganger hoeven stellen. 11 Dat de combinatie de beide<br />

gemeenten tot tevredenheid stemde, mag afgeleid worden uit het feit dat volgens de<br />

classicale acta gedurende de hier onderzochte periode, nimmer pogingen tot separatie<br />

zijn ondernomen. <strong>De</strong> gemeenten zijn tot 1663 gecombineerd geweest, vermoedelijk<br />

mede omdat de financiële speelruimte ter plaatse maar gering was. 12<br />

8 Uldericus wordt in de synodale acta namelijk genoemd als één van de predikanten op wie vanuit<br />

Friesland een beroep werd uitgebracht in 1580. Of hij ook daadwerkelijk is vertrokken, vermelden de acta<br />

niet: de synode verwees dit verzoek naar de <strong>classis</strong>. Acta van de Noord-Hollandse synode, 8.5.1580.<br />

Overigens noteert Van Lieburg in dl 1 van zijn Repertorium bij Ulricus alleen het jaartal 1580, als jaar<br />

waarin hij als predikant aan Oosthuizen verbonden was en niet de jaren 1580-1582, zoals hij in dl 2<br />

noteert.<br />

9 ‘Brief van Nicolaas van Nieuwlandt’, p. 414.<br />

10 Brandt spreekt over zes dopers, ingezetenen van Beets, die op verzoek van de bisschop van Haarlem in<br />

oktober 1564 door de schout van Hoorn voor het gerecht werden gedaagd. Brandt, Historie der<br />

Reformatie, dl I, pp. 265-266, 277. Het is wel de vraag of deze doperse kern lang bestaan heeft, aangezien<br />

Beets in de literatuur over de doperse geschiedenis nauwelijks genoemd wordt. Alleen Blaupot ten Cate<br />

komt met een terloopse melding bij een overzichtskaartje voor het jaar 1847. Blaupot ten Cate,<br />

Geschiedenis der Doopsgezinden, dl II, p. 383. Voorts noteert hij op p. 202, dat de groei van de<br />

doopsgezinde gemeente in de Beemster in 1842, onder meer samenhing met toeloop uit Beets/ Oudendijk.<br />

Er zullen in het midden van de 19 e eeuw dus doopsgezinden in Beets gewoond hebben, maar dit zegt niets<br />

over de mogelijke aanwezigheid van een doopsgezinde kern in de jaren <strong>1572</strong>-<strong>1650</strong>.<br />

11 Snouckaert, Naamlijsten van predikanten, p. 3; Van Lieburg, Repertorium, dl 2.<br />

12 Zie bijvoorbeeld: acta van de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong>, 24.11.1608.<br />

hoofdstuk 3/ pag. 128

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!