31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eleving van de gemeenschap werd daardoor onvermijdelijk zwakker”. 64<br />

Ontwikkelingen die zich in <strong>Edam</strong> dus al in de jaren ’40 voordeden.<br />

Gezien de vragen gesteld op de <strong>classis</strong>, hield men in Monnickendam langer vast aan de<br />

oefening van de tucht, als middel om de gemeente zuiver te houden. Komt dit overeen<br />

met de gegevens uit de kerkenraadsacta en had dit gevolgen voor de groei van die<br />

gemeente?<br />

In de jaren 1599-<strong>1650</strong> behandelde de Monnickendamse kerkenraad 752 tuchtgevallen,<br />

waar in het totaal 1102 lidmaten bij betrokken waren. <strong>De</strong>ze gevallen zijn als volgt over<br />

de onderzochte jaren verspreid: tussen 1599 en 1612 boog deze kerkenraad zich jaarlijks<br />

over 5 à 6 tuchtgevallen, waar 8 à 9 lidmaten bij betrokken waren. Anders dan in <strong>Edam</strong>,<br />

namen deze aantallen in de jaren daarna sterk toe. Tussen 1613 en 1620 ging het om<br />

gemiddeld 12 à 13 tuchtgevallen per jaar (18 personen), tussen 1621 en 1640 om ruim<br />

21 gevallen per jaar (31-32 personen) om pas daarna weer wat af te nemen naar 15<br />

gevallen per jaar (19-20 personen) voor de jaren 1641-<strong>1650</strong>.<br />

Helaas is voor Monnickendam slechts één enkele notitie overgeleverd die ons iets leert<br />

over de aantallen gereformeerden in de jaren <strong>1572</strong>-<strong>1650</strong>. In een door Appel aangehaalde<br />

brief van de burgemeesters aan de Staten van Holland, uit begin 1619, wordt gesproken<br />

over een kerkelijke gemeente die meer dan 700 personen groot zou zijn. <strong>De</strong>ze brief was<br />

bedoeld om te pleiten voor een tweede predikantsplaats ter plaatse. 65 Het genoemde<br />

aantal laat zich noch via de acta van de kerkenraad, noch via die van de <strong>classis</strong><br />

controleren en lijkt mij te hoog als het om lidmaten zou gaan, vooral in vergelijking met<br />

de aantallen Avondmaalsgangers in <strong>Edam</strong>. 66 Mogelijk werden ook kinderen en/ of<br />

liefhebbers meegerekend.<br />

Het enige wat hiernaast wel bekend is, zijn de collecteopbrengsten voor de jaren 1600-<br />

<strong>1650</strong> (en verder). Door het verloop van deze opbrengsten voor de Avondmaalsvieringen<br />

in kaart te brengen, kan indirect toch iets gezegd worden over de toe- of afname van het<br />

aantal gevers. Vergelijken we deze bijdragen met de gemiddelden die voor <strong>Edam</strong> zijn<br />

berekend, dan zijn met heel veel voorzichtigheid de aantallen Avondmaalsgangers voor<br />

Monnickendam te schatten. Aantallen die heel wat lager uitkomen, dan die 700<br />

personen uit 1619.<br />

Het giftenpatroon verloopt als volgt: in 1600 werd per Avondmaalsdienst 28 gulden en<br />

12 stuivers gedoneerd. Dit liep in de jaren daarna snel op naar 40 gulden, 11 stuivers<br />

vanaf 1602, om van 1609 tot 1614 te blijven schommelen rond de 52 gulden. Als de<br />

Monnickendammers in deze jaren even royaal waren als hun <strong>Edam</strong>se geloofsgenoten,<br />

dan kan deze gemeente in 1600 zo’n 200 Avondmaalsgangers hebben omvat, oplopend<br />

naar ca. 280 vanaf 1602 en stabiliserend rond de 350 van 1608-1614. In de jaren 1615-<br />

1630 ligt de gemiddelde opbrengst per Avondmaalscollecte rond de 70 gulden. Gaan we<br />

uit van een iets royalere bijdrage 67 per Avondmaalsganger, dan zal het aantal<br />

64 Van <strong>De</strong>ursen, Een dorp in de polder, pp. 86-88.<br />

65 Appel, ‘<strong>De</strong> Zarken in Monnickendam’, pp. 49-52.<br />

66 Indien Monnickendam 700 lidmaten zou tellen op een bevolking van ca. 3990 (opgave Van der Woude,<br />

Het Noorderkwartier, p. 618), dan zou dat betekenen dat ca. 25% tot de gereformeerde kerk gerekend<br />

moeten worden in 1619 (incl. kinderen). <strong>Edam</strong> telde in 1660, na decennia van flinke groei ca. 1400<br />

lidmaten, wat incl. kinderen neerkomt op ca. 35% van de bevolking. Rond 1620 kan het hier om ca. 13%<br />

gereformeerden gegaan zijn, minder dus die 25% in Monnickendam, hoewel <strong>Edam</strong> op dat moment al 44<br />

jaar door twee predikanten werd bediend. Ik houd het er daarom op dat de Burgemeesters een te<br />

rooskleurige voorstelling van zaken gegeven hebben, teneinde hun doel te bereiken.<br />

67 In <strong>Edam</strong> bedroeg de door mij berekende gemiddelde bijdrage in de jaren 1594-1612 2 stuivers en 14<br />

penningen (=46 penningen) en in de jaren 1635-<strong>1650</strong>, 3 stuivers en 14 penningen (=62 penningen) (zie<br />

hoofdstuk 4/ pag. 197

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!