31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

aan Gerardus Cornelius Winter, dat zij na hun afstuderen, te allen tijde door de stad<br />

beroepen mocht worden. 182 Uit de uitgebreide discussies uit de jaren 1608-1623 over de<br />

rechten van alumni, had men dus vooral de synodale uitspraak uit 1620 onthouden.<br />

Buiten het mislukte beroep op Martinus Bruno in 1620 werd overigens nimmer een<br />

beroep uitgebracht op één van de eigen alumni.<br />

Purmerend heeft in ieder geval Willem Zeegersz enige tijd via de stadsbeurs laten<br />

studeren. Ook Johannes Jacobsz Gael, predikant van Purmerland en Ilpendam vanaf<br />

1605, dankte zijn theologiestudie aan de nominatie vanuit Purmerend. Na hem was de<br />

beurt aan Wouter Gerbrantsz van Pommeren, zoon van ds. Gerbrant Jansz Schagen. Van<br />

1605 tot 1613 hield hij de plek bezet, om dan te concluderen dat hij ‘sonder quetsinge<br />

van sijn gemoet’ de studie niet langer kon vervolgen. 183 Na hem volgden nog acht<br />

andere studenten, verspreid over de jaren 1616-1649. Onder hen drie, mogelijk vier<br />

predikantszonen. 184 Niet genoemd in de vroedschapsnotulen is Jacobus Clerquius van<br />

Purmerend. Hij legde in 1636 zijn preparatoire examen af in de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong>. 185 Ook<br />

voor al deze studenten gold, dat zij niet werkzaam geweest zijn in de stad die hen de<br />

beurs bezorgde. Over de hele linie kan bovendien geconcludeerd worden, dat maar<br />

enkele alumni van de drie stadjes gelegen binnen de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong>, in deze <strong>classis</strong> een<br />

werkkring vonden.<br />

Monnickendam probeerde dus in 1620 tevergeefs het contract van ds. Martinus Bruno<br />

van Middelie/ Kwadijk open te breken, waarna uitgebreid is gedebatteerd over de<br />

geldigheid van contractuele verbintenissen. <strong>De</strong> opeenvolgende nationale synoden lieten<br />

wel enige ruimte voor het stellen van voorwaarden door gemeente of predikant bij een<br />

beroep, maar legden daarbij tevens vast dat het aan de classes was om de redelijkheid<br />

daarvan te beoordelen. 186 <strong>De</strong> Noord-Hollandse synode besliste al in 1573 dat gemeente<br />

en predikant alleen enige voorwaarden mochten stellen bij het begin van een<br />

aanstelling. Was een predikant eenmaal genoeg beproefd en aangenomen, dan behoorde<br />

182 Vroedschapsnotulen Monnickendam, 21.3.1634, 2.5.1648, herhaald in 10.2.<strong>1650</strong>. Uit de tekst valt op<br />

te maken dat alle Monnickendamse bursalen aan deze voorwaarde werden gebonden.<br />

183 Vroedschapsnotulen Purmerend, 24.4.1602, 26.1.1605, 20.4.1613.<br />

184 In 1616 vroeg ds. Abraham van der Stock de beurs aan voor zijn zoon. <strong>De</strong>ze predikant is niet terug te<br />

vinden in het Repertorium van Van Lieburg. In 1625 vroeg de afgezette remonstrant Johannes Wallesius<br />

de beurs aan voor zijn zoon Leonardus. In 1642 was de beurs voor de zoon van de weduwe van ds.<br />

Dominicus Winsemius (tot 1620 predikant van Etersheim, daarna ziekentrooster in Amsterdam, tot zijn<br />

dood in 1633). En tenslotte vroegen vrienden van Willem Larenius de beurs voor hem aan in 1649. Dit<br />

zou de zoon van Isaac Gerritsz Larenius (Etersheim/ Schardam, 1602-1605, daarna Hoogwoud tot 1640)<br />

en kleinzoon van Gerardus Larenius (Purmerend, 1581-1598) kunnen zijn.<br />

185 Acta van de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong>, 25.8.1636. Het is goed mogelijk dat hij wel op de Purmerendse stadsbeurs<br />

heeft gestudeerd, want in de jaren tussen 1626 en 1642 ontbreken gegevens over mogelijke kandidaten.<br />

186 Acta van de nationale synode van Dordrecht, 1578, art 6 bijv: ‘ende soo de ghemeynte ofte de Dienaer<br />

eenighe conditien wt bespreeckt in de welcke de eene der partien weyghert te verwillighen, soo salt der<br />

classe toestaen daer van te oordeelen.’ Idem part. kwestie nr. 8: of een dienaar op zekere voorwaarden<br />

door zijn kerk aangenomen zijnde, door de macht van de <strong>classis</strong> boven die voorwaarden verbonden mag<br />

worden? Antwoord: ‘dewyle wy ons selven Christo ende syner ghemeynte gheheel schuldich sijn, soo<br />

isset eens ghetrouwen Dienaers Ampt in redelicke conditien te bewillighen, al ist datse van te vooren niet<br />

wtghedruckt en syn. Ende de <strong>classis</strong> sal oordeelen welcke conditien redelick of onredelick syn.’ Verdere<br />

opmerkingen over het zonder voorwaarden aan een gemeente verbonden zijn, vinden we in de latere<br />

kerkorden vooral in bijzinnen, in artikelen over toestemming voor vertrek naar een andere gemeente.<br />

Bijv: acta van de nationale synode van Middelburg, 1581, art. 7; acta van de nationale synode van <strong>De</strong>n<br />

Haag, 1586, art. 8; acta van de nationale synode van Dordrecht, 1619, art. 10. <strong>De</strong> Middelburgse synode is<br />

het meest uitgesproken over het zonder voorwaarden aan een gemeente verbonden zijn.<br />

hoofdstuk 5/ pag. 268

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!