31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

dan groeide de gemeente van 130 lidmaten in <strong>1572</strong> naar ca. 500 leden in de jaren 1595-<br />

1625, om vervolgens via 720 leden in 1640 door te groeien naar 1250 in <strong>1650</strong> en naar<br />

1300 à 1400 in 1660. <strong>De</strong> sterkste groei deed zich dus voor in de jaren tussen 1626 en<br />

<strong>1650</strong> en vooral tussen 1640 en <strong>1650</strong>. Een groei die samenviel met het nagenoeg<br />

wegvallen van de hogere trappen van de tucht vanaf 1626.<br />

<strong>De</strong>ze kerkelijke terugtocht laat zich niet, zoals in <strong>De</strong>lft, verklaren uit een<br />

territoriumstrijd tussen kerk en overheid, als gevolg waarvan de gereformeerde kerk<br />

zich gedwongen zag af te zien van de excommunicatie als uiterste consequentie van de<br />

kerkelijke tucht. 10 In <strong>Edam</strong> was geen sprake van een dergelijke territoriumstrijd, maar<br />

veeleer van nauwe samenwerking tussen kerkenraad en magistraat. Hierdoor werd de<br />

huwelijkse wetgeving ter plaatse in gereformeerde zin aangescherpt rond 1618 en waren<br />

er weinig problemen met de naleving van de zondagswetten ter plaatse, al werd de<br />

zondagsrust pas rond 1660 tot de hele zondag uitgebreid. Het lijkt niet onlogisch dat de<br />

gereformeerde kerk het zich in <strong>Edam</strong> dankzij deze samenwerking en dankzij het<br />

ontbreken van sterke concurrenten, kon permitteren om de striktere toepassing van de<br />

tucht los te laten om zo de drempel tot het lidmaatschap te verlagen.<br />

Wat betekende dit voor het aandeel van de gereformeerden op de totale <strong>Edam</strong>se<br />

bevolking? Om dit aandeel te kunnen berekenen moeten de lidmatencijfers met nog<br />

eens 40% worden verhoogd, om ook de kinderen van de lidmaten mee te tellen. Helaas<br />

hebben we alleen voor 1622 gegevens over het totale aantal inwoners, namelijk 5547.<br />

Dit aantal zal in <strong>1572</strong> lager geweest zijn en in 1660 mogelijk hoger. Bij gebrek aan<br />

andere gegevens reken ik toch met dit getal. <strong>De</strong> stad <strong>Edam</strong> zou dan in de periode 1595-<br />

1625 voor ongeveer 13% uit gereformeerden bestaan hebben. Tussen 1626 en 1640 liep<br />

dit op naar 18%, en vervolgens naar ongeveer 30% in <strong>1650</strong> en naar ca. 34% in 1660.<br />

Hoewel het percentage gereformeerden (lidmaten en hun kinderen) in 1648 en de jaren<br />

daarna niet boven de 30-35% uitkwam, beschouwden de <strong>Edam</strong>se bestuurders hun stad<br />

in 1648 als een gereformeerde. Het is daarom goed mogelijk dat de overige <strong>Edam</strong>mers<br />

zich in meerderheid lieten kennen als liefhebbers van de gereformeerde religie, mede<br />

omdat de godsdienstige alternatieven in deze stad beperkt waren.<br />

Monnickendam onderscheidde zich op twee punten belangrijk van <strong>Edam</strong>. Hier was tot<br />

1619 geen sprake van een hechte samenwerking tussen kerk en overheid. Door de<br />

wetsverzetting in 1618 veranderde dit en vielen de kerkelijke en politieke elite meer<br />

samen. Toch was ook daarna nauwelijks sprake van samenwerking gericht op het<br />

uitdragen van de gereformeerde waarden en normen op het gebied van de<br />

huwelijkswetgeving en de zondagsrust. Pas in de jaren ’40 kwam hier verandering in.<br />

Een tweede verschil tussen Monnickendam en <strong>Edam</strong> betreft de andere religieuze<br />

verhoudingen. Waar in <strong>Edam</strong> de bevolking tot ca. 1630 in hoofdzaak kon kiezen tussen<br />

actieve of passieve participatie in de gereformeerde kerk, kon men in Monnickendam al<br />

vanaf het eerste begin ook kiezen voor participatie in de doopsgezinde gemeente.<br />

In reactie hierop heeft de Monnickendammer kerkenraad zich tot in de jaren ’40<br />

hoofdzakelijk bezig gehouden met het interne confessionaliseringsproces en met het<br />

zuiver houden van de eigen gemeente via de tuchtoefening. Langs die weg is men de<br />

concurrentie met de doopsgezinden aangegaan en langs die weg heeft men afgerekend<br />

met de remonstrantsgezinden in eigen kring. Wat betekende deze keuze voor de groei<br />

van de gereformeerde gemeente?<br />

(30%). Om omgekeerd van 900 Avondmaalsgangers bij 1300 leden te komen, moet het aantal<br />

Avondmaalsgangers in dit geval dus met 400 verhoogd worden, dat wil zeggen met 44%.<br />

10 Abels en Wouters, Nieuw en ongezien, dl 2, pp. 99-104.<br />

conclusies/ pag. 435

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!