31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

dienen. Zijn opvolgers werden alleen nog verkoren in 1622, 1623 en 1628. Dit zal<br />

enerzijds wellicht het gevolg geweest zijn van de snelle predikantswisselingen in deze<br />

gemeente in de jaren 1616-1631 en anderzijds samenhangen met de geringe kwaliteiten<br />

van ds. Lettingius. Hij diende Oosthuizen van 1631 tot 1643 en bezweek uiteindelijk<br />

aan de drank. 266<br />

Vaste klanten onder de wintergedeputeerden vormden de opeenvolgende predikanten<br />

van Broek in Waterland, nadat ds. Aemilius van hier was vertrokken. Alle Broeker<br />

voorgangers maakten sinds 1611 één of meerdere malen deel uit van dit gezelschap,<br />

ongeacht de lengte van hun ambtstermijn ter plaatse. Broek kon zich financieel altijd<br />

een ervaren predikant veroorloven in deze periode en daarvan werd blijkbaar dankbaar<br />

gebruik gemaakt. Ook de predikanten van Zuiderwoude maakten met grote regelmaat<br />

deel uit van het college. Ds. Gartsz (1604-1628) werd vanaf 1606 negen maal gekozen,<br />

zijn opvolger Herckenius (1628-1651) zeven maal, verspreid over de jaren 1637-<strong>1650</strong>.<br />

Hun trouwe participatie in de <strong>classis</strong>vergaderingen vertaalde zich zo in een regelmatige<br />

uitverkiezing. Bijkomend argument ten gunste van zowel Broek als Zuiderwoude was<br />

de reistijd: beide dorpen lagen op ongeveer twee uur gaans van <strong>Edam</strong>.<br />

Ervaring en trouw leidden er ook toe dat ds. Gael van Purmerland/ Ilpendam (1605-<br />

1653), tussen 1611 en 1641 15 maal werd gekozen tot gedeputeerde. Voor en na die tijd<br />

werd hij nog niet en niet meer ingeschakeld, wat ook gold voor zijn voorgangers.<br />

Vanuit Beets was het alleen de al genoemde ds. ab Otten (1622-1667) die in ieder geval<br />

in 1638, 1642, 1643 en 1648 en wellicht ook na <strong>1650</strong>, werd gekozen tot gedeputeerde.<br />

Net als in het geval van Herckenius en Gael duurde het dus een paar jaar voordat ab<br />

Otten voor de eerste maal werd ingeschakeld als wintergedeputeerde, terwijl de Broeker<br />

predikanten en die van Middelie/ Kwadijk (tot 1623) vrijwel direct werden gekozen. Dit<br />

wijst erop dat de <strong>classis</strong> voor deze functie vooral hechtte aan de kwaliteiten van de<br />

predikanten in kwestie en bij minder getalenteerde broeders aan hun ervaring als<br />

predikant, meer nog dan aan hun kennis van zaken in <strong>classis</strong>verband.<br />

<strong>De</strong> overige dorpen in de Zeevang leverden hooguit incidenteel een wintergedeputeerde.<br />

Alleen ds. Boucardus van Warder (1634-1649) werd drie maal gekozen (in 1641, 1642<br />

en 1646), de andere voorgangers hooguit twee keer en doorgaans pas nadat zij minimaal<br />

vijf jaar werkzaam waren in hun gemeente, zeker wanneer ze daar als proponent waren<br />

beroepen. Vanuit de Waterlandse dorpen, allen gelegen op tweeëneenhalf tot<br />

drieëneenhalf uur gaans van <strong>Edam</strong> was de belangstelling voor de gewone<br />

<strong>classis</strong>vergaderingen niet groot en dit vertaalde zich in een zeer gering aantal<br />

verkiezingen tot wintergedeputeerde. Enerzijds dus vanwege de reistijd, anderzijds<br />

vanwege de betrokkenheid op de <strong>classis</strong>. Dat dit laatste ook een rol speelde zien we<br />

bijvoorbeeld bij Jacobus Johannesz Bruno van Ransdorp/ Holysloot (1625-1639). <strong>De</strong>ze<br />

telg uit het predikantengeslacht Bruno 267 liet zich aan het eind van zijn loopbaan en<br />

leven regelmatig zien op de vergaderingen en werd in 1638 en in 1639 gekozen tot<br />

wintergedeputeerde.<br />

Samengevat kan gesteld worden dat het overwicht van de stedelijke predikanten in het<br />

college van gedeputeerden groot was. Tussen 1599-1625 kwamen steeds drie soms vier<br />

van de vijf leden uit de steden, tussen 1626 en 1644 kwamen vier van de zes leden uit<br />

de steden en vanaf 1644 vijf van de zeven leden. <strong>Edam</strong> leverde daarbij steeds evenveel<br />

266 Zie paragraaf 5.5.<br />

267 Volgens Veeris was deze Jacobus Johannesz Bruno een zoon van <strong>Edam</strong>se ds. Jan Jansz Bruno<br />

(overleden in 1605); Veeris, Lyste van de Naemen, p. 25. Net als Martinus Bruno (predikant van<br />

Middelie/ Kwadijk van 1616-1623) en Johannes Bruno (predikant van Monnickendam van 1621-1642).<br />

Van Lieburg legt deze relatie tussen Jacobus en Jan Jansz niet. Van Lieburg, Repertorium, dl 1.<br />

hoofdstuk 3/ pag. 176

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!