31.07.2013 Views

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

De classis Edam 1572-1650 - VU-DARE Home - Vrije Universiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Purmerend, klonken in 1631 ook klachten over paapse stoutigheden en openbare<br />

bijeenkomsten in de Purmer 104 en de Beemster, aangevuld met klachten over katholieke<br />

conventikelen in <strong>Edam</strong>, Monnickendam, Purmerland en Ilpendam. 105 Opvallend genoeg<br />

ontbreken in deze opsomming de plaatsen Nieuwendam en Zunderdorp 106 , waar men<br />

naar eigen zeggen beducht was voor de paapse dreiging, toen dat zo te pas kwam in<br />

genoemde beroepingsprocedures.<br />

Het groeiende aantal katholieke bijeenkomsten baarde de <strong>classis</strong> dus zorgen en het is<br />

daarom niet verwonderlijk dat in de <strong>Edam</strong>se gravamina, met name in de jaren 1628-<br />

1645, vaak gehamerd werd op het weren juist van die conventikelen. Andere concrete<br />

voorbeelden van het opkomende katholicisme kwamen niet uit de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong><br />

vandaan. Wel werden gravamina, ingediend door andere classes bijvoorbeeld over het<br />

weren van ‘t’omloopen der cloppen in vreemde habiten’ 107 steeds met instemming<br />

begroet.<br />

Heeren den President van het Hof provinciael, gedaen op den 23 feb. 1626’, wordt zelfs<br />

een getuige aangehaald die verhaalde dat de katholieken al minstens acht tot tien jaar<br />

hun bijeenkomsten binnen Purmerend zouden houden, dus al sinds 1616/1618. Van een<br />

eigen gebouw was echter pas vanaf 1624 sprake. Van Lommel, ‘Bouwstoffen voor de<br />

kerkelijke geschiedenis’, p. 176.<br />

104 Burgemeesters en vroedschappen van <strong>Edam</strong> uitten al in 1627 hun zorgen over<br />

bijeenkomsten van ‘paepsgesinden’ die ‘inden Purmer in groten getale vergadert<br />

geweest sijn’ en die de dijkgraaf van de Purmer kwalijk hadden bejegend. Zo schreven<br />

zij aan hun collega’s te Monnickendam. Oud archief <strong>Edam</strong>, inv. nr. 122, 29.3.1627.<br />

105 Acta van de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong>, 6.10.1631, 3.7.1634. In Ilpendam zou vanaf 1632 een<br />

pastoor werkzaam geweest zijn, die na een jaar naar elders vertrok, waarna pas in 1636<br />

een opvolger verscheen. Een klopje zou hier een klopje ondersteunende werkzaamheden<br />

verricht hebben. Aldus Driessen, ‘Waterland IV. <strong>De</strong> parochie Ilpendam’, pp. 163-172.<br />

In 1645 en opnieuw in 1646 verzochten katholieken uit Ilpendam om ‘een priester te<br />

mogen hebben, tot gerustheyt onser conscientien’. <strong>De</strong> rekwesten gericht aan de<br />

ambachtsheer van Purmerland en Ilpendam, werden door hem gehonoreerd. In de tekst<br />

van 1646 valt te lezen hoe pastoor Jacob Heynsius, burger uit de stad <strong>Edam</strong>, in 1645<br />

kwam, maar al in 1646 het veld moest ruimen. <strong>De</strong> indieners van het rekwest verzochten<br />

in 1646 dringend om het behoud van hun pastoor, op de belofte dat hij ‘in syne<br />

vermaninge d’ Roomsgesinden niet tot oproer ofte wederspannicheyt, maar tot<br />

getrouwicheyt ende gehoorsaemheyt tegen d’ hooge overicheyt’ zal vermanen. Moll,<br />

‘<strong>De</strong> Roomsgezinden’, pp. 103-107. Ilpendam beschikte dus incidenteel over een eigen<br />

pastoor in de jaren vanaf 1632.<br />

106 Burgemeesters en vroedschappen van Zunderdorp sloegen zich in 1664 op de borst<br />

bij de vaststelling dat in de zes hoofddorpen van Waterland die ‘afgodische leer’<br />

nimmer getolereerd is en dat deze dorpen er daardoor niet mee besmet geraakt zijn.<br />

<strong>De</strong>sondanks werd vier jaar later de opdracht gegeven tot het uitroeien van de<br />

‘afgodische leer der Romanisten’. Theorie en praktijk zullen dus ook hier niet<br />

samengevallen zijn. Teksten opgenomen in: Kramer, ‘Roomsche religie in Waterland’,<br />

pp. 242-247.<br />

107 Acta van de <strong>classis</strong> <strong>Edam</strong>, 6.8.1635. Toch moet ook in Monnickendam, een klopje<br />

werkzaam geweest zijn. Griet Hendricks, buitenmaagd van de Maagden van de Hoek in<br />

Haarlem, zou tot aan haar dood in 1635, jarenlang in Monnickendam en omstreken<br />

gewerkt hebben. Graaf, ‘Uit de levens der ‘Maechden van den Hoeck’, jrg. 17, pp. 297-<br />

303, idem jrg. 20, pp. 332- 338, Thiessing, Over klopjes en kwezels, pp. 144-145 (met<br />

hoofdstuk 7/ pag. 354

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!