29.01.2015 Views

Onderwijs: secundair onderwijs - Vlhora

Onderwijs: secundair onderwijs - Vlhora

Onderwijs: secundair onderwijs - Vlhora

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

gaan 12 studiepunten naar de stage, te weten 6 voor de stage van het eerste semester en 6 voor deze van het<br />

tweede semester. De studiepunten worden telkens in partims opgedeeld, zoals hierboven. In het derde jaar zijn<br />

16 studiepunten voorzien voor de zelfstandige stage. Het decreet voorziet 15 studiepunten, maar gelet op het<br />

nieuwe gegeven van twee vakken, lijkt 16 studiepunten de opleiding logischer. De studiepunten worden telkens in<br />

partims opgedeeld. De stage in het buso of in het methode<strong>onderwijs</strong> heeft 6 studiepunten, de alternatieve<br />

stage 2. De opleiding werkte een aangepaste studiepuntenverdeling uit voor het tweede en derde opleidingsjaar,<br />

die zich in de uitdovingsfase bevinden. In het zesde semester kan de student naast zijn zelfstandige stage een<br />

stage lopen in het buso of het methode<strong>onderwijs</strong>, in het volwassenen- of het tweedekans<strong>onderwijs</strong>. Hij kan<br />

meewerken aan een pedagogisch project in een museum of een natuur- of milieuorganisatie, hij kan in de<br />

particuliere sector aan de slag of zich engageren voor huiswerkbegeleiding.<br />

De opleiding wijst op het grote probleem bij het verkrijgen van stageplaatsen in de verschillende netten van het<br />

<strong>secundair</strong> <strong>onderwijs</strong>. De hospiteerscholen leggen ook verplichtingen op aan het departement voor de organisatie<br />

van de stage. Zo mogen de studenten slechts enkele weken voor de aanvang van hun stage contact opnemen<br />

met de school. De meerderheid van de studenten komt uit de regio’s Brugge en Oostende. Het vinden van<br />

geschikte hospiteerscholen in de regio van de studenten is vaak bijzonder moeilijk. De stagecoördinator geeft aan<br />

dat deze hele problematiek zeer belastend is. In de mate van het mogelijke wordt rekening gehouden met de<br />

verzuchtingen van zowel de lectoren als de studenten. Dat steeds meer <strong>secundair</strong>e scholen een eigen<br />

stagecoördinator hebben, ervaart de opleiding als zeer positief. Vooral de communicatie verloopt dan<br />

gemakkelijker en vlotter. De mentoren kunnen deel uitmaken van de opleidingscommissies en geven zo input en<br />

feedback. Jaarlijks wordt ook met de directeurs en de stagecoördinatoren van de hospiteerscholen overleg<br />

gepleegd over de organisatie en de invulling van de stages.<br />

De studenten worden van alle aspecten van de stage op de hoogte gebracht in het stageschrift, tijdens<br />

informatievergaderingen met de opleidingscoördinator en door informele gesprekken met de lectoren. Tijdens de<br />

stagevoorbereidende week werken de studenten van het eerste opleidingsjaar aan de voorbereiding van hun<br />

lessen. Zowel voor het eerste als het tweede jaar geldt dat de studenten aan hun stage mogen beginnen als alle<br />

lesvoorbereidingen goedgekeurd zijn door de lector. De studenten stellen dat zij bij de uitwerking van de<br />

onderwerpen een zekere vrijheid genieten. Zij menen dat creativiteit en het gebruik van verschillende werkvormen<br />

hierbij beoordeeld worden. De studenten geven aan dat de lectoren erop toezien dat de lesvoorbereiding<br />

afgestemd is op de doelgroep, en dat zij evenzeer de techniek bekijken. Ook de mentoren kijkende<br />

voorbereidingen vooraf in. De stagecoördinator is het eerste aanspreekpunt bij problemen. In het derde jaar<br />

moeten de studenten in staat zijn om zelfstandig met hun stage om te gaan. Dit betekent dat zij hun<br />

lesvoorbereidingen niet meer moeten voorleggen, maar dat zij wel nog hulp en advies mogen vragen. Elke<br />

student wordt minstens één keer bezocht tijdens de stage door elke betrokken lector.<br />

Uit de gevoerde gesprekken leidt de commissie af dat de stage in de praktijk nog te vaak neerkomt op het<br />

voorbereiden en geven van lessen. Dat is naar de mening van de commissie een te enge invulling van deze<br />

opleidingscomponent. Er zijn te weinig uitdagende stagecontexten, zoals multiculturele scholen, om een krachtige<br />

leeromgeving te kunnen blijven waarborgen.<br />

De commissie spreekt haar waardering uit voor de verschillende pogingen om de stage-ervaringen van de<br />

studenten systematisch te gebruiken bij en te integreren in de aanbreng van nieuwe theoretische leerstof. Dit is<br />

een bijzonder belangrijke opleidingsdidactische aanpak, die naar de mening van de commissie door alle<br />

teamleden gevolgd moet worden. Op die manier wordt het mogelijk om praktijkervaringen en theoretische<br />

inzichten uit vakinhoud/vakdidactiek en uit de meer opvoedende sfeer werkelijk te integreren en niet langer naast<br />

elkaar te laten staan.<br />

De opleiding stelt reflectie aan te leren en te stimuleren, onder andere door microteaching. Vooral de studenten<br />

van de combinatiemogelijkheid lichamelijke opvoeding waarderen dat zij op die manier met kritiek leren omgaan.<br />

De commissie stelt vast dat reflectie beperkt blijft tot een eerder technische terugblik op de gepresteerde lessen<br />

vanuit de vraag hoe een volgende les efficiënter kan uitgevoerd worden. Zij meent dat reflectie zich ook dient te<br />

328 | Opleidingsrapport Hogeschool West-Vlaanderen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!