29.01.2015 Views

Onderwijs: secundair onderwijs - Vlhora

Onderwijs: secundair onderwijs - Vlhora

Onderwijs: secundair onderwijs - Vlhora

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

dezelfde docent onderwezen, wat een zekere coherentie waarborgt. De commissie stelt vast dat vakinhoud en<br />

vakdidactiek niet even sterk geïntegreerd zijn voor de verschillende opleidingsonderdelen. Onder andere omwille<br />

van de flexibiliteit en om de kwaliteit van de vakdidactiek te garanderen, kiest de opleiding echter expliciet voor<br />

het afzonderlijk aanbieden van vakinhoud en vakdidactiek. Zij wil, door telkens dezelfde lectoren als titularis van<br />

zowel vakinhoud als vakdidactiek aan te stellen, de afstemming van de beide opleidingsonderdelen op elkaar<br />

nastreven. De verhouding tussen vakdidactiek en vakinhoud is vastgelegd.<br />

Dat een klein docententeam garant staat voor de afstemming en samenhang van een opleidingsprogramma is<br />

echter niet overtuigend. De commissie verwijst naar recent onderzoek over collegiale relaties in scholen, waaruit<br />

blijkt dat net dat kleine team met hechte en zelfs vriendschappelijke relaties tussen de collega’s, een hinderpaal<br />

vormt voor werkelijke discussies over de uitgangspunten en werkwijze, en voor vernieuwende ontwikkelingen.<br />

Ofschoon de goede onderlinge verstandhouding op zich een waardevol gegeven is, wil de commissie de<br />

opleiding toch waarschuwen voor de valkuil van zelfgenoegzaamheid.<br />

De commissie waardeert de inspanningen om doorheen de opleiding een stageleerlijn te realiseren, gekoppeld<br />

aan een reflectieleerlijn. Op die manier vergroot de kans op werkelijke integratie van de verschillende<br />

opleidingsonderdelen, meer bepaald van theorie en praktijk, en dus ook op diepgang van het leerproces bij de<br />

studenten.<br />

Inzage van de documenten waarin de leerlijnen zijn uitgewerkt, leidt tot enkele inhoudelijk belangrijke<br />

kanttekeningen.<br />

Op zich is het een positief gegeven dat de opleiding een wetenschappelijke theorie gebruikt als basis voor het<br />

opleidingsprogramma; alleen wordt deze theorie hier op een enigszins oneigenlijke manier gebruikt. De<br />

betrokkenheidstheorie werd, zoals aangegeven in het zelfevaluatierapport, gekozen als uitgangspunt en<br />

onderbouwing voor de beide leerlijnen en voor de vakken opvoedkundige wetenschappen. Ze wordt gebruikt als<br />

een theorie van ontwikkelingsfasen. Precies dit karakter is in later onderzoek steeds meer weerlegd. Het model<br />

gaat over concerns, bekommernissen van de student, en niet over de betrokkenheid. Alles draait om de wijze<br />

waarop de student betekenis geeft aan zijn ervaringen. De commissie stelt vast dat precies die betekenisgeving,<br />

waarin de eigen opvattingen en ideeën van de student, onder andere over zichzelf als leraar-in-opleiding, een<br />

centrale rol spelen, nog krachtiger kan gebruikt worden als aangrijpingspunt voor leerervaringen. Op dit punt blijft<br />

ook de reflectieleerlijn nog vrij vaag. Hoewel het persoonlijke interpretatiekader van de student aanwezig is, is het<br />

niet duidelijk hoe dit interpretatiekader door gerichte reflectie en stage-ervaringen/stageopdrachten uitgedaagd en<br />

geproblematiseerd wordt. In de reflectieleerlijn wordt terecht de klemtoon gelegd op de noodzakelijke diepte in de<br />

reflectie: naast de gerichtheid op het verbeteren van het handelen, worden ook het kritisch bevragen en eventueel<br />

herzien van de opvattingen die aan dit handelen ten grondslag liggen, benadrukt. Hoe dit laatste in het concrete<br />

programma gerealiseerd wordt, blijft nog relatief onduidelijk. Daarenboven beroept de opleiding zich voor haar<br />

reflectieleerlijn op de dieptedimensie van het theoretisch kader van Kelchtermans, maar blijft de bepleite<br />

noodzakelijke breedtedimensie achterwege. De commissie meent dat dit verklaart waarom de klemtoon in de<br />

opleiding nog zo sterk en eenzijdig ligt op de vakinhoudelijke en de vakdidactische kennis en vaardigheden, ten<br />

koste van andere dimensies die in de professionele ontwikkeling van toekomstige leraren even wezenlijk zijn,<br />

zoals de morele, politieke en emotionele aspecten.<br />

De studenten bepalen zelf welke <strong>onderwijs</strong>vakken zij kiezen. Ook later in de opleiding, vooral in het derde jaar,<br />

kunnen zij enkele opleidingsonderdelen flexibel kiezen. Het docententeam begeleidt ze daarin.<br />

De studenten kunnen sinds de invoering van het Flexibiliseringsdecreet in principe zelf hun opleidingsprogramma<br />

samenstellen. In de opleiding werd enkel een volgtijdelijkheid voor de opleidingsonderdelen stage 1-2-3<br />

vastgelegd. Elk opleidingsprogramma wordt voorgelegd aan de studie- en trajectbegeleider en moet goedgekeurd<br />

worden door het departementshoofd. De flexibilisering begint zijn sporen na te laten in de opleiding. De<br />

verantwoordelijken voor studie- en trajectbegeleiding en stageorganisatie moeten er terdege rekening mee<br />

houden. Dat brengt heel wat bijkomend werk mee, maar toch wordt er op dit domein behoorlijk goed gewerkt.<br />

412 | Opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!