bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

63
desordres etc. 1) . - Ce n'est pas que j'imagine aucun succes effectif de ceste nouvelle
ouverture, mais je pretends simplement de la faire servir, comme j'ay dit, pour
continuation et liaison de traicté, et me promets que V.A. en jugera de mesme en
sa prudence. Il sera necessaire que M. Moetsvelt soit incontinent adverti de cecy,
afin que l'on se tienne prest pour quand la Cour pourra envoyer appeller quelqu'un
des advocats. C'est tout ce qui se pourra faire aujourdhuy, car, outre qu'il est
Samedy, M. Dedel faict aujourdhuy festin à toute la Cour et à la Chambre des
comptes. Mais je ne manqueray pas de me donner l'honneur de veoir V.A. pour
conferer plus amplement sur le tout, s'il luy plaist. 28 Jan. 1651.
5091. Aan den graaf de la Vieuville 2)
. (K.A.) Fr.
Gij weet, dat ik houd van harmonie, en gij hebt geene minachting voor mijne
accoorden. Daarom waag ik het u dit stuk 3) toe te zenden, in de hoop, dat gij het
Fransch niet zult afkeuren en de strekking goed vinden. Het is het werk van één
enkelen namiddag. 1 Feb. 1651.
5092. Aan Ph.E. Vegelin van Claerbergen 4)
.*
Ik dank u voor de geschreven gedichten, die aardig zijn, maar de gedrukte zijn nog
niet zonder het schoolstof. Doch men kan van den dichter met Albert Durer 5) zeggen:
er hat sein Fleiss gethan. ‘J'entretien Monseigneur vostre Maistre sur les intemperies
qui nous agitent; si vous le voyez porté à vouloir lire deux escrits dont je luy fay
mention, faictes que je le sache. Vous en pourrez faire tirer copie, si trouvez que
cela vaille la peine, mais j'estime qu'on sera content de les avoir parcourrus, car en
effect ils ne contienent rien de plaisant, ny d'ailleurs de bien basti, et pour ce dern[ier]
point, c'est assez dire qu'ils sont de ma façon’ ..... A la Haye, ce VI e Febvr. 1651.
‘La province de Groninghe m'a gratifié jusques ores et aussi mon fils d'une gratuité
de 100 francs par an; je ne fay point estat qu'ils la vueillent
1) Dat plan van Dedel schijnt op eenigszins andere wijze te zijn uitgevoerd. Den 10 den Febr.
kwam hij met twee andere commissarissen van het Hof bij de Prinses Royale en vroeg haar,
of zij aan eene door haar bij de Staten van Holiand ingeleverde remonstrantie niet wilde
toevoegen, dat de Douairière en de Keurvorst door haar zouden worden erkend als voogden,
wat het bestuur der bezittingen van den Prins betrof. Zij had nl. den 5 den Januari in een stuk,
waarin de voogdij werd beschreven als bestaande uit drie functies, de opvoeding van haar
zoon, het beheer zijner goederen en het benoemen tot ambten, daaraan toegevoegd, dat zij
wel geneigd was de opvoeding te regelen met de goedkeuring en den raad harer
schoonmoeder. Maar zij gaf een ontkennend antwoord op Dedel's vraag.
2) Charles François graaf de la Vieuville († 1676) was een tijd lang surintendant der financiën
tijdens de regeering van Lodewijk XIII. Later trad hij in Hollandschen krijgsdienst, werd in
1644 ritmeester der kurassiers, in 1646 luitenant-kolonel en diende tot 1654. (Meded. van
den Heer Wakker.) Naar Frankrijk teruggekeerd, werd hij abt en in 1658 zelfs bisschop van
Rennes. - Hij behoorde tot de partij der Prinses Royale.
3) Nl. de Considerations pacifiques sur le subject de la tutele du jeusne Prince d'Orange (vgl.
Memoires, blz. 97), den 29 sten Januari, den verjaardag van Frederik Hendrik, geschreven.
Huygens trachtte door dat stuk de partijen te verzoenen, wat hem natuurlijk niet gelukt is.
4) De brief berust in het huisarchief der familie Eysinga te Leeuwarden.
5) Albrecht Dürer (1471-1528), de beroemde Neurenbergsche schilder.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663