bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

489
Sedert dien tijd gaat de heer de Beaufain alleen uit met een groot gevolg. De heer
de Beauregard is den intendant de Bezons gaan bezoeken; hij wil later zijne
pretenties doen goedkeuren door het Parlement. Het Parlement heeft één der
commiezen bevolen het Hof te betalen, en dat is geschied. De heer Sauzin is naar
Avignon gegaan, om te vragen, voor welke som men de gevangenen in vrijheid
zoude willen stellen. A Orenge, ce 22 d'Oct. bre 1663.
5942. J. Sauzin. (H.A.)
De vice-legaat 1) wil 14 à 1500 livres hebben voor het vrijlaten der gevangenen, maar
de heer Blocard 2) beweert, dat hij het wel voor 60 pistolen zal doen. Blocard wil het
geld wel uitschieten. Wij zullen ons best doen, het geld in Oranje bijeen te krijgen,
maar ik vrees, dat het niet gaan zal. D'Avignon, ce 23 e Octobre 1662.
5943. J. Sauzin 3)
. (H.A.)
Wij hooren, dat de wapenen van den Paus verscheurd zijn en de vice-legaat uit
Avignon is gezet 4) , volgens een bevel van het Parlement van Provence, en dat de
hertog de Mercure 5) er de regeering op zich zal nemen. Beauregard is nog niet terug.
Niemand weigert meer de inkomende rechten op zout te betalen. D'Orange, ce 25
d'Octobre 1662.
5944. C. van Aerssen Jr. 6)
. (H.A.)
De toestand van mijn vader is wanhopig; hij heeft nu ook hydropsie, maar draagt
alles moedig. Wij wachten dagelijks de tafeltjes 7) en de zieke is ongeduldig bij alles
wat hij vraagt. Het doet hem groot genoegen ‘d'apprendre vostre negotiation enfin
terminée pour vous faire jouir du repos et d'une vie tranquille et paisible parmy vos
amis et proches’. De la Haye, ce 26 Octobre 1662.
5945. C.M. Soetens 8)
. (K.A.)
Ick hebbe den uwen van dato den 20 deser op den 25 wel ontfangen; dient wederom
tot antwoort, dat myn voorgaende U Ed. toegesonden is geweest,
1) Zie blz. 486.
2) Zie blz. 464.
3) No. 5943 a. Een brief van 1 Nov. (H.A.) is zonder eenig belang.
4) Zie blz. 494.
5) Waarschijnlijk Louis de Vendome (1612-1669), die tot den dood van zijn vader (1665) hertog
van Mercoeur heette. Hij was militair, maar werd later kardinaal.
6) Zie blz. 416.
7) Zie No. 5846.
8) Zie No. 5927.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663