bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

460
nous avoit dit en France touchant l'eschange de Ravestein, pour vuider le different
avec le Duc de Neuwbourg au moyen de quelqu' equivalent, les villes de Hollande
y ont tesmoigné assez d'inclination 1) . - On paye les arrierages du prince de Tarente 2)
nonobstant son absence, et la resolution de l'Estat au contraire ..... 26 Juillet 1662.
5871. J. Sauzin. (H.A.)
Uwe brieven heb ik ontvangen; de kopieën der rekeningen van den heer de Gaut
zal ik zenden 3) . De commies van den tresorier wil geen enkel mandaat betalen, wat
in vele opzichten erg lastig is. Toch wacht het Bureau op uwe komst, om de rekening
van den tresorier na te zien, die gisteren na eene afwezigheid van vijf of zes maanden
is teruggekeerd. Uit Parijs wordt ons bericht, dat de werktuigen van de Munt alhier,
die vroeger weggehaald zijn, verbeurd zullen worden verklaard. Aan de predikanten
en ouderlingen der gereformeerde kerken heb ik uwe woorden overgebracht.
D'Orange, ce 26 e Juillet 1662.
5872. Aan prins Willem van Oranje 4)
. (K.A.)
Hierbij gaat een brief, dien de Koningin Moeder van Engeland mij even voor haar
vertrek naar Engeland, dat gisteren plaats had, voor u ter hand heeft gesteld. Heel
gaarne wil ik hier iets voor u doen en ik begin met eene kleinigheid mee te geven
aan mijn zoon, die spoedig naar den Haag terugkeert. A Paris, 27 Jul. 1662.
5873. Aan J. Sauzin. (H.A.)
Ce n'est icy que pour vous advertir, que j'ay receu vos lettres du 12 et 19 e5) , comme
aussi celles de M. de Lubieres du 27 e Juin et de M. de Pradines 6) du 5 e du courrant.
Sur celles du 19 e il faut veoir ce qu'on me dira de Hollande, où je les ay envoyées.
On m'a voulu dire, que la Reine d'Angleterre qui partit d'icy il y a trois jours, auroit
esté induitte à escrire une lettre au Parlement d'Orange. Ce que ne comprenant
point, je desire que, si telle chose y a, vous m'en fassiez avoir une copie, et du reste
me remets à ce que je vous ay mandé par le passé assez distinctement de
l'obeïssance que chascun doibt aux ordres de S.A. Mad. la Princesse Douariere,
dont il ne fera pas bon s'escarter. Je finis, comme j'ay commencé, en haste sur le
point de me transporter à S. t Germain, et suis ..... A Paris, 28 Jul. 1662.
1) Die onderhandelingen zijn niet geslaagd.
2) Nl. Henri de la Trémoïlle; zie II, blz. 487. Hij was officier geweest in dienst der Staten-Generaal
en had blijkbaar nog geld te vorderen.
3) Zie No. 5864.
4) Kopie.
5) No. 5866.
6) Een de Pradines was in 1689 ‘capitaine de justice, représentant Gigondas’.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663