bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

488
ende tot naerder ordre, die ick van haere Ho. t door U. EE. entremise sal verwachten.
Voor desen heb ick den H. e greffier Buijsero te gemoet gevoert, gelijck ick noch
tegenwoordigh aen Haere Ho. t ben doende, waerom mij docht, dat alle soodanighe
ordonnantien beter, bestendiger ende met meerder respect door haer selver op den
naem van Sijne Ho. t souden werden gedepescheert. Ick bidde U. EE. de redenen
daerop geallegeert te willen examineren, ende mij voorts te onderrichten, waernaer
ick mij sal hebben te schicken. Sommighe souden sulcke authorisatien aengenaem
hebben, maer, als mij te kiesen stonde, waer ick veel liever van die eere ontslagen.
Hiernevens komen noch copijen van de leste brieven uijt Orange, daerin U. EE.
sullen sien, hoe dat volck op groote en kleine saecken onder den anderen liggen
en haspelen. Ick voeghe daerbij, tot perfectie van de historie, copie van een' missive,
die Beauregard aen eenen Martinon, sijnen vriend ende agent alhier, heeft
geschreven 1) , om mij te communiceren, gelijck hij mij in der daet het origineel in
handen heeft gelaten. Syne subtiliteiten loopen daerop, dat hij wel wilde, men van
nu af aen met hem handelde, als oft syne gefabriceerde rekeningh al voor authentijck
opgenomen ende gesloten waer, pretenderende alsoo, dat hij vele dusende te boven
komende sijn gerand hebbe te vinden aen de 24 dusend gl. cautie-penninghen van
de fermiers, gelijck U. EE. by sijn discours wel sullen begrijpen. Waerop in plaets
van met hem in eenigh debat te treden, hebben de H. e grave van Dona ende ick
raedsaem gevonden, dat alles stilswijgens over te slaen, ende hem door Sauzin te
laten aensegghen hetghene U. EE. sal gelieven te sien in de missive, die ick van
desen avond naer Orange schrijve, mede by copie hiernevens gaende. Soo men
oordeelt, dat dienaengaende ijet anders dient betracht te werden, sal ick hetselve
van U. EE. insgelijx wachten te vernemen ..... Tot Paris, 20 Octob. 1662.
5940. J. Sauzin. (H.A.)
De heer de Beauregard is met zijne rekeningen naar den heer de Bezons vertrokken;
het is natuurlijk vooral om de hooge sommen, die hij beweert indertijd voor reizen
te hebben uitgegeven. De gevangenen zijn er erg slecht aan toe; morgen ga ik voor
die zaak naar Avignon. D'Orange, ce 22 e Oct. 1662.
5941. Lubieres. (H.A.)
De benoemingen hebben plaats gehad en het Parlement heeft rekening gehouden
met mijne oppositie. Er is een hevige twist geweest tusscben mijn zwager de
Beaufain 2) en den eersten burgemeester Redonnet 3) , die met zijne vrouw 4) op het
kasteel woont en zeer beschermd wordt door den heer de Gaut.
1) Zie No. 5938.
2) Zie blz. 426.
3) Zie ook blz. 143.
4) Claude de la Bastie was de vrouw van Antoine de Redonnet. Zij heeft tijdens de Fransche
overheersching te Oranje eene heel leelijke rol gespeeld.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663