bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

522
le Tellier hebben ontvangen. Hij vertelt weer allerlei leugens. D'Orange, ce XII e
Janvier 1663.
6011. Aan graaf F. van Dohna 1)
. (K.A.)
Het verheugt mij, dat gij goed zijt overgekomen na dien moeilijken tocht 2) . In mijne
jeugd heb ik ook iets van de Alpen leeren kennen 3) . ‘Enfin, Monsieur, vous y avez
passé sans malheur; je vous en felicite, et vous prie de faire comprendre au beau
Lac Leman, combien j'ay de peine à ne porter envie à ceux qui sont en estat de le
contempler à bel agir 4) , sans songer à des persecutions qu'ils soyent obligez d'aller
faire à des Messieurs le Tellier ou Colbert, ou plustost à en aller souffrir de l'eminence
de leur ministere. Vous scavez, Monsieur, où vous m'avez laissé. In eodem luto
haereo, et on m'oblige, voire on me faict l'honneur de me prier d'avoir la patience
d'attendre encor un peu un certain phantasme d'ambassadeur 5) , qui viendra je ne
scay si de la Grande Bretaigne, ou des antipodes, ou des nues, tout estant d'esgale
apparence. Si à l'aage ou je suis je pouvoy reverdir, je ne me trouveroy pas tant
mal planté; cela n'estant pas, jugez, s'il vous plaist, si je puis autrement que
m'esteindre et finer dans ce chagrin.’
In Oranje heeft men besloten, de resolutie van de Prinses Douariere te
registreeren, Maar nu is Sauzin ziek geworden en Lubieres durft het Bureau niet
bijeen te roepen ..... A Paris, 12 Janv. r 1663.
6012. Aan den raad van den prins. (H.A.)
De fransche predicant, die sich voor makelaer tuschen S. Ho. t ende de besitters
van de bewuste papieren instelt 6) , is ten laesten wederom verschenen, sonder dat
ick hem hebbe doen aensoecken, ende heeft mij verthoont, wat moeijte hij hadde
genomen, om die luijden te doen goet vinden, dat men de stucken in sijne presentie
soude mogen doorsien, voor en aleer men in voordere handeling quame te treden;
endtelick dat hij se daertoe hadde gedisponeert; ende dienvolgens heb ick met hem
beraemt den dagh van mergen, als wanneer M. Chieze ende mijn soon 7) te samen
hun werck daervan sullen gaen maecken 8) . Sulx gedaen zijnde, heb ick voorgenomen,
hetghene van haer bevinden sal wesen naer Orange te senden aen onsen la Pise
de Maucoy 9) ,
1) Kopie van andere hand.
2) In het laatst van 1662 was Dohna uit Parijs vertrokken naar zijn landgoed Copet bij Genève.
3) Op zijne reis met Aerssen naar Venetië in 1620.
4) De uitdrukking is niet duidelijk.
5) Lord Hollis.
6) Nl. Ranconnet; zie No. 5967.
7) Lodewijk.
8) Hun rapport, gedateerd 16 Januari, is bij de papieren. Er waren allerlei stukken van de graven
de la Chambre, maar het testament van Louis de Châlons, grootvader van Françoise, was
er niet bij.
9) Zie blz. 447.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663