bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

443
a vostre negotiation un succes favorable a nos voeux et a vos desirs, et que nous
ayons bientost le bonheur de vous voir parmi nous. Nostre joye sera extreme, quand
nous aurons cet advantage, et alors nous vous assurerons de bouche, comme nous
faisons maintenant par cette lettre que nous sommes ..... A Orange, ce 14 Juin
1662.
5838. J.P. de Chambrun 1)
. (H.A.)
Aan den brief van het consistorie voeg ik enkele regelen toe. Het is te hopen, dat
gij spoedig hier zult komen, om de rust in den staat te herstellen. Er worden steeds
valsche beschuldigingen overgebracht naar het Fransche hof. ‘Ces jours passés
les prestres de Courtezon, accompagnés de deux consuls catholiques, en ont porté
une a M. r de Gaut qui est de la derniere importance. C'est, Monsieur, que dimanche
dernier un paysan de la religion aagé de soixante et dix ans, passant par une rüe
qui estoit tendüe de quelques tapisseries, ou il y avoit quelques images, touchant
par mesgarde aux tentes, un de ces images tombe par terre, ce qui se fit
innocemment, comme plusieurs catholiques le temoignent.’ De man wordt nu van
de ergste dingen beschuldigd. Op een ander, die heet gezegd te hebben, dat de
god van de processie een god van deeg [‘pate’] was, die niets zag, zijn door den
heer de Gaut soldaten afgestuurd. Het consistorie van Courtezon heeft zich nu tot
het Parlement gewend. D'Orange, ce 14 Juin 1662.
5839. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Misschien kunt gij, nu gij den eisch, om een katholieken gouverneur aan te stellen,
alleen van de ministers gehoord hebt, op eene audientie bij den Koning nog iets te
weeg brengen door eene memorie over het testament van Prins Philips Willem 2) .
Het pleit niet voor den zin voor rechtvaardigheid van den Koning, dat hij gebruik
maakt van de intrigues onzer ontrouwe onderdanen. Blijft Z.M. bij dien eisch, dan
zullen wij u later zeggen, wat er gedaan moet worden. Wat de heer de Brienne Sr.
zegt, dat de Fransche gezant aan het hof van den Keurvorst onbeleefd is ontvangen,
is een praatje; wel is hij niet gelukkig geweest bij zijne onderhandelingen. En
bovendien hebben wij daarmee niets te maken. De verzekeringen van de Koningin
van Engeland en vooral die van den graaf van S. t Albans zijn weinig te vertrouwen.
Nu ‘nos desesperéz mutins d'Orange’ de hoop koesteren, dat zij een katholiek
gouverneur zullen krijgen, die zeker van Frankrijk zal afhangen, maken zij het nog
erger. En wat kunnen wij tegen hunne brutaliteit doen? A la Haye, ce 15 Juin 1662.
De memorie van den heer de Gentillot 3) zal ik bij de gezanten aanbevelen.
1) Zie blz. 377.
2) Die memorie is bij de papieren
3) Zie blz. 370.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663